Een panel van grote namen in de ‘open source’-beweging besprak deze week de versplintering in de ‘open source software’.
Onder leiding van voorvechter Eric Raymond discussieerden ondermeer Linux-schepper Linus Torvalds, Perl-ontwerper Larry Wall, Python-programmeur Guido van Rossum en oprichter Richard Stallman van de Free Software Foundation (FSF). De discussie tussen deze grondleggers en scheppers van vrij verkrijgbare software concentreerde zich op de mate waarin software ‘vrij genoeg’ kan zijn.
Terwijl Wall en Van Rossum probeerden minder controversiële onderwerpen, zoals ‘open source’ in de onderwijswereld, aan de orde te laten komen, verschoof het gesprek naar de tegenstelling tussen vrije en commerciële software.
Hierbij konden vooral Torvalds en Stallman zich niet in elkaars standpunt vinden. Eerstgenoemde hanteert een meer pragmatisch standpunt en meent dat geld verdienen aan software acceptabel is. Zelfs als het dan zou gaan om gesloten software, waarvan de broncode niet gratis beschikbaar is.
Stallman speelt meer de revolutionair en pleit vurig voor de bevrijding van alle software. "Programmatuur waarvoor de gebruiker geld moet betalen en die hij niet kan aanpassen beperkt de vrijheid." Het verdienen van geld wil Stallman overlaten aan dienstverleners die technische ondersteuning leveren voor software en hardware.