Innovatie, kenniseconomie, vernieuwing, ict en andere speerpunten van overheidsbeleid, commissies, bedrijven en brancheverenigingen: Nederland wil wel, maar weet kennelijk niet goed hoe. Dit pijnpunt kwam weer eens naar boven op het door Computable en ICT~Office georganiseerde Nationaal ICT Debat vorige week vrijdag in Den Haag. Daarbij was het hoofdonderwerp de ict-arbeidsmarkt en de opnieuw dreigende tekorten daarop.
De door Felix Rottenberg geleide discussie bestreek ook aanpalende gebieden, zoals de bekende kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven. De verwijten vlogen over en weer. Industrie versus vakbond. Branche versus opleidingen. Allen versus de overheid. En natuurlijk ook allemaal vice versa. Op zich niets nieuws, zo lijkt het, maar de aanwezigen kwamen, aangespoord door een kordate Rottenberg, wel tot enkele nieuwe conclusies.
Professor Pieter Adriaans stelt dat Nederland nu echt snel moet verglazen en daar dan diensten op moet bouwen. Het eerste is jaren geleden al eens gedaan in Limburg en staat nog altijd te boek als schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Het schortte namelijk aan concrete toepassingen en diensten, waardoor het glasvezelnetwerk gedoemd was weg te rotten in de grond. Adriaans roept op tot toepassingen bovenop snelle netwerken en spiegelt voor dat Nederland dan binnen Europa een voortrekkersrol kan spelen.
Vanuit het publiek kwam de tegenwerping dat Nederland al goed voorzien is van veel breedband, waarbij koper (dsl) gewoon naast glas bestaat. Het gebrek aan applicaties zou grotendeels te wijten zijn aan de bureaucratische overheid en de eigengereidheid van gemeentes, die elk weer eigen kabels laten leggen, wat onnodig fondsen opslokt
Oud-staatsmonopolist KPN lijkt goed geluisterd te hebben; het concern kondigt aan dat het glasvezel doortrekt tot aan de wijkcentrales en zelfs tot in de woonkamers van nieuwbouwhuizen. Daarmee zijn we er echter nog niet. Een andere conclusie die Rottenberg uit de aanwezige experts en bobo’s wist te trekken, luidt dat er te veel tegen elkaar in plaats van met elkaar wordt gepraat – typisch Nederlands.