Dat een kwart van de ict’ers het afgelopen jaar benaderd is door een headhunter vond ik zelf niet meteen verrassend. Ik vond het wel opvallend dat het niet werkt. Het overgrote deel gaat namelijk niet eens in op het voorstel. Slechts een klein deel gaat op gesprek en een nog kleiner deel kiest voor de baan.
Het betekent dus dat je als werkgever alleen kunt putten uit de mensen die zelf ook al aan het zoeken waren, want aankloppen bij iemand die er nog niet mee bezig is geweest heeft blijkbaar niet zoveel zin. Het benaderen van zoekende werknemers is ook moeilijk. De ervaring leert namelijk dat zodra een kandidaat laat weten dat hij op zoek is naar een andere baan, als hij bijvoorbeeld zijn cv op het internet zet, de eerste werkgever al binnen tien minuten aan de telefoon hangt met een voorstel.
Kandidaten zijn ook niet stom. Zij hebben snel door dat ze geliefd zijn in de markt en kunnen daarom flink wat vragen aan voorwaarden. Tijdens interviews hoorde ik dat de vraag of de hond mee mag naar het werk, geen vreemde vraag meer is.
Het onderzoek laat zien hoe moeilijk het voor werkgevers is geworden om aan goede kandidaten te komen. Zelf benaderen werkt niet, maar ook op andere manieren zoeken wordt lastig. Echt verbazend is het daarom niet dat werkgevers hun hoop vestigen op wervingsacties en andere stunts.
Misschien moet een werkgever niet bezig zijn met werven aan de voorkant, maar de deur aan de achterkant op slot gooien. Dat kan hij doen door de werknemers tevreden te houden met goede opleidingen en secundaire voorwaarden en een goede werksfeer. Onderzoeken laten zien dat in de ict op dat vlak nog een hoop verbeterd kan worden. Dat zorgt er niet alleen voor dat het bedrijf zijn werknemers behoudt, maar leidt ook tot een beter imago. Dat kan de ict-sector zeker wel gebruiken.
Rian van Heur