Het kabinet heeft vandaag de langverwachte Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) gelanceerd met als motto: samen versnellen.
Gemeenten, provincies, waterschappen, publieke dienstverleners en het rijk slaan de handen ineen. Ze trekken voortaan samen op om de digitale basis van ons land te versterken. De versnippering in it-beleid wordt teruggedrongen. Voor vrijblijvendheid is geen plaats meer. Staatssecretaris Eddie van Marum (BBB), verantwoordelijk voor de digitalisering: ‘We kunnen ons niet veroorloven om als afzonderlijke organisaties te werk te gaan.’
Zes punten
De NDS legt de nadruk op zes prioriteiten waarop alle overheidsorganisaties als één overheid samen versnellen. Zo moet er gezamenlijk gebruik worden gemaakt van cloud-technologie. Er wordt onderzocht of er één gezamenlijke, soevereine clouddienst valt op te zetten voor de hele overheid.
Ook komt er één centrale marktplaats voor cloudtechnologieën, die de vraag vanuit de overheid aan het juiste aanbod koppelt. Van Marum: ‘Dit doen we op basis van standaarden en Europese ervaringen. Waarbij de inzet is om gegevens en diensten die van essentieel belang zijn niet langer in de publieke cloud onder te brengen.’
Tweede belangrijk onderdeel is het slim en verantwoord gebruiken en delen van data. Dit gebeurt via het federatief datastelsel, een gezamenlijk systeem met duidelijke afspraken en regels. Verschillende sectoren sluiten hierop aan met hun eigen afspraken. Er komt een overheidsbreed stelsel, een landelijke aanpak om problemen met gegevens zichtbaar te maken en die samen op te lossen. Zo zullen knelpunten in de toekomst minder vaak voorkomen.
Niet meer het wiel uitvinden
Ook bij kunstmatige intelligentie (ai) gaat niet elke overheidsdienst meer zelf het wiel uitvinden. De overheid kiest één duidelijke aanpak voor het toepassen van ai. Geslaagde ai-toepassingen worden gedeeld zodat iedereen ze kan gebruiken. Het kabinet kiest voor een gezamenlijke aanpak bij het wegnemen van belemmeringen. Open taalmodellen uit Nederland of Europa moeten de basis voor ai vormen. Vierde punt is dat burgers en ondernemers centraal komen te staan. Zij moeten het contact en de interactie vanuit één overheid ervaren.
Ook digitale weerbaarheid en digitale autonomie worden overheidsbreed aangepakt, inclusief een aantal collectieve oplossingen. Het streven is minder afhankelijk te worden van een te beperkt aantal leveranciers. Verder verandert er een en ander bij het personeelsbeleid. Er komt een strategie voor digitalisering. Daarmee kunnen overheden gerichter werven, omscholen en onderwijs ontwikkelen op basis van technologische innovatie.