In het artikel ‘Vluchten kan niet meer’ van Cok de Zwart (Computable, 13 augustus) mis ik iets.
Uit vaktechnisch oogpunt ben ik zeker ook geïnteresseerd in de argumenten die gepleit hebben voor de uiteindelijke keuze: mainframe of client-server? Waarop was de conclusie van Berenschot gebaseerd: op eigen inzicht, of op de praktische situatie? Ik ben niet voor of tegen één van beide, maar benieuwd naar de feiten. De meningen over het thema ‘mainframe of client-server’ zijn in ons vak namelijk niet onverdeeld.
Frank Bos, Leiderdorp
Naschrift
Voor zover ik in mijn aantekeningen van het interview met Gerret Goossen kan nagaan, ging de discussie indertijd niet over de vraag of er voor een client/server-, dan wel mainframeplatform moest worden gekozen. Er is gekeken naar de functionaliteit van de applicaties. Wel is van meet af aan gezegd dat er geen ‘best of breed’-oplossing mocht komen. Toen de verschillende back- en front-office applicaties naast elkaar werden gelegd (Goossen spreekt van ‘een digitale beslissing’), bleken die van Arke beter, sneller en goedkoper in onderhoud te zijn. Niet omdat ze op client/server gebaseerd zijn, maar omdat Arke zijn programmatuur recent had herschreven, terwijl Holland International net aan een vernieuwingsslag was begonnen. Daar kwam bij dat de systemen Tropics en Highline van Holland International hoogstwaarschijnlijk niet op tijd millenniumbestendig zouden zijn geweest. Het kan zijn dat het recht van de sterkste een rol heeft gespeeld (Holland International werd ‘gewoon’ overgenomen). Het kan ook zijn dat de informatie enigszins gekleurd is door de bril van Goossen. Hij is immers de geestelijk vader van de Arke-systemen. Maar toch …
Overigens had ik met het verhaal niet de intentie de voors en tegens van het mainframe- en het client/server-platform te beschrijven. Het was mij te doen om de vraag hoe in een fusieproces met IT kan worden omgegaan. Dat is een onderwerp dat in het algemeen zwaar wordt onderschat, van grote invloed kan zijn op het succes van een fusie en desondanks nauwelijks in fusiebesprekingen aan bod komt.
Cok de Zwart