‘Staar je als NL-startup niet blind op de Valley’

Niet alleen Silicon Valley, maar juist ook steden als Chicago, New York, Boston, LA en Austin hebben veel interessante hubs voor Nederlandse startups. Jonge ondernemers moeten zich dus beslist niet blindstaren op de Valley. Dit stelt de in augustus begonnen startup-diplomaat Michael Dooijes, die ook ingaat op zijn aanstelling en eerste ervaringen in de VS.

U bent in augustus 2019 begonnen. Hoe verliep de sollicitatieprocedure?
‘Naar aanleiding van de vacature die het ministerie van Buitenlandse Zaken in maart vorig jaar uitschreef, heb ik gesolliciteerd. Na verschillende sollicitatierondes, waarbij ik ook aan cases heb gewerkt en mijn referenties zijn gecheckt, ben ik gekozen uit zestig sollicitanten.’

Dooijes geeft aan blij te zijn met zijn aanstelling, omdat in deze functie ‘alles’ zit om zijn persoonlijke missie – jonge ondernemers verder helpen – uit te voeren.

‘Het is een eer om voor de BV Nederland te werken in het mekka van de tech-gemeenschap in Silicon Valley. Ik kende de Valley al redelijk goed, maar het is geweldig om er nu midden in te zitten en mee te bouwen aan het Holland in the Valley-netwerk.’

Bevalt het in Silicon Valley?
‘Heel goed. Het is voor mij de eerste keer dat ik in de VS woon, eerder heb ik er wel al gewerkt. Verder was ik eerder werkzaam en woonachtig in Spanje en het Verenigd Koninkrijk. San Francisco is wat mij betreft de parel van de westkust. Er heerst hier een open sfeer, je kunt iedereen benaderen en arrogantie ontbreekt. Wel merk ik dat het hier een ‘tech capital’ is, en alles is hier twee tot drie keer zo duur als in Nederland.’

Als voorbeeld van de open cultuur, verwijst Dooijes naar de CES in januari, waar er een tekenmoment plaatsvond tussen de president van Silicon Valley Bank Capital John China, Gerbert Kunst, Mona Keijzer en Prins Constantijn van Oranje van Techleap. ‘Na het tekenmoment kwam John China terug met de president van SVB Bank, Michael Descheneaux, om nog met een aantal Nederlandse startups te praten in een informele sfeer. Dat zie ik in Nederland niet zo snel gebeuren, al zie ik dat ook daar de bankenwereld informeler wordt.’

Dooijes benadrukt dat hij volop bezig is met het leren kennen van het ecosysteem. ‘Ik heb nu zo’n tweehonderd mensen ontmoet, waarbij ik wil benadrukken dat het geen ‘westkust-feestje’ moet worden. Ook andere regio’s in de VS zijn interessant voor Nederlandse startups.’

Wat heeft u tot nu toe bereikt?
‘Ik wil mijn expertise inzetten voor startups. Om te beginnen ben ik bij alle consulaten langs geweest om collega’s en stakeholders uit het netwerk ontmoeten. Ook onderzoek ik welke sectoren, investeerders, incubators, accelerators, corporates en startups belangrijk zijn.’

De startup-diplomaat wijst erop dat niet alleen San Francisco interessant is voor techstart-ups, maar dat juist verschillende expertises tot bloei kunnen komen in verschillende regio’s in de VS. ‘Zo is Boston de plek waar het domein cleantech sterk vertegenwoordigd is. Daarom vindt er daar eind maart een scale-up-missieprogramma plaats met Nederlandse startups die zich richten op deze specifieke technologie. In het middenwesten van Amerika staan juist de markten food, agriculture centraal, terwijl dit in Chicago advanced manufacturing/hardware en robotics is.’

Dooijes vertelt dat ook hij positief verrast is door de diversiteit aan interessante startup hubs in de VS en dat er dus zoveel meer is dan alleen San Francisco. ‘In Silicon Valley is de concurrentie moordend en het blijkt nu dus dat je daar als startup lang niet altijd heen moet. Al is het voor bijvoorbeeld deep tech, ai, big data en smart mobility nog wel steeds de place to be.’

De startup-diplomaat geeft aan dat hij, in zijn advies naar Nederlandse ondernemers, uitgaat van push and pull. ‘Ik kijk waar ze op bepaalde Nederlandse startups zitten te wachten. Kijk bijvoorbeeld naar fintech. In San Francisco is dat bijvoorbeeld niet echt zo en is er ook geen grote stimulans vanuit de overheid. In Atlanta is dat wel het geval. Zo heb ik goed contact met het Atlanta Mayor Office over de mogelijkheden voor fintech-startups in de regio. Die zijn er, en daarom organiseren we vanuit Buitenlandse Zaken een scale-up-missie in die regio in april. De tien beste Nederlandse fintech scale-ups gaan dan mee. We bieden hen een specifiek voorbereidingsprogramma waarna ik vier doelen met ze wil bereiken: toegang tot klanten/partners, tot investeerders, tot talent en tot technologie. Het uiteindelijke doel is dat ze uitstromen. Dat kan bijvoorbeeld in eerste instantie bij een incubator. Mijn missie is pas geslaagd als het mij gelukt is om een aantal veelbelovende bedrijven te lanceren in de VS.’