De oudere werknemer zou zijn ict-kennis moeten bijspijkeren, vindt bijna een kwart van de Nederlandse werknemers. In Duitsland ligt dat percentage nog hoger.
Oudere werknemers (46-65 jaar) moeten meer aannemen van jongeren (18-30 jaar), aldus een op de drie Nederlandse jonge personeelsleden. In Duitsland denken zes op de tien jonge werknemers er zo over. Vooral op ict-gebied zou de oudere collega nog wel wat kunnen leren. Dat blijkt uit gegevens van de Randstad Werkmonitor van deze maand.
Bijna een kwart van de werknemers in Nederland en 48 procent in Duitsland denkt dat oudere werknemers de technologische ontwikkelingen vaak niet kunnen bijhouden. Oudere werknemers zelf onderkennen dat zij hun ict-kennis moeten bijspijkeren: in Nederland geeft de helft van de oudere werknemers dit aan. Bij onze oosterburen ligt dat percentage op 70 procent.
Ondanks de kritiek denkt meer dan de helft van de Nederlandse werknemers dat oudere personeelsleden bijdragen aan de ontwikkeling van jongere collega’s. Daar merkt de oudere werknemer kennelijk niet zo veel van, want die is van mening dat de starter meer open moet staan voor kennisoverdracht (40 procent), dat ze geen initiatief nemen (50 procent) en dat ze te weinig vragen stellen (43 procent).