Het valt me iedere keer op. Europese systemen worden ontworpen met het oog op het gebruik en zijn er klaar voor. Systemen van andere herkomst lijken te worden ontwikkeld voor de verkoop en bevatten vaak nog veel tekortkomingen. Er wordt in het eerste jaar meer dan nodig van de beheerder verwacht.
Bekijk de documentatie van een willekeurig systeem. Een installatiehandleiding zit er wel bij. Een gebruikershandleiding ook. Een handboek voor de beheerder wordt al lastiger. En als die er is, staat er dan in hoe bijvoorbeeld een gescheiden test- ontwikkel en productieomgeving opgezet wordt? Vaak moet de beheerder dit zelf uitvinden, want de database hoort er bijvoorbeeld niet bij.
Het valt me op, dat Europeanen van te voren beter over exploitatie nadenken. Over ontwikkel- en test, over het herstel van de enkele fout die er misschien toch nog in zit. Signaleringsfuncties die vaak standaard aanwezig zijn. Ze melden wat er tijdens het gebruik met het systeem aan de hand is. Is hoge beschikbaarheid vereist, dan zijn de functies daarvoor aanwezig. Nagenoeg alle beheerprocedures zijn aanwezig en uitgebreid toegelicht.
Niet Europese systemen kennen vaker alleen beperkte beheerfuncties en bevatten daarnaast in de eerste versie relatief veel tekortkomingen. Het onderhoudspakket dat daarna verschijnt, verandert de eigenschappen in productie danig, dat de beheerder weer flink aan het werk moet.
Gaat dit onderscheid nog verder? Heeft deze aandacht voor exploitatie ook tot gevolg dat Europese systemen stabieler zijn?
Ton,
Wat je aangeeft is mijn inziens een logische redening en ik verwacht ook niet dat dit zal veranderen. Waar Americanen meer risico’s durven te nemen en Aziaten goed zijn in het kopieren van concepten en uitblinken in de qualiteit, zullen Europeanen altijd de “ja, maar…” mentaliteit uitdragen. En dit zie je dus ook in de oplossingen die wij als Europeanen naar de Markt brengen.