VVD-Tweedekamerleden Stef Blok en Hella Voûte maken zich zorgen over de ontwikkeling van elektronische handel in Europa.
In schriftelijke vragen wijst het tweetal minister Jorritsma op de mogelijke schadelijke effecten van het mogelijk van toepassing verklaren van internationale verdragen – het Verdrag van Brussel en van Rome – op Internet-contracten.
Dit wijkt af van het ‘land van oorsprong-principe’ dat de Europese Commissie in de Richtlijn voor Elektronische Handel heeft vastgelegd.
Dit principe houdt in dat bij een juridisch conflict het recht geldt van het land waarin de dienstverlener is gevestigd. De twee verdragen wijken hier in die zin van af dat consumenten, die via Internet een aankoop hebben gedaan, in de meeste gevallen een beroep kunnen doen op hun nationale rechter. Hierdoor geldt hetland van oorsprong-principealleen voor geschillen tussen bedrijven onderling. Overigens speelt 80 procent van de elektronische handel zich af tussen ondernemingen.
De twee Kamerleden vragen zich af of de twee verdragen voor verwarring kunnen zorgen bij producenten en consumenten. De minister antwoordt hierop dat tegenstrijdigheden inderdaad onzekerheid kunnen veroorzaken, hetgeen de ontwikkeling van e-handel in Europa niet ten goede komt. De onderhandelingen binnen de Europese Commissie over de omzetting van deze verdragen zijn echter nog in volle gang.
Enkele juristen vinden deze problematiek niet interessant. Zij menen dat uitzonderingen voor de consumenten op hetland van oorsprong-principe weinig invloed hebben op de ontwikkeling van Internethandel. Consumenten kopen meestal kleine producten, zoals cd’s en boeken, en stappen niet snel naar de rechter als de levering achterwege blijft.