Pierre Dalmaz laat zich excuseren. Hij is even een sandwich halen, omdat de lunch er bij in is geschoten. Wat nu? Verlagen de Fransen zich tegenwoordig tot het niveau van broodjes en karnemelk? Heeft Transiciel zich aangepast aan het lunchpatroon van het overgenomen UCC uit Nieuwegein? Zo’n vaart loopt het niet. De 49-jarige algemeen directeur van Transiciel beleeft een hectische dag. Het Franse financieel-economisch tijdschrift L’Expansion heeft zijn bedrijf uitgeroepen tot het ‘beste Franse bedrijf uit de periode 1991-2001’ en dat brengt een hoop heisa met zich mee.
Het pand van Transiciel in Parijs is gelegen aan de rand van banlieu Billancourt. Wanneer een vermoeid ogende Dalmaz zijn kamer, met uitzicht op het Bois de Boulonge, binnenkomt, steekt hij direct van wal. "U wilt graag weten wat wij eigenlijk op de Nederlandse markt te zoeken hebben. Welnu, de omzet van de Nederlandse it-services-industrie schat ik op 6,5 miljard euro. Dat is vergelijkbaar met eenderde van de Franse markt, dus interessant voor ons."
UCC In 1988 richtten Christian Peters, Cor van Winkoop en Willem Verloop de firma Universe Computer Consultants op. De drie kennen elkaar van militaire dienst, waar ze tijdens hun diensttijd op de automatiseringsafdeling van een Haagse kazerne werken. In 1997 kreeg UCC een notering aan de Amsterdamse beurs, waarna het fors groeide tot een automatiseerder met een omzet van bijna veertig miljoen euro en zo’n 450 medewerkers. |
Transiciel – een samenvoeging van de Franse woorden logiciel (software) en transformer (veranderen) – behoort tot de grotere it-dienstverleners van Frankrijk. Er werken 7500 medewerkers die in 2001 verantwoordelijk zijn voor een geschatte omzet van ruim vijfhonderd miljoen euro. Het bedrijf werd in 1991 opgericht door bestuursvoorzitter Georges Cohen die – ondanks de beursgang in 1998 – nog steeds de meerderheidsaandeelhouder is. Cohen was negentien toen hij in 1974 bij Cap Gemini ging werken. Hij verloor zijn ultieme doel, een eigen bedrijf starten, echter nooit uit het zicht. Na zeventien jaar bij Cap te hebben gewerkt, vond hij het welletjes. Hij miste de ondernemersgeest uit de begintijd en besloot een eigen it-bedrijf op te richten. Dalmaz, ook ex-Cap Gemini en in 1991 overgestapt, vertelt dat Serge Kamp, de toenmalige baas van Cap, Cohen adviseerde te blijven. "Cohen vroeg vervolgens: ‘Hoe oud was jij toen je je bedrijf stichtte?’ Kamp antwoordde: ’33 jaar’. ‘Ik ben 36 en heb dus een achterstand van drie jaar. Er is geen tijd te verliezen’, riep Cohen".
Golfoorlog
Transiciel begon onder moeilijke omstandigheden. De it-sector maakte barre tijden door, die verslechterden door het uitbreken van de Golfoorlog. Diverse firma’s kwamen bovendien in de problemen omdat ze te laat reageerden op opkomst van de open client/server systemen. Dalmaz: "Ons voordeel was dat wij als startende onderneming geen last ondervonden van historische ballast. Wij hadden al voor de juiste technologie gekozen. Opdrachtgevers huurden onze mensen in."
De omzet groeide in drie jaar tijd tot dertig miljoen euro. Het bedrijf kampte rond 1995 met groeistuipen, maar wist na een herstructurering de stijgende lijn weer te vinden. De afgelopen jaren zag Transiciel de omzet jaarlijks met 60 procent toenemen, en de winst met circa 15 procent. De activiteiten zijn in drie groepen onder te verdelen: applicatieontwikkeling en systeemintegratie, beheer en onderhoud van platformen en netwerken, en technische en industriële automatisering. Het leunt sterk op detachering en heeft niet zoals andere grotere it-dienstverleners een uitbestedingstak. "Dat vereist een grootschalige financiële structuur, om bijvoorbeeld de inrichting van een datacenter te financieren. Dat is niet ons bedrijfsmodel", zegt Dalmaz.
Transiciel besloot na de beursgang in 1998 internationaal uit te breiden. "Maar stap voor stap", benadrukt Cohens rechterhand. "Expansie is nodig om de groei van omzet en winst vast te houden. We richten ons op Europa. Er is hier voldoende werk en uitbreiden kost ons minder moeite dan in de Verenigde Staten of Azië." De automatiseerder bezit inmiddels een sterke positie op de Spaanse markt en is tevens actief in de Benelux. De doelstellingen zijn ambitieus: in 2004 moet de omzet op één miljard euro liggen, waarvan 30 procent buiten Frankrijk afkomt.
"Momenteel komt ruim 80 procent van de omzet uit eigen land", vertelt Dalmaz. "We zullen onze positie op de thuismarkt ook blijven versterken." De algemeen directeur meent echter dat internationalisering onvermijdelijk is, omdat Transiciel werkt voor grote klanten. "Die willen dat wij ook diensten kunnen leveren voor hun vestigingen in het buitenland. Daarnaast is het een vorm van risicospreiding: wij willen niet afhankelijk zijn van één economische situatie in één land."
Grote broer
Afgelopen juni kocht Transiciel voor 62 miljoen euro het Nieuwegeinse UCC, vooral bekend als implementator van SAP-oplossingen. Daarnaast levert het management consulting, it-oplossingen (Oracle, Microsoft) en it-infrastructuur-diensten. Transiciel kwam in contact met UCC via zijn investeringsbank The Hongkong and Shanghai Banking Corporation. "Hsbc presenteerde ons het dossier van UCC", licht Dalmaz toe. "Ik kende het bedrijf niet, maar het bleek in Nederland een goede reputatie te hebben, vooral in de bankwereld. Alleen bleek de solvabiliteit afgenomen te zijn door de sterke koersdalingen, zoals bij veel kleinere it-leveranciers. Daarbij kon UCC als lokale partij niet altijd voldoen aan de wensen van internationaal opererende klanten. De directie zocht naar een grote broer die een helpende hand kon bieden. Uiteindelijk is ons bod geaccepteerd."
Voor Transiciel betekent de overname van UCC een toegang tot Noord- en Midden-Europa. "Net als in Frankrijk bestaat in Nederland de gewoonte dat grote groepen hun it-services door derden laten uitvoeren. Het grote voordeel van de Nederlandse markt boven de onze is het internationale karakter ervan. Dat missen wij. Door in Nederland aanwezig te zijn, kunnen we aansluiten op voor ons lastige markten in Engeland, Duitsland en Scandinavië."
De merknaam UCC blijft voorlopig bestaan, omdat Transiciel op de Nederlandse markt een vooralsnog onbekende partij is. Het Nieuwegeinse bedrijf krijgt wel te maken met een bedrijfsbreed gehanteerd rapportagesysteem, zodat het hoofdkantoor in Parijs zicht krijgt op de budgettering en de prestaties. "Zo’n systeem houdt niet in dat UCC zijn autonomie verliest", stelt Dalmaz. "Het lokale management blijft verantwoordelijk. UCC moet alleen een paar huisregels respecteren, gemotiveerd blijven en goed presteren."
UCC kende in 2000 een moeizaam jaar door de terugvallende ict-vraag. Over 2001 toont Dalmaz zich niet ontevreden. Hij verwacht niet dat er ontslagen zullen vallen, ondanks de aanhoudende flauwte. Door een reorganisatie vorig jaar zijn de meeste klappen nu op te vangen. Verder heeft UCC met name in de financiële sector nog diverse opdrachten lopen.
Dalmaz voorziet geen cultuurbotsingen tussen het joie de vivre van Transiciel en het aardse karakter van UCC.
"Natuurlijk bestaan er cultuurverschillen: de lunch met melk en broodjes, de taal – we zijn ons daarvan bewust. Het belangrijkste is dat je elkaars verschillen respecteert. Nederlanders zijn praktisch ingestelde mensen en gaan daar makkelijk mee om." Hij heeft niet overwogen een adviseur in te huren of te rade te gaan bij collegabedrijf Atos, dat begin dit jaar Philips-dochter Origin overnam. "Je moet cultuurverschillen ook niet overdrijven. Europese landen hebben nog altijd meer met elkaar gemeen dan met Amerikanen. Belangrijker is dat er een gemeenschappelijke bedrijfscultuur ontstaat op basis van onderlinge afspraken."
Hij blijft voorzichtig optimistisch over de groei van de eigen Franse markt in 2002. Wel maakt hij zich zorgen over de teruggelopen beurskoers. Transiciel wil een deel van de beoogde overnames in de komende jaren in aandelen betalen, maar de huidige lage koers vormt daarvoor een belemmering. Het richt zich in eerste instantie op acquisities in Italië, Portugal, Zwitserland, Oostenrijk en Scandinavië. Ook sluit Dalmaz verdere overnames op de Nederlandse markt niet uit. Engelse of Duitse aankopen zullen moeilijk worden. "Op deze markten staat weinig te koop en het is er duur."