Het programma Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) moet beter. Dit stelt het Adviescollege ICT-Toetsing (AcICT) in een rapport over dit programma dat het delen van data bevordert. Minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) heeft het adviesrapport als bijlage bij een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Tevens kondigt hij maatregelen aan om de aanbevelingen van AcICT op te volgen.
DIL versnelt lopende en gewenste verbeteringen in logistieke ketens. Volgens AcICT is DIL ook goed ingericht, alleen blijft de bijdrage aan digitaal data delen tussen individuele bedrijven beperkt. De Basis Data Infrastructuur (BDI) vraagt om een meer voortvarende aanpak. Anders komt er minder terecht van het delen van data volgens dit afsprakenstelsel waarmee logistieke ketenpartners volledig digitaal en geautomatiseerd zaken kunnen doen.
De logistieke ketens van wegvervoer, binnenvaart, spoor, kustvaart en buisleidingen werken nu nog te veel langs elkaar heen, stelt AcICT. Vervoerders, verladers, overslagterminals in zeehavens en het achterland moeten niet alleen fysiek, maar ook digitaal naadloos met elkaar verbonden zijn.
Zo kunnen zij beter sturen op de voortgang van het vervoer van hun goederen en de conditie daarvan. Dat lukt de markt momenteel nog niet voldoende. Er is een gebrek aan digitalisering, standaardisatie in de uitwisseling van data tussen modaliteiten en digitale volwassenheid bij met name het mkb, waaruit zo’n 85 procent van de logistieke ketens bestaat.
Logistieke ketens
Het programma DIL pakt deze uitdaging aan. Het versnelt allereerst de realisatie van de Basis Data Infrastructuur (BDI). Dat is een afsprakenstelsel waarmee logistieke ketenpartners volledig digitaal en geautomatiseerd zaken kunnen doen.
De BDI vindt momenteel toepassing in waardevolle logistieke ketens. De start was in de mainports. Inmiddels is de inzet uitgebreid naar het achterland. Daarbij gaat het om optimalisaties in de afhandeling van zeecontainers, verdere beveiliging van het afhaalproces en het digitaliseren van vrachtdocumenten. Tenslotte richt het programma zich met ‘Logistiek Digitaal’ op het verhogen van de digitale volwassenheid van het mkb in de logistieke keten.
Volgens AcICT is het gebruik van de BDI vernieuwend, maar bedrijven hebben het niet per se nodig om toch waardevolle gegevens met elkaar te kunnen delen. Daardoor bestaat het risico dat data delen volgens het afsprakenstelsel BDI niet beklijft na afloop van het programma.
De ict-waakhond bindt de minister op het hart de beheerorganisatie van de BDI zo snel mogelijk in te richten. Als einddatum geldt eind dit jaar. Het ministerie zal in lijn met het advies van AcICT een blijvende rol spelen in de uitvoering daarvan. Ook zal het daarnaast met de partners binnen DIL de verschillende waardeketens voor de BDI specifieker in kaart brengen.
Afstemming
Minister Madlener volgt ook het advies ervoor te zorgen dat BDI concrete voordelen biedt voor individuele bedrijven in de logistieke ketens. Het ministerie zal de BDI zo compact mogelijk houden en afstemmen op het digitale volwassenheidsniveau van bedrijven en overheden in logistieke ketens.
Het programma zal de uitgangspunten van de BDI uitwerken in bedrijfsregels. Hiermee kunnen bedrijven beoordelen wát ze moeten doen om dit afsprakenstelsel toe te passen en controleren óf ze er daadwerkelijk aan voldoen. Daarnaast zal Infrastructuur en Waterstaat doorgaan met de ontwikkeling van ‘halffabrikaten’ die it-ontwikkelaars bij bedrijven en dienstverleners helpen om de BDI toe te passen. Deze bundelen beschikbare documentatie en softwarecode.
Geopolitieke situatie
DIL heeft een aparte aanpak opgezet om it-dienstverleners in de logistieke sector te helpen de BDI te gebruiken. Ze maken standaarden en digitale koppelingen die it-dienstverleners gemakkelijk kunnen toevoegen aan hun producten en diensten voor bedrijven.
De huidige geopolitieke situatie vraagt meer aandacht voor de aanpak van ondermijning en het verstevigen van de nationale veiligheid. Beveiligde digitale logistiek is daarbij essentieel. Het departement kijkt of de BDI een ‘vitale infrastructuur’ kan worden. Toezichthouders zoals Rijkswaterstaat en Douane gebruiken data voor minder verstoring in transport. Ook wordt onderzocht of een digitale vrachtbrief (eCMR) verplicht kan worden gemaakt bij leveringen aan de overheid.
Lees ook: Stap voor stap naar een Europese dataspace voor logistieke data