Het ministerie van Defensie denkt nog 635 miljoen gulden kwijt te zijn aan de oplossing van de millennium-problematiek. Koploper is de landmacht met 268 miljoen, gevolgd door de luchtmacht met 131 miljoen.
Deze bedragen zijn opgenomen in de begroting voor de periode 1998 tot 2000. Hieronder vallen alle uitgaven voor detectie, analyse, reparatie en testen van de aanwezige objecten. Ook uitgaven voor reparatie en vervanging van ingebedde software zijn meegenomen. Defensie is koploper wat betreft uitgaven.
214.881
Dit ministerie streeft ernaar de geautomatiseerde systemen die van belang zijn voor de inzet van de krijgsmacht en voor een doeltreffende bedrijfsvoering tijdig 2000-bestendig te maken. Het aantal objecten met een mogelijk probleem is dit jaar vastgesteld op 214.881. Daarbij zijn in de gehele organisatie alle objecten geïnventariseerd. Het hoge aantal objecten bij Defensie hangt grotendeels samen met de gehanteerde definitie van het begrip ‘geautomatiseerde systemen’. De diverse ministeries hanteren verschillende definities. Binnenlandse Zaken bijvoorbeeld komt tot 747 objecten.
Bij de oplossing van het 2000-probleem loopt Defensie achter op het schema. Het ministerie heeft zich verkeken op de omvang van het probleem. Bovendien verstrekken leveranciers de benodigde gegevens soms niet tijdig. Minister De Grave noemt het zorgwekkend dat leveranciers soms niet reageren of geen volledige informatie verstrekken. Vaak leidt dit tot extra werk, wat vertraging veroorzaakt.
Ook bij de reparatie van vitale systemen kampt Defensie met een achterstand. Soms is het niet mogelijk bepaalde objecten gelijktijdig aan te pakken vanwege hun onderlinge afhankelijkheid. Bepaalde projecten vragen meer tijd doordat de overheid rekening moet houden met de aanbestedingsregels van de Europese Unie.
Defensie vitale sector
De ministerraad heeft de krijgsmacht aangemerkt als een maatschappelijk vitale sector die bij de eeuwwisseling ongestoord moet blijven functioneren. De gevechtskracht, de hulpverlening bij nationale rampen en de deelname aan crisisoperaties mogen er niet onder lijden. Hoge prioriteit hebben de kustwacht, de grensbewaking, reddingstaken, de luchtverkeersbeveiliging, de Defensie-pijpleiding en calamiteitenhulp. De sensor-, wapen- en commandosystemen, en de inlichtingen- en communicatiesystemen van de krijgsmachtsonderdelen zijn noodzakelijk voor de instandhouding van de gevechtskracht. Lastig is dat sommige leveranciers pas in het voorjaar van 1999 verklaringen van 2000-bestendigheid kunnen afgeven. n
Overzicht millenniumuitgaven Defensie 1998 tot en met 2000 (in miljoen gulden)
Onderdeel | Bedrag |
Koninklijke Landmacht | 268,1 |
Koninklijke Luchtmacht | 131,0 |
Koninklijke Marine | 81,5 |
Defensie agentschappen | 59,4 |
Projectbureau millennium defensie | 25,0 |
Kerndepartement en MID | 22,5 |
Koninklijke Marechaussee | 19,6 |
Defensie Interservice Commando | 15,9 |
Infrastructuur en installatie | 12,0 |
Totaal | 635,0 |
Migratie defensie-net valt tegen
De bouw van het geïntegreerde netwerk om de communicatie binnen de Nederlandse krijgsmacht te verbeteren, kampt met vertraging. Uit de Defensie-begroting blijkt dat Nafin (Netherlands Armed Forces Integrated Network) ook in 1999 nog niet volledig operationeel zal zijn.
Een belangrijke oorzaak hiervan is dat de migratie van het Defensie Datacommunicatie Netwerk (DDN) naar Nafin minder snel verloopt dan gedacht werd. Daarnaast zal het glasvezelnetwerk naar verwachting pas vanaf 2000 volledig worden benut.
Aanvankelijk was het de bedoeling om Nafin begin dit jaar volledig productief over te dragen aan de Defensie Telematica Organisatie (DTO). DTO is het nieuwe facilitaire ICT-bedrijf van Defensie. Sinds begin januari werkt deze organisatie als een agentschap dat Defensie producten en diensten levert op basis van tarieven. Tussen DTO en haar afnemers bestaat een zakelijke relatie.
Het bedrijfsmatiger opereren moet de efficiëntie verhogen. Dit jaar moet DTO een doelmatigheidswinst van vijf miljoen gulden bereiken. Voor 1999 ligt dat bedrag op vijftien miljoen en daarna op dertig miljoen per jaar. DTO haalt een ‘omzet’ van ongeveer vierhonderd miljoen per jaar. Om goedkoper te kunnen werken, wordt het aantal locaties beperkt. Ook zal meer integratie plaatsvinden binnen productie-afdelingen.