De dip in de computerindustrie, in wezen een afgeleide van het dotcom-afsterven en de algemene economische malaise, treft nu ook Europa. Het 'oude continent' loopt qua technologie wel vaker achter op de Verenigde Staten, zo ook wat betreft de neergang daarvan.
De verkoop van pc’s in West-Europa is in het tweede kwartaal met 4 procent gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Vergeleken met het eerste kwartaal van dit jaar komt de daling zelfs uit op 18 procent. Reden voor velen om de alarmklok te luiden.
Maar het overwaaien en doorzetten van de dip zat er al een tijdje aan te komen. Leest uw vakbladen, zowel ict als financieel. Zo zijn de veelal Amerikaanse computerleveranciers al geruime tijd terug begonnen aan een prijsoorlog. Op korte termijn is dit goed voor de eindgebruiker. Op lange termijn is dit slecht voor de pc-industrie.
Onderzoeksbureaus wijten het instorten van de pc-verkoop met name aan een plotsklaps kwakkelende consumentenmarkt. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de algehele economische neergang en anderzijds door een verzadiging van de pc-markt. Consumenten besteden namelijk nog wel geld aan duurzame goederen, alleen minder aan computers.
Oorzaken voor de pc-dip zijn echter ook te vinden in de bedrijfsmarkt én in de technologie zelf. De meeste grote ondernemingen hanteren opwaardeercycli voor pc’s. Die zijn normaliter afgestemd op eigen budgetplanningen en soms ook op het verschijnen van nieuwe versies van software, waaronder het marktdominante Windows.
Het plannen van budgetten gebeurt vanuit de eigen bedrijfsvoering, die zelden rekening houdt met de staat van de it-industrie. Het opwaarderen van software geschiedt mede op basis van de leveranciersplanning, die in wezen ook niet in de pas loopt met het it-umfeld.
Zo is er de laatste jaren een forse kloof ontstaan tussen de capaciteit van hardware en de vereisten van software. Niet op het gebied van zware servers en toepassingen, wel op het niveau van pc’s. Dit doorbreekt de bekende it-ratrace: nieuw = beter = nodig. Europa, en ook Nederland, ontdekt dit nu.
Jasper Bakker, redactie Computable