Hoe staat Nederland er na de millenniumwisseling voor? Robert van Weperen is er niet gerust op. De co-auteur van het populistische boekwerkje ‘De millenniumbom’ schetst een dag uit het leven van Ineke.
Nederland heeft tien zware dagen achter de rug. ‘Nog achtenveertig uur’, denkt Ineke, ‘dan mag ik weer naar mijn werk!’ Het zweet staat op haar voorhoofd als ze eindelijk het loodzware luchtbed richting badkamer heeft versleept.
Het water dat uit het luchtbed stroomt is bruin, constateert Ineke geschrokken. En verdomd, het ruikt ook nog naar rubber. ‘Hiermee had ik mij in leven moeten houden? Water met stukjes luchtbed?’, vraagt zij zich hardop af. ‘Ik had nog liever mijn eigen urine gedronken. Zoals ze dat in spannende boeken doen.’ Ze glimlacht. Haar gevoel voor humor heeft de millenniumwisseling in ieder geval overleefd.
De jonge communicatie-adviseur mag niet klagen. Net als de drinkwatervoorziening heeft ook de gastoevoer de afgelopen dagen niet gehaperd. De oude kranten en tijdschriften – een gigantische stapel millennium-bijlagen – bedoeld voor de open haard blijken overbodig. Evenals de berg hout die metershoog staat opgestapeld op het kleine balkonnetje. Half december heeft ze de eiken stammetjes tegen een woekerprijs gekocht. Toch heeft ze geen spijt van deze – naar nu blijkt overbodige – maatregel. Haar vriendin Bertine bijvoorbeeld had wel degelijk raad geweten met de stapel brandhout. Zij zat met tienduizenden andere Nederlanders vijf dagen in de bittere koude omdat een belangrijke aftakking van het gasnet geblokkeerd bleek. En omdat zij net als vele andere gezinnen haar huis niet had kunnen verwarmen, knapte bij haar ook nog eens de waterleiding. ‘Ik ben bang dat ik ook een beetje stink’, had ze gezegd, toen ze elkaar eindelijk telefonisch hadden kunnen bereiken. ‘Hier hebben alleen de parfumfabrikanten profijt van het millenniumprobleem.’
Maar ook Ineke heeft nog last van het millennium-monster. De talloze stroomonderbrekingen in Noord-Holland verstoren in ernstige mate de productie en distributie van voedsel. Bijgevolg is het winkelaanbod aanzienlijk soberder dan normaal. In de supermarkten is uitsluitend volle melk en volle yoghurt te koop. Alle magere en fruitvarianten ontbreken. De bakker levert alleen nog een ‘heel wit’ of een ‘heel bruin’. Ineke rekent deze ’tegenvallers’ nog altijd onder de categorie ‘millennium-ongemakken’. Maar niet iedereen stelt zich zo flexibel op. Er wordt steen en been geklaagd.
Verkleumde militairen
De ontgoocheling neemt af en toe extreme vormen aan: in het journaal is alleen nog maar de voice over van Pauline Broekema te horen. Zij brengt het grote en vooral kleine leed met een flinke snik in de huiskamers. Het is een schande dat de regering ‘niets doet’ en dat het treinverkeer ‘enorm vertraagd’ is. Echt ‘onverteerbaar’ is voor velen het feit dat ‘de eigen auto’ niet gebruikt mag worden. Dit, zo meldt de overheid, om essentiële diensten als leger, politie, bussen, vrachtvervoer en ’techneuten’ � snelle automatiseerders in grote lease-bakken � ruim baan te geven.
Maar ook Ineke baalt af en toe stevig van de stroomstoringen omdat zij een belangrijk deel van haar professionele en privé-leven afhandelt via Internet. Regelmatig gaat haar ISDN-verbinding plat of is haar Internetprovider uit de lucht. Gelukkig heeft ze speciaal voor de gelegenheid een extra account genomen; dit vergrootte haar kans op contact met de buitenwereld aanzienlijk.
Lodewijck – een lieve ex – had de zaken nog rigoureuzer aangepakt. Moest hij eerder niets hebben van ‘die paranoïde programmeurs’ die zich massaal onder de grond nestelden, eind november brak er iets in hem. In Texas voegde hij zich bij een groep ‘millennium-ontduikers’. Samen met negentien jongens – geen meisjes want die zouden de omstandigheden alleen maar verzwaren, zo was de gedachte – sloot hij zich half december af van de buitenwereld. In een bunker, volgestouwd met voedsel, communicatie-apparatuur en wapens ‘voor zelfverdediging’. Via Internet had Ineke regelmatig contact met hem. Op derde kerstdag mailde Lodewijck dat naar zijn idee ‘het einde van de wereld nabij was’. 31 December, vlak na middernacht, viel de stroom uit. Enkele uren later werkte – door een technisch mankement – ook het noodaggregaat niet meer. Een van de groepsleden wilde voor spare parts niet naar buiten en wijzigde in paniek de cijferslotcombinatie op de toegangsdeur. ‘Niemand verlaat de bunker’, schreeuwde hij met overslaande stem. Pas na vijf dagen werden de inmiddels wanhopige jongeren door de brandweer bevrijd.
Nieuwjaarskaarten
Behalve persoonlijk leed, is er ook veel groot leed. CNN doet vanuit alle delen van de Westerse-wereld verslag van de chaos die is ontstaan nu miljoenen mensen hun salaris niet uitbetaald krijgen. Het chartale geld is op. De ruilhandel is terug van weggeweest. Uit Azië komen vooral berichten over de gevolgen van langdurige stroomstoringen. De drinkwatervoorziening stokt; water is ‘op de bon’. Gelukkig lijdt men niet onder extreme kou; de temperaturen liggen voor het grootste deel ver boven de vijftien graden.
Over twee dagen, woensdag, gaat Ineke weer aan het werk. Haar bedrijf mag, als één van de eerste, de activiteiten voorzichtig opstarten. Veel openbare voorzieningen draaien nog altijd op halve kracht, zodat de herstart van de BV Nederland gefaseerd wordt. Ineke heeft er zin in. De nieuwste romans van De Winter, Grunberg en Rascha Peper staan uitgelezen in de boekenkast. En nu de postzegel niet langer als substituut voor het opgeraakte wisselgeld dient, kan ze misschien deze week nog de gigantische stapel nieuwjaarskaarten op de bus doen. Nooit eerder had ze zo veel tijd om werkelijk al haar vrienden en familie een voorspoedig ’00 te wensen.
Robert van Weperen schreef samen met Yvette Cramer het boek ‘De Millenniumbom’.