In het achtergrondartikel ‘De Schijf van vijf’ (Computable, 11 april 2003 op pagina 23) staat volgens Robert Stockmann een aantal zichzelf tegensprekende beweringen. Reden voor hem om meer duidelijkheid in de materie te geven.
In het artikel staat: "Helaas voor de consument zijn er twee verschillende versies van de dvd-r, die zich onderscheiden door de schrijf/lees-laserkop. In de handel geeft de letter A of G aan met welke versie je te maken hebt. De dvd-r A wordt aangeduid als versie 1.0 (aangezien ze ouder is) en de dvd-r G als de algemene (General) versie 2.0, zodat de consument deze gemakkelijk kan onderscheiden. Dit is belangrijk, want de schijven kunnen wel door alle apparaten worden gelezen, maar niet door alle worden beschreven."
Conclusie : een willekeurig dvd-r schijfje kan in alle dvd-apparatuur worden gelezen.
Vervolgens lees ik: " Welk medium past bij welk apparaat?"
Het is niet makkelijk om te beslissen welk medium in welke speler of brander kan worden gebruikt. Een vuistregel voor de leesbaarheid is:
- dvd-rom’s kunnen in bijna alle dvd-apparaten worden gebruikt;
- dvd-r’s en dvd-rw’s kunnen in bijna alle -r/-rw apparaten worden gebruikt;
- dvd+r’s en dvd+rw’s kunnen in bijna alle +r/+rw apparaten worden gebruikt;
- dvd-ran’s kunnen in een paar dvd-videospelers en bijna alle andere dvd- apparaten worden gebruikt.
Tsja "dvd-r’s en dvd-rw’s kunnen in bijna alle -r/-rw apparaten worden gebruikt;" dat zal ongetwijfeld kloppen. Wat ik graag in het kader had zien staan zijn de volgende regels :
- dvd-r’s kunnen in – alle – -r/-rw apparaten worden gebruikt, én in – alle – dvd-video spelers die sinds de invoering van de dvd-rom standaard zijn verkocht;
- dvd+r’s kunnen in bijna alle +r/+rw apparaten worden gebruikt.
Lagen
Verder zijn er een aantal essentiële onderscheidingen die we bij een dvd-r(w) en dvd+r(w) schijfje moeten maken. Ze lopen hiërarchisch als een soort ISO-laag specificatie (ethernet) omhoog.
laag 0: de dye layer.
branden: de dye layer (Ritek.G03 of Ritek.G04) moet door de brander begrepen worden en in de database van de firmware van de brander staan. Tevens bepaalt dit de snelheid waarmee gebrand gaat worden.
lezen: de dye layer moet door de laser van de dvd-afspeler/lezer begrepen kunnen worden (gaatjes en putjes).
laag 1: het data formaat.
branden: je softwarepakket wat de dvd(udf)-ISO aanmaakt bepaalt dit.
lezen: je dvd-afspeler zal een aantal data-formaten moeten begrijpen, zoals het dvd-video formaat en dvd-svcd et cetera.
laag 2: de encryptie/decryptie.
branden: je softwarepakket wat de dvd(udf)-ISO aanmaakt bepaalt dit.
lezen: de dvd-afspeler zal een aantal decryptiestandaarden moeten ondersteunen. Dit wordt gewoonlijk door het (ingebedde) besturingssysteem opgelost.
laag 3: landen codes.
Regiocodes zitten blijkbaar in de firmware van dvd-spelers opgeslagen. Er zijn aangepaste flashimages waarmee de speler regiocodevrij kan worden gemaakt op firmwareniveau. Alhoewel een speler op dat niveau regiovrij kan zijn, kan bijvoorbeeld op (ingebed) besturingssysteemniveau in de driver alsnog regio selectie worden toegepast. Hiervoor is een stukje software bedacht dat op besturingssysteemniveau de regiocodeselectie omzeilt.
Verder merk ik op dat dvd-r op dit moment op 4x snelheid kan worden gebrand, wat in de praktijk neerkomt op 5400 kbytes/seconde. Dus een 4,7 GB dvd-r recordable zal in zo’n vijftien minuten tijd tot het laatste bitje vol kunnen worden geschreven.
Dvd+r is op dit moment 2,4x schijven, dus zo’n 3240 kbytes/sec. Een 4,7 GB dvd+r zal dan in om en nabij dertig minuten tot het laatste bitje vol kunnen worden geschreven.
Dat zijn zo’n beetje m’n opmerkingen over dit artikel. Ik heb zelden een artikel gezien wat zijn subtitel ‘Gebruikers raken de weg kwijt tussen alle dvd formaten’ alleen maar versterkt. < BR>
Robert M. Stockmann, Rhce Network EngineerUnix Consultant