Banken willen hun transactieverwerking herinrichten. Dat geldt niet alleen voor het internationale berichtenverkeer, maar ook voor de achterkant van de bank: de gegevensverwerking. Het duurt niet lang meer voordat de eerste pure specialist in bankprocessing zich meldt.
Sinds 1982 is het volume van bancaire transacties sterk gegroeid", vertelt Martijn Rom Colthoff, consultant financiële dienstverlening bij Cap Gemini. "Het effectenverkeer groeit in ons land met zo’n 20 procent per jaar, en is er internationaal zelfs sprake van een verdubbeling iedere drie jaar. Voor het internationale betalingsverkeer geldt een jaarlijks groeipercentage van zo’n 10 à 15 procent. Oorzaken zijn de economische groei, de euro en de internationalisering bij banken."
Het verwerken van transacties is echter nog sterk voor verbetering vatbaar. Zo verloopt bij de afhandeling van internationale effectentransacties slechts zo’n 80 procent van de ongeveer 300.000 transacties per dag foutloos. Veel fouten treden op tijdens het handmatig invoeren van de orders in de computersystemen. Het gaat vooral mis bij gecompliceerde opdrachten, waarbij uiteenlopende aandelenpakketten op verschillende beurzen moeten worden gekocht en de verwerking via diverse afreken(settlement)-systemen verloopt. "Al met al kost dit de internationale bankwereld minstens zo’n twee miljard euro aan extra kosten", schat Rom Colthoff in.
Tegenpartij
Tegelijkertijd maken de centrale banken, zoals de FED en de ECB, zich bezorgd over de hoogte en het oplopen van het zogenaamde counterparty-risico. Dit is het risico dat ontstaat als banken op elkaar vorderingen hebben zolang de transactie nog niet is afgewikkeld.
"Het duurt nu drie dagen voordat een effectentransactie is afgehandeld. De eenvoudigste manier om het counterparty-risico te verminderen is om deze transacties sneller af te handelen. Maar dan moet wel eerst de fout-ratio omlaag. Anders wordt die alleen maar groter", meldt Rom Colthoff.
Een aantal grote banken en brokers staken in 1998 de koppen bij elkaar. Zij hebben de Gstpa opgericht: de Global Straight Through Processing Association. Doel ervan is het ontwikkelen van een zogeheten transaction flow manager (TFM) om de berichtenstroom tussen banken te begeleiden. Volgens Rom Colthoff werkt dit als volgt: "Bij een internationale effectentransactie stuurt een financiële instelling een bericht naar TFM met daarin informatie over de order en de settlement (afrekening). De tegenpartij stuurt eenzelfde bericht. TFM vergelijkt de berichten en stuurt ze door als ze overeenkomen. Kloppen ze niet, dan krijgen de instellingen hierover een seintje."
De Gstpa werkt via het straight through processing-principe. Het idee erachter is dat één systeem andere systemen in de gaten houdt en deze indien nodig via messaging aan het werk zet. Een consortium, met onder andere het bancaire netwerkbedrijf Swift, de IT-leverancier van de Zwitserse effectenbeurs Sega Intersettle en de softwaremaker Teknosoft, bouwt het TFM-systeem. Het berichtenverkeer verloopt via het eind dit jaar operationele nieuwe Swift Net, dat is gebaseerd op het gebruik van TCP/IP-protocollen met XML als standaard.
Tijdsverschil
Een ander initiatief van de internationale bancaire wereld is de oprichting van de CLS Bank in New York om treasury-transacties af te handelen. Ook hiervoor was de aanleiding het verkleinen van het counterparty-risico, dat ontstaat door de wereldwijde tijdsverschillen. Een Nederlandse bank bijvoorbeeld, krijgt – nadat het guldens heeft gestort bij een Amerikaanse bank – dikwijls pas uren later zijn dollars. Er staan zo ettelijke miljarden open, puur door tijdsverschil, waarbij in dit geval de bank het risico loopt – zij het miniem – dat de tegenpartij niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. In de nieuwe situatie beschikken de deelnemende banken over een multi-valuta rekening bij de Continuous Linked Settlement (CLS)-bank. Ze sturen de CLS Bank een bericht over een valuta-transactie die de bank in een keer afhandelt, mits er voldoende saldo aanwezig is.
Het project heeft echter vertraging opgelopen. Pas in de loop van 2001 zullen de eerste proefprojecten plaatsvinden. IBM heeft het projectmanagement in portefeuille en levert de hard- en software; het Franse Atos maakt de gebruikersinterfaces. De CLS Bank zal net als de Gstpa gebruikmaken van Swift Net.
Standaard
Internationale samenwerking leidt onontkoombaar tot meer standaardisatie. Als banken zich aansluiten bij de Gstpa of de CLS Bank zullen ze hun gegevens op een gestandaardiseerde manier moeten aanleveren. Leveranciers van middleware-oplossingen, zoals Tibco, Wilco, Neon, Mpct en Fundtech, spinnen hier garen bij. Op de vraag waarom banken nu pas het internationale transactieverkeer willen verbeteren, antwoordt Rom Colthoff dat daarvoor twee oorzaken zijn aan te wijzen. "Het was technologisch gezien niet eerder mogelijk en de structuur van banken is veranderd." Met dat laatste doelt de consultant op de toenemende internationalisatie maar ook op ontvlechting tussen de voorkant (verkoop en producten) en de achterkant (transactieverwerking) van de bank. "Vroeger vormde de processing voor banken nog een concurrentie-aspect en ontvingen klanten veel meer afschriften. Tegenwoordig concurreren ze liever op verkoopkanalen en productontwikkeling en laten ze klanten zelf hun informatie ophalen via e-banking pakketten en internetportalen."
Het verwerken van transacties wordt een standaardproces. Het zal voor banken steeds minder uitmaken wie de ‘mips’ levert: als het maar goed en efficiënt gebeurt. Rom Colthoff verwacht dat sommige banken zich zullen specialiseren in het verkopen van transactieverwerkings-capaciteit aan anderen, zoals kleinere banken en nieuwe internetbanken.
Ian Lynch, analist van de Gartner Group, verwacht zelfs een groei in het aantal uitbestedingscontracten. "Banken hebben steeds minder reden om een eigen IT-organisatie in huis te houden. Ze beschikken immers ook niet over een telecomafdeling die kabels legt. De processing zal niet meer in eigen datacenters gebeuren, maar steeds anoniemer bij IT-partners."