De verkoop van het rekencentrum Accu aan Cap Gemini heeft anderhalf jaar na dato geen navolging gekregen bij andere universiteiten. Sterker nog, de positie van universitaire computercentra lijkt minder omstreden dan ooit. Wel laten de bestuurscolleges zich vaker adviseren door een apart benoemde IT-directeur.
Dat de Universiteit Utrecht met de verkoop van het Accu zijn ICT de deur uit deed, zorgde in het begin voor onrust bij de andere universitaire rekencentra, zegt Wopke Veenstra, directeur van het Nijmeegs Universitair Centrum Informatisering en voorzitter van de CVdur (Coördinatie Vergaderingen Directeuren Universitaire Rekencentra). "Maar die onrust is weggeëbd. De positie van universitaire rekencentra staat altijd ter discussie. Maar op dit moment zijn de banden met de universiteiten sterker dan ooit."
Eric Sol, directeur ICT Servicecentrum van de Universiteit Maastricht, bevestigt dit beeld. "Universiteiten staan aan de vooravond van grootschalige ICT-ontwikkelingen in het onderwijs. Daar willen ze met hun neus bovenop zitten." Naast ICT in het onderwijs spelen andere brandende onderwerpen een rol, zoals Gigaport, het onderhouden van het campus-netwerk, elektronische diensten, dynamische website-ontwikkeling en -hosting en de modernisering van administratieve systemen.
Een rondje langs de universitaire computercentra leert dat er nergens verkoopplannen à la Accu bestaan. Eensluidend stellen de managers dat hun universiteit ICT als kerncompetentie beschouwt en daarom niet op afstand en via een strak kostenbeheersingsmodel kan worden bestuurd. Toch hebben enkele universiteiten wel voor een strakkere regievorming gekozen en op bestuursniveau informatiemanagers benoemd die colleges adviseren over ICT-zaken. In Utrecht, Amsterdam (UVA), Delft, Leiden, Eindhoven en Wageningen zijn zulke posten gecreëerd; in Maastricht staat er een op stapel. Het Rekencentrum ICT in Groningen heeft in de persoon van professor Wim Liebrand zelfs een gecombineerde hoogleraar-directeurs-functie. Saillant is dat de Katholieke Universiteit Nijmegen een soortgelijke post al weer heeft afgeschaft. De directeur van het rekencentrum – op dit moment Veenstra – is opnieuw verantwoordelijk voor het ICT-beleid en de uitvoering ervan.
Dissonant
Alleen Peter Schelleman, die als IT-directeur het college van bestuur van de Universiteit Utrecht adviseert, laat een dissonante stem horen. Hij ziet juist bij sommige universiteiten een afstand tussen de rekencentra en de bestuurscolleges over de invulling van het IT-beleid. "Deze colleges geven aan niet precies te weten wat rekencentra doen. Hun ontwikkelingsplannen zijn veelal technologie-gedreven en daarom moeilijk beoordeelbaar. Daarnaast zijn er reorganisaties en bezuinigingen die de rekencentra opgelegd krijgen."
De universitaire computercentra rekenen zelf nauwelijks meer. Dat laten ze over aan de faculteiten of in supercomputers gespecialiseerde instituten zoals Sara. Tekenend is de reorganisatie die de Informatiseringsgroep van de Universiteit Leiden vanaf eind 1999 heeft doorgemaakt, waarbij het mainframe geheel is ontmanteld. Schelleman: "Als rekencentra de administratieve systemen en de netwerkdiensten goed beheren, hebben ze een concreet nut voor CVB’s. Doen ze dat niet, dan komt hun positie onder vuur te liggen, zoals ook in het buitenland gebeurt." Hij verwacht dat de netwerkdienstverlening onder druk komt te staan door de oprukkende telecom-bedrijven.