DEN HAAG – Rabofacet heeft een Bruikbaarheidslaboratorium ingericht. Het laboratorium is opgezet met het doel om met behulp van prototyping het gebruiksgemak van applicaties in een vroegtijdig stadium van het ontwikkelproces te analyseren. Daarom wordt het testcentrum gezien als een nuttig element in de rad-aanpak (rapid application development) die de Rabobankorganisatie hanteert bij het ontwikkelen van kleinschalige programma’s.
Volgens Jan Willem Slijper, manager van de adviesgroep Spectrum binnen Rabofacet, levert het testen van prototypen in het Bruikbaarheidslaboratorium objectieve gegevens op over noodzakelijke verbeteringen en aanpassingen aan de gebruikersinterface van een applicatie.
De testen worden uitgevoerd met maximaal vier toekomstige eindgebruikers in een situatie die de realiteit zo veel mogelijk benadert. Vertegenwoordigers van ondermeer het ontwikkelteam en de afdeling die de opdracht voor de bouw van het systeem heeft gegeven, volgen de testen. Er wordt een logboek bijgehouden van de geconstateerde problemen bij het uitvoeren van de opdrachten. Dit dient als basis voor de discussie tussen de ontwikkelaars en de opdrachtgevers over het aanbrengen van aanpassingen en wijzigingen in het oorspronkelijke ontwerp.
Zes weke overleg
Het testen van het prototype past in de rad-aanpak waarvoor de Rabobank heeft gekozen om snel applicaties te ontwikkelen. In deze aanpak wordt eerst een algemeen systeemconcept opgezet en worden de incrementen gedefinieerd. Het prototype is het resultaat van het overleg, waarvoor maximaal zes weken wordt uitgetrokken, tussen het ontwikkelteam en de gebruikersafdeling. De testkosten variëren van 7000 tot 30.000 gulden. In het vervolg van het project worden geen prototypen meer uitgetest.
Slijper sprak vorige week op een bijeenkomst van het Brits/Belgische adviesbureau OTR Group, die gewijd was aan praktijkervaringen met rad. Volgens Slijper kenmerkt een rad-aanpak zich door het werken met kleine ontwikkelteams (zes tot tien mensen), stringente tijdslimieten (tijdboxen van zes tot dertien weken), korte doorlooptijden (maximaal één jaar), actieve gebruikersparticipatie en prototyping. Speciale rad-tools zijn niet echt nodig, maar kunnen -vooral ten behoeve van de documentatie- wel een goede ondersteuning bieden. Binnen Rabofacet wordt gebruik gemaakt van Powerbuilder/Powertool S-Designer met Sybase.
Tijdboxen
De rad-aanpak levert volgens Slijper goede resultaten op bij kleinschalige projecten die niet al te zeer afhankelijk zijn van de aanwezige infrastructuur. "In de praktijk blijkt rad vooral nuttig te zijn, wanneer er onduidelijkheid bestaat over de functionele specificaties van een te bouwen applicatie. De vraag hoe de gebruikers met het nieuwe systeem omgaan, kan immers in een vroegtijdig stadium worden beantwoord, terwijl het werken met tijdboxen ervoor zorgt dat die onduidelijkheden niet uitmonden in het overschrijden van tijdslimieten." Wel wijst de praktijk uit dat systeemontwikkelaars moeten wennen aan het werken met strakke tijdschema’s, terwijl het vinden van kwalitatief goede gebruikers die in een project kunnen en willen deelnemen, ook enige problemen kan opleveren.
Hoewel Slijper ervan overtuigd is dat systeemontwikkeling met een rad-aanpak sneller, slagvaardiger en goedkoper is dan volgens de traditionele ontwikkelmethodieken, zijn er binnen Rabofacet nog onvoldoende kengetallen voorhanden om deze bewering te staven. "Van de rad-projecten die we tot nu toe hebben uitgevoerd, hebben de systeemontwikkelaars gezegd, dat ze met de traditionele methoden moeilijk te realiseren zouden zijn geweest. De gebruikersorganisaties hebben een offerte gekregen die niet duurder was dan ze in gedachten hadden. De systemen voldoen volledig aan de verwachtingen van de eindgebruiker. Dat zijn voor mij voldoende redenen om de rad-aanpak binnen onze organisatie als succesvol te betitelen", aldus Slijper. CZ