Op de discussiepagina houdt Twan Deibel een pleidooi voor Microsoft (Computable, 6 september). In principe ben ik het op strategisch niveau eens met zijn pleidooi. Standaarden die door de gemeenschap worden omarmd zijn het krachtigst en erdienen steun. Op twee punten vind ik het pleidooi echter bijzonder ongelukkig.
In de eerste plaats roept Deibel dat ‘it moet functioneren’ en legt hij het bedrijf Microsoft op tafel als lichtend voorbeeld. Hoe triest. Als er één bedrijf is dat keer op keer bewijst dat het lak heeft aan gebruikers, dan is het de gigant uit Richmond. Microsoft heeft nog nooit bug-loze software gemaakt en zal dat ook nooit doen. Deadlines worden door deze monopolist zelden gehaald en elke nieuwe versie wordt spoedig gevolgd door talloze updates, upgrades en patches. Berucht zijn de ontelbare beveiligingslekken, blauwe schermen en de daarop volgende reboots. Ik stel voor dat Microsoft, en vele anderen met haar, eens bewijsbaar correcte code gaat schrijven alvorens men haar software tot overheidsstandaard kiest. Mijn stelling is namelijk dat de onvolwassenheid van de it dwingt tot alternatieven, waardoor standaarden moeilijk van de grond komen. Met name overheden kunnen zich geen fouten permitteren. Een consumentenmobieltje op Windows is tot daar aan toe, maar Windows als motor van het kennisnet van de Algemene Inspectie Dienst en justitie of als besturingvoor de koelinginstallatie van een kerncentrale is een ander verhaal.
Het tweede punt is de vermeende functionaliteit. Persoonlijk, en ik beschouw mijzelf als een grootverbruiker, gebruik ik nog geen kwart van de geboden functionaliteit, maar ik betaal voor 100 procent. Ja, ik gebruik Microsoft, helaas zijn er nog geen serieuze alternatieven. Ik behoor bij de gemeenschap die Microsoft heeft ‘omarmd’. Zodra er een goed alternatief is, stap ik over.
Dennis van der Spoel managing partner ADES