De grootste leverancier van bibliotheekboeken in Nederland NBD/Biblion voorziet alle nieuwe boeken standaard van een radiochip. Het staat de bibliotheken vrij om daar gebruik van te maken.
Hoogezand-Sappemeer Biblionet Groningen heeft als eerste bibliotheekcentrale in Nederland een provinciebreed- en dekkend contract afgesloten voor zelfbedieningsbalies. Bij Biblionet zijn bijna zeventig bibliotheken aangesloten, waaronder die in Groningen stad. De overeenkomst is afgesloten met 3M Nederland, de leverancier die ook in de arm is genomen voor het rfid-pilotproject in de bibliotheek van Hoogezand-Sappemeer. Het systeem werkt met chips en barcodes, zodat het systeem gefaseerd ingevoerd kan worden. Het contract houdt, behalve de invoering van zelfbediening en van handscanners voor collectiebeheer, ook in dat 3M Nederland onderzoekt hoe de bibliotheekautomatiseringssystemen gekoppeld of geïntegreerd kunnen worden met nieuwe sorteer-, betaal- en beveiligingssystemen. De eerste bibliotheek die op het nieuwe systeem overgaat is die van stad Groningen. Naast Groningen hebben ook bibliotheken in Eindhoven en Heiloo de technologie ver ingevoerd. |
Speldenkop
Sinds zomer vorig jaar voorziet het bedrijf op eigen kosten alle boeken standaard van een radiochip. De chip zelf is niet groter dan een speldenkop. Het is samen met de antenne verwerkt in een papieren label ter grootte van een smartcard. Dit label is achter in het boek geplakt. Door de hoge 1365 MHz frequentie die gebruikt wordt is de radiochip op een meter afstand te lezen. “Dit is nodig om de chip niet alleen voor de identificatie van boeken te kunnen gebruiken, maar ook als hulpmiddel tegen diefstal. Dan heb je op zijn minst een meter nodig; de gemiddelde afstand tussen detectiepoortjes in bibliotheken”, aldus De Gier.
Het staat de bibliotheken vrij om deze technologie al dan niet te gebruiken. NBD/Biblion neemt de kosten voor de ontwikkeling van deze chips en het aanbrengen daarvan op nieuw uitgegeven items op zich. “Op de ledenvergadering van de Vereniging van Openbare Bibliotheken kregen we een staande ovatie voor dit initiatief. Bibliotheekdirecteuren zijn enthousiast over de mogelijkheden van de technologie. Strikt genomen zijn de investeringen in rfid-technologie van NBD/Biblion op dit moment een marketinginstrument”, zegt De Gier. Zelf gebruikt het bedrijf de radiochips nog niet bij de productie of de distributie van boeken.
Bibliotheken zullen zelf investeringen moeten doen in leesapparatuur, zelfbedieningstafels en koppelingen met de eigen databases. De Gier en Tiebout verwachten dat veel bibliotheken die stap zullen willen nemen ook al hikken zij tegen een begininvestering van minstens twintigduizend euro aan. Uit de verschillende proeven van openbare bibliotheken in Nederland, waaronder in Hoogezand-Sappemeer en in Eindhoven met rfid blijkt dat de kosten met 30 tot 40 procent te verlagen zijn.
Naast de vermindering in handelingen bij de balie kunnen bibliotheken met radiochips ook andere handelingen sneller uitvoeren. Zo kost het toekennen van een barcode aan een boek of cd meer moeite, dan het introduceren van nieuw materiaal met een radiochip, omdat deze al van de juiste codering is voorzien. Ook zijn radiochips handige hulpmiddelen bij de inventarisatie van een bibliotheekcollectie. Door een chiplezer op de rekken met boeken te richten zijn fout geplaatste exemplaren eruit te halen. Ook is er aanvullende informatie over de collectie te verzamelen. Zo valt ook af te lezen hoe vaak boeken uitgeleend zijn geweest. “De chiplezer kan gouden speelgoed worden voor de bibliothecaris”, zegt Tiebout.
Hij verwacht niet dat de introductie van de technologie tot een ontslaggolf bij de bibliotheken leidt. “Bibliotheken zullen deze besparing inzetten om hun dienstverlening te verbeteren bijvoorbeeld door de openingstijden te verruimen. Daar hebben ze nu niet de middelen voor”, aldus De Gier. Vooral de grotere bibliotheken zullen met rfid aan de slag gaan, denkt hij. NBD/Biblion schat dat over drie jaar 25 tot 30 procent van de ongeveer vijfhonderd openbare bibliotheken in Nederland rfid-technologie zullen gebruiken. Dat zullen voornamelijk de grotere bibliotheken zijn. De bibliotheken in Amsterdam, Utrecht en Haarlem hebben concrete implementatieplannen.
Voorwaarden
Er is veel aan gedaan om de voorwaarden voor invoering van rfid in de bibliothekensector zo gunstig mogelijk te maken. Zo is de invoering van de radiochiptechnologie in de bibliotheken is met standaarden omgeven. Vorig jaar heeft de Vereniging van Openbare Bibliotheken een uniform datamodel bepaald voor de databank waarin is vastgelegd om welke informatie het gaat en op welke wijze die op de chip wordt vastgelegd. Deze standaardisering biedt veel voordelen. Rfid-leveranciers krijgen maar met één systeem voor bibliotheekinformatie te maken. Er is nu een standaard protocol dat informatie uit de chip doorsluist naar de zes in Nederland gebruikte bibliotheeksystemen. “Al met al is het een vrij overzichtelijke keten waarin goed afspraken over vernieuwingen te maken zijn”, aldus Tiebout.
Dezelfde standaardiseringexercitie is ook uitgevoerd met radiochips. De Vereniging van Openbare Bibliotheken heeft een generiek plan van eisen opgesteld en de codering en andere technische eisen aan de radiochips strikt in de hand gehouden. De rfid-labels, waar de bibliotheken straks mee gaan werken, krijgen niet het unieke nummer dat de fabrikant aan de chip toekent mee, maar een nummer uit een door de vereniging gecontroleerde reeks. Ict-toeleveranciers kunnen via een standaardprocedure om toekenning van een codereeks vragen.
De reden hiervoor is dat leenitems soms uit meerdere delen bestaan, die hun code moeten delen. Dat kan niet met de unieke, willekeurige code die de fabrikant aan de chip toekent. Daarnaast wil de brancheorganisatie voor openbare bibliotheken de uitgifte van deze codes strikt in de hand te houden om een herhaling van de bestaande wildgroei in barcodesystemen te voorkomen. Unieke codering zal in ieder geval het leenverkeer tussen verschillende bibliotheken vergemakkelijken.
Ook in rfid-chiptechnologie zelf zijn inmiddels de eerste standaarden een feit. De chip van Philips-fabrikaat, die NBD/Biblion gebruikt, voldoet aan een iso-standaard. Eerder al sprak dit concern samen met Texas Instruments een standaard af voor deze chips. Inmiddels worden deze chips steeds goedkoper. De Gier en Tiebout schatten dat de kostprijs in een half jaar tijd gehalveerd is tot minder dan 40 eurocent. Uit testen van TNO is gebleken dat de chip tien jaar meekan zonder dataverlies. Daarnaast kan het een persgewicht van achthonderd kilo aan.
Ook aan het productieproces van de labels is veel verbeterd. NBD/Biblion heeft zelf de labelmachines ontwikkeld waarmee de chiplabels in de boeken worden aangebracht. “Toen we in 2000 met radiochips begonnen te experimenteren waren er allemaal verschillende bedrijfseigen oplossingen. De integratie van de chip op het label, de koppeling met de antenne en het aanbrengen van de lijmlaag was een proces dat nog uitgewerkt moest worden. Soms moest een leverancier de juiste richting opgeduwd worden. 3M bijvoorbeeld was er in het begin helemaal niet van overtuigd om de radiochip ook voor diefstalbeveiliging in te zetten. Het zou de magneetstrip die zij daar tot dan toe voor hanteerden overbodig maken”, aldus Tiebout.
Eigen proces
NBD/Biblion studeert nog op gebruik van rfid-technologie in zijn eigen productie- en distributieproces. Nu wordt er bij het verpakken van titels in dozen op pallets een controle door middel van gewicht uitgevoerd. Bij het tellen van items op pallets in de expeditieruimte gaat nog wel eens wat mis, zodat het overnieuw moet. “Als je de gewichtscontrole zou kunnen vervangen door een controle op de werkelijke titel door het scannen van de chip in het boek, dan zou je een veel snellere en nauwkeurige controle krijgen. Je zou zelfs het sorteren van het materiaal naar klant aan de hand van de codes verregaand kunnen automatiseren”, zegt Tiebout.
Probleem is dat voor dit soort toepassingen nog geen standaardproducten op de markt zijn. Het bedrijf is zich aan het oriënteren op antennes die chips in grote hoeveelheden goed uit kunnen lezen. “Voor dit soort toepassingen heb je waarschijnlijk toch een soort tunnelantenne nodig die lijkt op een röntgenapparaat op vliegvelden. Zo’n opstelling zul je nodig hebben om onnauwkeurigheden in het uitlezen van grote stapels dunne boekjes, die we toch wel verwachten, te kunnen voorkomen. Dit soort praktijkervaring hebben we nog niet opgedaan. Daarnaast zijn er nog geen koppelingen met de bedrijfsapplicaties gemaakt”, aldus De Gier. Hij verwacht dat NBD/Biblion pas tegen 2005 hier echt werk van kan maken.< BR>