Professor Martin Healey, annex Intel-specialist, profileert zichzelf graag als pionier, meent Twan Deibel. ‘Ik heb zo mijn twijfels over zijn pioniersgeest, volgens mij heeft hij zich te diep ingegraven en zit hij maar wat in zijn kuil te mijmeren.’
Het is onwaarschijnlijk dat de relatie die Martin Healey heeft met zijn lezers nog duidelijker zal worden. Healey positioneert zichzelf als ‘pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers’, en Computable profileert zich als een onafhankelijk blad. De lezer wordt ondertussen geconfronteerd met een muurvast zittende professor, die wel open standaarden predikt; de ‘proprietary’ zelf zijnde.
Het kenmerk van een pionier is de schop. Healey heeft nu een bepaald IBM/Java-gat voor zichzelf gegraven waar hij niet meer bovenuit kan kijken. En dat is jammer voor een pionier. De schop kan dan vanwege de beperkte ruimte alleen nog maar gebruikt worden om wild boven het gat uit te zwaaien, zonder te zien of hij daar goed of kwaad mee doet. Het lijkt me dat het mijmertijdperk voorbij is en dat het tijd wordt voor een nieuwe generatie pioniers die nog wel fris aan de slag kan gaan.
Sun versus Microsoft
Dat hij er zelf niet meer uitkomt, blijkt wel uit de volgende aanhalingen uit zijn column (Computable, 13 april).
‘Voor de buitenwereld heeft Sun weliswaar gewonnen.’
Hoe beperkt kun je zijn in je waarneming? Microsoft heeft tijd gekocht en heeft een veel betere versie van Java geschreven, die het bedrijf om duidelijke redenen C# wenst te noemen. De band met Windows is de band met de ‘runtimer’ die MS uitbrengt. De band van Java met virtuele machines is niet anders, zij het dat het een lekke band betreft. Hardware- én softwareleveranciers wensen zich niet aan de Java-standaarden te houden vanwege het gevaar dat de virtuele machine des Suns zou worden. Daarnaast moet Healey toch weten dat .Net een ‘framework’ betreft, C# is daarvan slechts een onderdeel. Dat betekent dus dat .Net ook een stap vooruit is voor andere talen, zelfs Cobol. Een volstrekt andere zaak dan een nieuwe versie van bijvoorbeeld J2EE. Healey zit zich als het ware te verkneukelen in het nieuwste NS-materieel, terwijl het voor hem onzichtbare nieuwe TGV-traject naast hem wordt aangelegd.
‘C# is geen slechte taal en heeft een aantal voordelen boven de recente versie van Java.‘
C#, meneer Healey, is een goede taal die Java op vrijwel alle fronten de loef afsteekt: ‘operator overloading’, ‘enums as distinct types’, ‘user-defined value types’, ‘a universal base class’ voor ‘value types’, expliciete ondersteuning voor ‘properties’, ‘delegates’ en ‘events’ en ga zo maar door. Overigens wordt J2EE door MS van harte uitgenodigd om aan te sluiten op de nieuwe wereldstandaard: IL van Microsoft.
‘Omdat Linux langzaam NT verdringt’
Blijf maar mijmeren; het marktaandeel van NT stijgt nog steeds. Deze alinea bewijst pas hoe wanhopig iemand kan zijn. Healey praat over standaarden en noemt dan Linux, Unix, NT, met andere woorden: meerdere besturingssystemen. Als iemand werkelijk een standaard zou willen, dan moet er gekozen worden. Neem dan ook even mee dat er een forse organisatie achter moet staan om überhaupt een standaard te laten lukken. Misschien dat W3C/Ecma hem bij het maken van een keuze kan helpen. MS heeft C# en IL ter standaardisering bij de Ecma (European Computer Manufacturers Association) aangeboden
‘Uiteindelijk heeft Sun de it-industrie een slechte dienst bewezen.‘
Hoe zou die drive van Sun toch ontstaan zijn? Hadden ze de kans om een standaard te maken, gaan ze ruzie maken met ’s werelds grootste. Ik weet het wel, en hij ook. Sun is net MS, maar dan anders. Kleiner, machtelozer.
Verwarring
‘Er heerst verwarring over Java.‘
Nou, dit stukje deel ik met Healey. Een standaard maken gaat top-down: ‘first things first’. Begin dus bij het systeem dat op elk ‘device’ een luisterend oor kan zijn voor de objecten die zich, in elke gewenste vorm, aanmelden. En daar begint .Net – ook voor Healey. Belangrijk daarbij is het denken in services, waarbij functionaliteit op een generieke manier, al dan niet via internet, kan worden aangeboden. Soap (Simple Object Access Protocol (SOAP) zal dit alles mogelijk maken.
‘… een soortgelijke organisatie zou zich over Java moeten ontfermen …’
Healey en standaarden: door zo’n uitspraak is hij aardig op weg om weer een standaard met diens eigen organisatie te maken. Wat is zijn drive toch? Schuif Java gewoon onder W3C of Ecma. Sun heeft na al die jaren Java nog steeds niet uit handen gegeven. Alleen door Sun ontwikkelde technologieën en Api’s worden al in zeer rudimentaire vorm door Sun zelft tot standaard verheven. Iedereen die het hier niet mee eens is, klaagt Sun direct aan en wordt buitengesloten. In werkelijkheid is IBM al jaren de drijvende kracht achter Java en niet Sun.
‘Als het zo doorgaat bestaat het reële gevaar dat Sun […] net zo verstikkend werkt als Microsoft.‘
Een week na Healey’s artikel verschijnt op de voorpagina: Sun vervuilt Java.
Dus ook hij weet nu wie uiteindelijk de werkelijke winnaar wordt! Gelukkig maar, want dan kan de, ook door hem gewenste standaard, ontstaan.
‘Java is absoluut niet mislukt.‘
Er staat dus terecht niet dat Java gelukt is. En zo is het. En zo zal het zijn en worden. Java zal niet lukken als standaard. Anders had het de voorspelling (‘ik ben de vervanger van alle talen’) al lang geleden moeten inlossen.
Dus wie heeft er nu gewonnen: Microsoft of Sun?
Martin Healey concludeert dan: geen van beiden. Maar hij weet natuurlijk beter: J2EE zal blijven bestaan, net zoals Mac, maar .Net wordt de nieuwe standaard.
Verloren positie
Pionier Healey: het zou je sieren om uit je putje te komen, en je als oprechte pionier te oriënteren op wat er werkelijk gebeurt in de wereld, en daar dan objectief je mening over te geven. Doe wat aan de door jou gecreëerde ‘lose-lose’-situatie, dan zal ik oprecht je stukken lezen en je de credits geven die je naar mijn mening nog steeds verdient.
Twan Deibel Oss