In het openingsverhaal van vorige week konden we melden dat er een rel was ontstaan rond de webwedstrijd Thinkquest 2000. De hoofdprijs van een ton was volgens de deelnemers te hoog en de kwaliteit van de inzendingen volgens de jury te laag. Volgens Ruud Kluivers, coach van een van de teams en vader van een deelnemer valt het echter erg mee.
Wat is Nederland toch een klein landje. De hoogte van het prijzengeld ter beschikking gesteld door het ministerie van OC&W voor de Thinkquest webwedstrijd zou te hoog zijn. En het educatieve gehalte van de inzendingen zou te wensen overlaten, de nadruk zou te veel liggen op flash en avi-filmpjes. Ik heb geen juryrapporten ingezien maar het lijkt me dat de beoordeling op educatieve waarde, originaliteit, design, creativiteit, Internetgebruik, interactiviteit, technische kwaliteit en auteursrecht (http://www.thinkquest.nl/jury/printpage.html) suggereert dat de juryleden naar meer keken dan alleen maar bewegende beelden.
Op geld uit
De suggestie wordt gewekt dat de deelnemers op geld uit zouden zijn en dat het educatieve gehalte van de sites te wensen overlaat. Ik heb als vader en coach van Joris (15) van dichtbij waargenomen wat hij en zijn teamgenoten hebben opgestoken van het proces dat bij het bouwen van een website nu eenmaal moet worden doorlopen. Gedurende enkele maanden werkten de teamleden aan de site. Slechts een op de drie deelnemers haalt ook de eindstreep en levert voor de deadline een werkende website in. Met hun inzending wonnen Joris en zijn internationale team de eerste prijs in de categorie 12 t/m 15 jaar, voor de website RoboWorld en dat zonder flash en avi-filmpjes. Aan de prijs, een bedrag van f10.000, worden tot mijn verbazing geen voorwaarden voor besteding verbonden. Het aandeel van Joris in de prijs zal echter een verstandige educatieve bestemming krijgen.
Het prijzengeld in Amerika voor de Internationale ThinkQuest wedstrijd ligt nog veel hoger. Het aantal inzendingen valt echter tegen. Joris was met zijn Amerikaanse teamgenoten ook ingeschreven voor de Amerikaanse variant. Enige minpuntje: de druk op Joris werd daarmee groter: Hij vertaalde niet alleen zijn eigen teksten in het Engels maar ook die van zijn teamgenoten in het Nederlands.
Overigens geruime tijd voor de finale was Joris al druk in de weer om de ‘fouten’ die hij maakte volgend jaar niet weer te maken. De motivatie om beter te leren programmeren in PHP, Javascript, het gebruik van DHTML, XML en niet te vergeten SQL heb ik hem niet opgedrongen, hij is erg gemotiveerd en heeft een doel voor ogen. Het feit dat hij beseft dat design niet zijn sterkste kant is belooft wat voor de samenstelling van het volgende team. Nu al multidisciplinair leren denken is geen vaardigheid die op de middelbare school in de praktijk wordt gebracht, maar zoals onze vakgenoten in de ICT sector weten wel uiterst nuttig en noodzakelijk. O ja, die motivatie om beter te leren programmeren speelde allemaal lang voordat de geheel onverwachte beloning in zicht was.
Niet aanwaaien
Voordat Joris zich begin dit jaar voor ThinkQuest aanmeldde had hij nauwelijks enige ervaring met het bouwen van websites of het programmeren van Javacript. Ik bedoel maar, vaardigheden komen niet aanwaaien daar moet je hard voor werken.
Als de minister met de hoogte van het prijzengeld meer inzendingen krijgt lijkt me dat een slimme en legitieme manier om de infrastructuur van kennisnet te vullen. Dat docenten niet uitblinken in computervaardigheden, laat staan bedreven zijn in het bouwen van websites verbaast toch niemand. Wat mij echter nog veel meer heeft verbaasd is dat docenten niet tot het inzicht komen dat de vaardigheden die ze missen, door anderen zijn in te brengen. Dat websites niet educatief zouden zijn, kun je kinderen nauwelijks kwalijk nemen. Ze zijn niet opgeleid tot didacticus maar leveren wel een prestatie waar kennelijk de vakdeskundigen niet aan kunnen tippen. Immers de hoofdprijs voor docenten is niet uitgereikt, de kwaliteit was te laag. Natuurlijk, dat doet pijn als je docent bent, maar het is wel eerlijk: het gaat niet alleen om de inhoud maar ook om de presentatie en de toepassing van het medium. Ik zou zeggen uithuilen, bijscholen en opnieuw beginnen.
Joris en ik zijn bereid om een spoedcursus Website bouwen te geven aan de docenten die een serieuze deelname aan de ThinkQuest wedstrijd voor 2001 overwegen. De stimulans onder leeftijdgenoten, de bewondering voor het winnen en natuurlijk ook de hoogte van het prijzengeld zorgt voor extra (media) aandacht. Me dunkt dat de docenten met een hoofdprijs van 100.000 gulden in het vooruitzicht gewoon wat beter hun best moeten doen.
Ik voorspel, mede door de aandacht voor de prestatie en de daarbij uitgekeerde beloning, meer inzendingen uit de Leidse regio. Dat de initiatieven vooral van de leerlingen zelf afkomstig zullen zijn, is vanzelfsprekend. Maar menig docent kan een hoop opsteken van het coachen van een team. Zeker als de whizzkids die kunnen lezen en schrijven met hun computers en die programmeren met Javascript, ASP en PHP iets van hun kennis op de docenten overbrengen. En als deze jochies iets niet beheersen dan struinen ze net zolang het Internet af totdat ze de gewenste informatie hebben gevonden en de technieken onder de knie hebben. Dat is een instelling die goed van pas zal komen in de verdere loopbaan, moeten wij immers niet allemaal levenslang leren.
Ruud Kluivers Coach Van Een Thinkquest-team