Afhankelijk van de gebruikte modules en de grootte van de database breekt nu voor iedereen die langer dan twee jaar een SAP-systeem operationeel heeft – en nog niets gearchiveerd heeft – een spannende tijd aan, waarschuwt H. Groenewoud. Als aanvulling op de recente artikelen in Computable over de conversie van de euro geeft hij nog enkele tips.
Een prognose van de euro-conversie is heel simpel zelf te draaien, maar tien tegen een dat het veel langer dan een weekend gaat duren. Bovendien kunnen er problemen optreden die het hele proces nog meer vertragen. Zie hiervoor de uitgebreide documentatie, per module, op Sapnet.
Als naar aanleiding van deze prognose blijkt dat er gearchiveerd moet worden, rijst het tweede probleem. Hoe en waarmee moet er gearchiveerd worden? Past het gekozen systeem binnen de wettelijke regelgeving en binnen de eigen organisatie? Het moge duidelijk zijn dat ook de consistentie van de gearchiveerde data gewaarborgd moet zijn na installatie van een nieuwe versie, en zeer zeker na een conversie van gulden naar euro. Met dit in het achterhoofd is de keuze vrij snel gemaakt, sterker nog er is niet eens echt sprake van een keuze.
De problemen op een rij
Allereerst de volgende vragen en aandachtspunten. Zijn de minimale versie, 3.1I, en de minimaal vereiste ondersteunende ‘packages’ geïmplementeerd om überhaupt over te kunnen stappen op de euro? Is er genoeg ruimte in de database beschikbaar; is er nog genoeg schijfruimte om de database te vergroten? Zo nee, zijn er dan nog schijven bij te plaatsen? Als dat niet meer kan, moet men schijven vervangen of nog een extra ‘disk-array’ plaatsen. En als het boekjaar al eerder dan 01-01-2002 begint, archiveer dan geen lopend boekjaar voor de conversie.
Neemt men het archiveren zelf ter hand of laat men het doen? Ook al laat men het doen, het project heeft toch een grotere impact op de organisatie dan men verwacht had. Denk maar eens aan het bepalen van de te archiveren objecten en de daaraan gekoppelde residentietijden. Dit levert per definitie discussie op. Het inrichten en koppelen van deze objecten aan een bepaald archief blijft buiten beschouwing.
Sta er ook bij stil dat als er sprake is van een ‘drie-systemen’ landschap (Ontwikkeling/Acceptatie/Productie), dat men tijdens het gehele conversietraject moet oppassen met het transporten van het ene naar het andere (valuta) systeem.
Voor een representatieve test moet eigenlijk een kopie van Productie over bijvoorbeeld Acceptatie heen worden gezet om betrouwbare cijfers te krijgen ten aanzien van doorlooptijden en eventuele problemen. Nu is het vaak zo dat het Acceptatie-systeem veel kleiner is geconfigureerd dan het Productiesysteem, qua prestatie, maar zeker wat betreft beschikbare ruimte. De doorlooptijden zijn dan meestal ook slechts een indicatie van de werkelijke doorlooptijd. Oftewel alweer een probleem.
Als nog geen ‘logical system name’ is gedefinieerd, moet men er wel bij stilstaan dat deze, zeker in het productieve systeem, voor de eeuwigheid is vastgelegd. Dit mag niet onderschat worden (zie OSS/Sapnet op ‘logical system name’). Het is zeker niet mijn intentie om paniek te zaaien, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee.
‘Gateway’ cruciaal
Het installeren van een archiefsysteem in een SAP-omgeving die bestaat uit een ‘central instance’ met meerdere applicatieservers, is ook niet vrij van bijwerkingen. Als de communicatie verloopt via een RFC-koppeling, noopt dat vaak tot herinrichting en ‘re-tuning’ van het systeem. De keuze van de server waar de ‘gateway’ op moet draaien, blijkt ineens cruciaal voor het wel of niet functioneren van het archiefsysteem. Als dezelfde gateway ook voor andere toepassingen gebruikt wordt, moet men er rekening mee houden dat de gateway wel eens wil vastlopen of erger nog, gewoon stopt. Een bijgewerkte documentatie van het systeem is in zo’n geval goud waard.
Als men met het archiefsysteem meerdere omgevingen wil archiveren met eventueel verschillende versies, moet het archiefsysteem dit wel ondersteunen. (Anders moeten een of meerdere archiefsystemen geïnstalleerd zijn).
Voor het installeren van Windows 2000 is het van belang te weten of dit al gecertificeerd is door de leverancier van de archiveringssoftware. Het beste kan men gewoon NT 4.0 in het Engels installeren. Dat scheelt veel ellende.
Er zijn nog enkele hindernissen. Het vinden van iemand die ervaring en tijd heeft om de klus voor 2002 te klaren zal niet eenvoudig zijn. Het bestellen van de benodigde hard- en software voor het archiefsysteem zal gezien de levertijd niet meevallen. De configuratie van de hardware is niet zondermeer te bepalen. Er zijn verschillende factoren die hier van belang zijn. Ten eerste; hoeveel moet er gearchiveerd worden? Ten tweede; hoe veel en hoe vaak zal er van het archief gebruik gemaakt gaan worden? Wil men het archiefsysteem ook voor andere zaken gaan gebruiken, bijvoorbeeld voor het archiveren van de Office-omgeving, mail, enzovoorts?
Is overigens de verhouding bekend tussen de gearchiveerde data uit de database en de schijfruimte op het archiefsysteem? Dit moet namelijk bekend zijn voor het aanschaffen van het archiefsysteem. Een heel zwaar systeem aanschaffen kan ook, maar dat loopt in de papieren. Vergeet ook niet dit archiefsysteem op te nemen in het backup-schema, omdat er nu eenmaal gearchiveerde productieve data op staat. Ook hiervoor zijn er weer diverse mogelijkheden.
Aansluiting op een UPS
Het installeren en op z’n minst eerst testen van het archiefsysteem op een kopie van het productief systeem kost per definitie veel tijd. Het controleren van de financiële gegevens moet zowel voor als na de conversie plaatsvinden. Al ruim voor de conversie is een plan van aanpak voor deze controles te bedenken. In de twee artikelen over de euro-conversie (Computable,16 en 23 februari) is een goed beeld te krijgen over het hoe en waarom.
Ook de toegang en autorisatie tot het archiefsysteem moeten worden ingericht. Gemakshalve iedereen alle rechten geven is niet de juiste oplossing. In verband met de gekozen licentiesoort is het eveneens belangrijk hoe de koppeling tussen deze systemen is gelegd. Het archiveren zelf is ook niet in een week afgerond, sterker nog, men kan niet maar in het wilde weg gaan archiveren. Op z’n minst zal men de logische objectlijn moeten volgen, wil het zin hebben. Een bijkomend voordeel is dat men alle niet geheel afgewerkte zaken in het systeem ook meteen tegenkomt.
Kortom: op zich is het al een hele uitdaging een gedeelte van de automatiseringsmedewerkers voor het euro-project te reserveren, � nog afgezien van het op één lijn krijgen van het management. En de kosten voor deze hele operatie vallen niet onder ‘onvoorziene uitgaven’.
Misschien komt dit alles een tikkeltje overdreven over, maar het is gewoon de realiteit. En na drie archiveringsprojecten voor de euro kom ik tot de conclusie dat men uiteindelijk toch weer bij een san uitkomt. Met zo’n ‘storage area network’ zijn de beschreven problemen in ieder geval een stuk sneller en heel wat goedkoper op te lossen.
H.S. Groenewoud Consultant, Ordina Business Solutions