Een voormalige cfo van Nmbrs, een softwarebedrijf dat Visma in 2020 voor bijna 73 miljoen euro verwierf, voelt zich voor meer dan veertien miljoen euro door de neus geboord. De Amsterdamse rechter ziet dat anders en stelde de man in het ongelijk.
In 2012 begon de man bij deze leverancier van hr-software. Twee jaar later kreeg hij promotie, waarbij hem een participatieregeling in het vooruitzicht werd gesteld. Die regeling kwam er niet. In de vijf jaar die volgde zou de man deze kwestie alleen mondeling hebben aangekaart en verzuimde hij zijn aanspraken duidelijk op papier te zetten. In 2019 vond verjaring plaats. In hetzelfde jaar kreeg de man een burn-out. Tijdens zijn afwezigheid werd Nmbrs voor veel geld verkocht aan Visma zonder dat de ex-cfo deelde in de netto-opbrengst.
De rechter stelt dat ook zonder verjaring de vordering tot een schadevergoeding geen kans zou hebben gemaakt. Andere personeelsleden kozen voor een pensioenregeling, waardoor het nooit tot een algemene participatieregeling kwam. De man behield in principe wel zijn rechten, maar achteraf valt onmogelijk de hoogte van de geleden schade te bepalen.
De ex-cfo baseerde zijn claim op het bedrag dat een medeoprichter, hoofdontwikkelaar en architect van Nmbrs (hr- en salarisapplicaties) bij de deal met Visma kreeg. Deze persoon, die ook leiding gaf aan de Portugese tak van Nmbrs, verwierf voor 230.000 euro vierduizend van de in totaal twintigduizend aandelen. Dat leverde 14,6 miljoen euro op, zodat de winst vanwege de Visma-deal op een kleine 14.370.000 uitkwam. Vanaf 2015 was deze man, anders dan de ex-cfo, niet meer in loondienst van Nmbrs, maar daaraan verbonden, via zijn eigen vennootschap, door middel van een managementovereenkomst. De rechter vindt deze situatie zo verschillend dat daar sowieso geen claim op is te baseren.