De rel die rond de webwedstrijd Thinkquest 2000 ontstond, is nog niet geluwd. Onduidelijkheden en onjuistheden zouden Thinkquest in een verkeerd daglicht kunnen stellen. Daarom wil coach en jurylid Sjaak Jansen graag wat rechtzetten.
Naar aanleiding van het artikel ‘Webwedstrijd ontaardt in rel’ (Computable, 27 oktober) moet ons het volgende van het hart. Het artikel blinkt uit door onduidelijkheden en onjuistheden waardoor Thinkquest in een verkeerd daglicht zou kunnen komen te staan. Bij de Nederlandse wedstrijd is in feite sprake van drie wedstrijden: voor junioren (basisschoolleerlingen), voor middelbare scholieren, en voor studenten uit hbo- en universitair onderwijs en docenten. Dit onderscheid missen wij in het artikel ten zeerste.
De "rel" waarover de kop boven het stuk rept, de hoogte van de geldprijzen en het ongenoegen van een aantal mensen, had hoofdzakelijk betrekking op de wedstrijd voor docenten en studenten. Vergeleken bij het hoge niveau (niet alleen grafisch maar zeker ook inhoudelijk) staken de inzendingen in die laatste categorie nogal schraal af bij de inzendingen in de andere wedstrijden. Zo schraal dat de jury besloot de hoofdprijs van een ton niet toe te kennen. Dat er in deze categorie een aantal sites al langer op het web figureerden, heeft de jury niet belet daar ook kritisch naar te kijken. De scholierensites zijn echter alle speciaal voor Thinkquest ontwikkeld, daar zat geen oude koek tussen.
Om een site te belonen met een ton aan prijzengeld moet er aan alle criteria, die trouwens al een jaar op de site van Thinkquest Nederland (http://www.thinkquest.nl) te lezen zijn, voldaan zijn. Aan zo’n inzending moet echt met ziel en zaligheid en met passie en inzicht gewerkt zijn. Zo’n site heeft de jury niet aangetroffen bij de inzendingen van de docenten en studenten.
Ook viel het de jury op dat de inzendingen van studenten/docenten op het gebied van didactiek en interactiviteit op het Internet teleurstellend scoorden. Overigens, op de hierboven vermelde Thinkquest-site legt de jury daarover nog een verklaring af. Dat met name docenten, geconfronteerd met deze uitslag, teleurgesteld zijn is logisch. Dat zij vervolgens niet nog eens goed de criteria lezen en de hand in eigen boezem steken om het ’t volgend jaar beter te doen stelt teleur.
Positieve ervaring
Met zijn drieën, mijn collega’s Jan Zengerink (ICT-coördinator op onze school, de Katholieke Scholengemeenschap Etten-Leur), Hans le Fevre en ondergetekende, zijn we alweer vier jaar als coach en jurylid betrokken bij de Nederlandse en internationale Thinkquest-wedstrijden. Voor de duidelijkheid: wij jureren nooit in de categorie waarin onze leerlingen actief zijn.
Onze ervaringen en die van onze leerlingen zijn uitermate positief. Thinkquest prikkelt de onderzoeksdrift van onze leerlingen, zet ze aan tot samenwerken en sluit daarmee haast naadloos aan bij het onderwijs in de Tweede Fase. Dit heeft op onze school ertoe geleid de wedstrijd schoolbreed te introduceren als mogelijk onderdeel van de profielwerkstukken in de Tweede Fase.
De hoogte van de prijzen die er te winnen zijn vormen een extra stimulans, maar maken de wedstrijd zeker niet "grimmiger". Als bovendien de prijzen door drie gedeeld moeten worden, (prijzen worden uitgekeerd per team, meestal bestaande uit drie leerlingen), worden de bedragen meteen een stuk minder astronomisch…
De hoge bedragen waarover het artikel rept, waren overigens alleen maar te winnen in de docenten- en studentenwedstrijd.
Sjaak Jansen Thinkquest-coördinator Aan De Katholieke Scholengemeenschap Etten-leur