Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft al een deel van de extra zeventig miljoen voor ICT in het onderwijs vrijgemaakt voor dit jaar. Deze twintig miljoen gulden moeten worden aangewend voor het opwaarderen van gebruikte computers.
Volgend jaar geeft het Rijk dertig miljoen gulden extra uit voor het moderniseren van computers op school en het stimuleren van ICT-gebruik. Dit komt bovenop de al bestaande 300 miljoen gulden. Voor 2001 staat er nog eens twintig miljoen gulden extra op de begroting. Genoemde bedragen vormen tezamen de zeventig miljoen gulden extra waarover Computable twee weken geleden al berichtte. Het geld gaat met name naar de zogenoemde voorhoedescholen. Voor ICT maakt het Rijk vanaf 2003 blijvend een extra bedrag van veertig miljoen gulden vrij.
Rol ICT
Minister Hermans geeft bij de ‘investeringen’ in het primair onderwijs voorrang aan groepsverkleining en ICT. Laatstgenoemde moet een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering in het primair onderwijs. De afgelopen jaren is krachtige software ontwikkeld waarmee het onderwijs in de onderbouw van de basisschool meer op maat gesneden kan worden. Dit project is nog niet afgerond. Het komende jaar komt nog een groot aantal softwareprogramma’s op de markt.
Scholen in het voortgezet onderwijs krijgen zo spoedig mogelijk een aansluiting op Kennisnet. Zij hebben echter zelf zeggenschap over het moment waarop ze daadwerkelijk gebruik zullen maken van deze aansluiting.
Het gebruik van ICT in het wetenschappelijk onderwijs krijgt een extra impuls. In de periode 2000-2002 is een bedrag van 22,5 miljoen gulden extra beschikbaar voor het Surf-Educatiefonds.
Toekomst OU
De opkomst van ICT veroorzaakt een vervaging tussen contactonderwijs en afstandonderwijs. Dat heeft consequenties voor de positie van de Open Universiteit. De OU verkent in een studie twee scenario’s om te onderzoeken hoe de toekomst eruit zal zien. In het eerste scenario integreert de OU met een bestaande universiteit. Maastricht ligt daarbij voor de hand, omdat het de dichtstbijzijnde universiteit is voor de in Heerlen gevestigde OU. Van daaruit zal open afstandsonderwijs voor heel Nederland worden verzorgd. In het tweede scenario wordt de OU geprivatiseerd.
In het onderwijs vindt een verschuiving plaats van scholing waarbij de docent centraal staat naar een vorm die de student tot middelpunt maakt. Dankzij Internet en e-mail kan de student onderwijs volgen op alle gewenste momenten en plaatsen. Dit maakt het mogelijk doelgroepen te bereiken die niet in staat zijn colleges en werkgroepen te volgen. Te denken valt aan werkenden, studenten die een duale opleiding volgen en buitenlandse studenten. E-mail en elektronische discussiegroepen maken een intensieve communicatie mogelijk tussen student en docent en tussen studenten onderling.
Virtuele leeromgevingen worden gezien als de voornaamste ontwikkeling voor de toekomst. Behalve de Open Universiteit zijn ook de Universiteit Twente en de Universiteit Maastricht actief op dit gebied.
Geen deskundigheid
Knelpunten bij de integratie van ICT zijn deskundigheid en tijd. De meeste docenten missen de didactische en technische kennis om ICT te integreren in het onderwijs. Ook op hoger niveau ontbreekt deskundigheid. Wel heeft 40 procent van de faculteiten een beleidsplan en wordt op bijna 50 procent van de faculteiten aan een dergelijk plan gewerkt. Langzamerhand wordt ICT opgenomen in het reguliere beleid. Tot nog toe ging het meestal om kleinere experimenten die werden gedragen door individuele docenten.
