Baan kwam, zag, leek te overwinnen, maar struikelde. Wat voor opties heeft het Veluwse bedrijf dat na SAP nog steeds Europa’s grootste softwarebouwer is? Moet Baan zelfstandig blijven aanmodderen, fuseren met een lotgenoot of op een overname aankoersen? Of kruipt het bloed waar het niet gaan kan en kiest het softwarebedrijf voor het Steve Jobs-scenario en zet het oprichter Jan Baan weer aan het roer?
Ondanks dat hij het bedrijf eerst aan de top en vervolgens aan de rand van afgrond bracht, lijkt Jan Baan de enige persoon die het tollende Baan Company er weer bovenop kan helpen. Net als Steve Jobs bij computerfabrikant Apple deed. Hij vertrok en kwam pas weer terug toen het bedrijf op zijn gat lag. Jobs bracht de i-Mac en het hernieuwde succes van Apple was een feit.
Voorlopig is de toekomst van Baan echter ongewis. Na zijn succesvolle beursgang in 1995 boekte het Veluwse softwarebedrijf triomf na triomf. Baan had patent op enorme groeicijfers en mega-orders. Sinds 1998 botert het echter niet meer tussen Baan en positief nieuws. Onduidelijke financiële transacties binnen het complexe netwerk van aan Baan Company gelieerde bedrijven deden het beursfonds de das om. Het bedrijf doet de IT-wereld van de ene verbazing in de andere vallen. Net nu Baan weer aan de beterende hand was na de gigantische klap van 1998, moest het bedrijf twee weken geleden weer een recordverlies (240 tot 250 miljoen dollar), weer een reorganisatie, weer ontslagen (4 procent van het personeel), weer sluiting van kantoren (veertien) en het vertrek van topvrouw Mary Coleman aankondigen. Beleggers hadden nog stiekem gehoopt op een klein winstje, wat een mooie uiting zou zijn geweest voor de herstelfase.
Speculaties alom
Speculaties over de toekomst van het bedrijf staken logischerwijs weer de kop op. Wat te doen met Baan Company; blijft het bedrijf zelfstandig of wordt het overgenomen? Over een eventuele nieuwe rol voor oprichter Jan Baan wordt slechts in kleine kring gedebatteerd. In de zomer van 1998 trad hij af onder druk van de financiële wereld en de aandeelhouders. Met bloedend hart nam hij afscheid van zijn Baan, een organisatie waar hij zijn ziel en zaligheid in had gelegd.
De ‘inner circle’ op de Veluwe acht een terugkeer van Jan Baan of een overname op korte termijn nog niet waarschijnlijk. De meesten gokken erop dat het bedrijf zelfstandig doorgaat en dat er over ongeveer een half jaar een opvolger is gevonden voor interim chief executive Pierre Everaert. Ondertussen jeuken de vingers van Jan Baan. Het is bekend dat hij na zijn aftreden tandenknarsend getuige is geweest van de verdere aftakeling van zijn imperium. Met het toetreden van meer Amerikanen in het management werd zijn invloed steeds kleiner. Geruchten dat Jan Baan regelmatig in de clinch lag met Tom Tinsley en later met Mary Coleman staken steeds vaker de kop op. Hij schijnt zelfs ooit overwogen te hebben tijdens een aandeelhoudersvergadering een greep naar de macht te doen. Ook ging ooit het verhaal rond dat hij Tom Tinsley halsoverkop naar Nederland liet vliegen en hem in het Puttense kasteel Vanenburg, het voormalige hoofdkantoor van Baan Company en Baan Investment, op het matje riep. Hij deelde hem mee dat zijn bedrijf te gronde werd gericht en dat hij maar beter op kon stappen. Nadat Jan Baan uitgeraasd was, zo wil de anekdote, zei Tinsley op kalme toon: ‘I’m sorry Jan, but I’m in charge now.’ Maar dat is roddel en achterklap, deels in de wereld geholpen door concurrenten en vijanden. Een en ander geeft in ieder geval wel aan dat niemand zo begaan is met het lot van Baan Company dan oprichter Jan Baan zelf. Hij heeft het bedrijf zelf gevormd, gekneed, verzorgd en laten groeien.
Onafhankelijkheidsstreven
Desalniettemin blijft Jan Baan in het meest waarschijnlijke scenario buiten beeld. Doorgaan als zelfstandig bedrijf onder leiding van een verse topman blijft het meest voor de hand liggend. Onafhankelijkheid is ook wat het Baan-management altijd heeft nagestreefd. Dat blijkt niet alleen uit de intenties van de huidige directie, maar ook uit diens beleid. Baan doet immers al ruim een jaar verwoede pogingen de kostenstructuur in lijn te brengen met de omzetontwikkeling. De inkomstenstroom blijft helaas somber verlopen, waardoor reorganisaties en besparingen nog steeds nodig blijken te zijn. Vandaar dat er weer volop over mogelijke acquisities wordt gepraat, omdat de voortdurende erbarmelijke cijfers de continuïteit van het bedrijf in gevaar kunnen brengen. Overname ván Baan wel te verstaan. Een bedrijf dat zijn verwachtingen structureel niet kan waarmaken is rijp voor een overname, is daarbij de gedachte.
Als Baan onafhankelijk weet te blijven, heeft dat een onontkoombare consequentie: zijn rol op de wereldsoftwaremarkt wordt verder gemarginaliseerd. Twee jaar geleden streefde Baan nog naar suprematie over de volle breedte van de markt voor bedrijfsapplicaties. Het vocht de strijd om het marktleiderschap uit met het Duitse SAP en Oracle en Peoplesoft van de Amerikanen. Momenteel ziet Baan zich teruggedrongen op het terrein waar het ooit begon, dat van de bedrijfssoftware voor productiebedrijven. De belangrijkste taak voor een zelfstandig Baan op die markt is het genereren van een constante omzetstroom en het beheersen van de kosten. Niet alleen beleggers, ook simpele bedrijfseconomische regels eisen per slot van rekening winstgevendheid. Lukt dat en wint Baan het geschonden vertrouwen van de markt weer enigszins terug, dan krijgt het bedrijf een minieme rol in de wereldwijde industrie voor bedrijfsapplicaties. Hier zwaait SAP namelijk de scepter.
Twee alternatieven
Lukt dat niet, dan zijn er twee mogelijkheden. Het ene alternatief is het faillissement. Dat is louter een theoretisch scenario, want de verwachting luidt dat niemand al het goede dat Baan in zich heeft verloren zal laten gaan. Als Baan zijn onafhankelijke positie niet weet waar te maken, nog een jaartje met verlies doorgaat en de beurskoers een dramatisch laag niveau van bijvoorbeeld één euro bereikt, dan nog is het nagenoeg uitgesloten dat de onderneming failliet gaat. In dit horror-scenario wordt het bedrijf namelijk steeds goedkoper om over te nemen. Is er geen concurrent of technologieconcern geïnteresseerd, dan is het wel een grote klant als Boeing, die zelf de continuïteit van zijn productie in gevaar ziet komen als Baan het loodje legt.
‘Welk bedrijf redt Baan?’, luidt de vraag als het tweede alternatief zich opdringt. Hoewel de daaropvolgende vraag meteen luidt óf er nog wel bedrijven interesse hebben in de overname van Baan. Zou zo’n bedrijf immers niet in maart 1999 hebben toegeslagen, toen de beurskoers van Baan een historisch dieptepunt van 6,15 euro bereikte? Of is de technologie of het klantenbestand van het bedrijf dat niet waard?
Het bedrijf heeft in het verleden al eens om zich heen gekeken. Uit betrouwbare bronnen blijkt dat Baan vorig jaar met erp-concurrent Peoplesoft over een fusie heeft gepraat. Maar meer dan oriënterende gesprekken zijn daar destijds niet uitgekomen.
Peoplesoft kende net als Baan zijn problemen en lijkt op papier een mooie fusiekandidaat. Baan is vooral sterk in Europa en Peoplesoft in Amerika. Ook op productgebied zijn de partijen complementair. De Amerikanen zijn specialist op het gebied van Human Resources, Baan op het gebied van productie en logistiek. Waarom de avances nooit tot een serieuze alliantie of zelfs een fusie hebben geleid, is niet bekend. Feit is wel dat de ‘happy people‘-cultuur van Peoplesoft niet aansluit bij de ‘it’s better to ask for forgiveness than for permission’-cultuur van Baan. Waarschijnlijk is het verstandig dat beide bedrijven het bij ‘snuffelen’ hebben gelaten. Incompatibele culturen is immers hét struikelblok bij het samenvoegen van organisaties.
Interessante overnameprooi
Ondanks de aanhoudende geruchten dat Microsoft, IBM, Oracle, Computer Associates en de laatste tijd zelfs Siebel en i2 Technologies interesse zouden hebben in Baan, zijn er geen aanwijzingen dat er serieuze gesprekken plaatsvinden. Zelfs consultancy-bedrijven met een stevige Baan-praktijk worden genoemd als potentieel geïnteresseerde Bij de huidige beurskoers van zes à acht euro moet Baan nog altijd meer dan een miljard dollar opleveren. En dat is veel, zelfs in het licht van de miljardenovernames van met name de telecomsector. De marktkapitalisatie van Baan representeert twee à driemaal de jaaromzet. Komt de waarde van het bedrijf beneden de grens van een dubbele jaaromzet, dan wordt Baan volgens insiders een interessante overnameprooi. Volgens een rapport van de Deutsche Bank van vorige week is dat een realistisch toekomstperspectief. Hoewel ze zich niet over een eventuele overname uitlaten, constateert de machtige financiële instelling een discutabele vermogens- en kaspositie bij Baan. Het is onduidelijk of kredietverschaffer Fletcher wel met de beloofde miljoenen over de brug wil komen. Alles in ogenschouw genomen formuleren de Duitsers een koersdoel van drie à vier euro voor Baan. In navolging daarvan hebben inmiddels alle toonaangevende zakenbanken hun beleggingsadvies rond het aandeel Baan naar beneden bijgesteld, meestal van ‘hold’ naar ‘sell’. De financiële wereld lijkt geen fiducie meer te hebben in het lot van Baan Company. Als de beurskoers inderdaad naar een zeer laag niveau beweegt (in de eerste helft van 1998 bereikte het aandeel Baan zijn hoogste waarde van vijftig euro!), komt een acquisitie heel erg dichtbij.
Baan heeft twee waardevolle zaken. In de eerste plaats technologie, want ondanks alle malheur blijven industrie-analisten hoog opgeven over de software. Hoewel de R&D-fondsen natuurlijk niet groter worden, menen zij dat Baan op technologisch vlak goed is toegerust voor de toekomst. Welbeschouwd is het waar dat Baan een technologische voorsprong heeft. Als een van de eerste erp-leveranciers kocht Baan zich met de acquisitie van Aurum in op de markt voor relatiebeheersoftware, en de recente ommezwaai naar elektronische handel was in werkelijkheid allang ingezet. Concurrent SAP daarentegen heeft nog nauwelijks dergelijke producten op de markt, maar orakelt reeds anderhalf jaar over zijn allesoverkoepelende strategie. De Duitsers hebben evenwel net als Microsoft het voordeel van de marktleider. Ze wachten nieuwe ontwikkelingen rustig af en kondigen pas nieuwe producten aan als jonge snelgroeiende bedrijven ermee op de markt verschijnen. De meeste klanten zijn na zo’n aankondiging wel bereid te wachten. Dat is de keerzijde van de wet van de remmende voorsprong.
Overnamekandidaten
Industriekenners blijven in tegenstelling tot de cijfermatig georiënteerde financieel-analisten dus redelijk optimistisch over Baan en wijzen dat deze zoveelste reorganisatie het bedrijf precies datgene kan brengen wat het nodig heeft: een goede en effectieve verkooporganisatie. Naast producten heeft Baan in de tweede plaats een fors klantenbestand opgebouwd, voornamelijk in Europa. Dat betekent dat het softwarebedrijf voor een Amerikaanse leverancier met Europese ambities interessant kan zijn. Met het afvallen van Peoplesoft is het aantal kandidaten met een geografisch overname-argument echter sterk uitgedund. Oracle en Siebel behoren nog tot de mogelijkheden. Oracle, omdat het ondanks een majeure inspanning en grote investeringen nooit echt een spetterend en consistent succesvolle applicatie-business heeft weten op te zetten, zeker niet in Europa. En crm-marktleider Siebel, omdat het met het klantenbestand van Baan in één klap een Europese speler van formaat zou zijn en tevens zijn crm-pakket uitbreidt tot een volwaardige suite van bedrijfsapplicaties. Beide bedrijven hebben echter meerdere malen expliciet naar buiten gebracht een dergelijke acquisitie niet te overwegen. Hoewel dat de kans op een overname verkleint, zou het enthousiasme en de positieve waardering van bijvoorbeeld Siebel veel goeds kunnen doen voor Baan. Zo’n partij is in staat om van Baan weer een populair en succesvol product te maken. Maar waarschijnlijk is zo’n scenario niet, omdat het beredeneerd is vanuit het hulpbehoevende Baan en niet vanuit Siebel, waar het initiatief en de motivatie toch vandaan zou moeten komen.
Ook marktleider SAP geldt niet zozeer als kandidaat. Dat bedrijf heeft al een bijna ijzeren greep op de Europese en Amerikaanse markt en beschikt over een zeer compleet productportfolio en een solide strategie. De Duitsers proberen op bedrijfsmatige wijze, middels concurrerende aanbiedingen, de Baangemeenschap te verleiden voor SAP-software.
Microsoft en IBM
De wens van Microsoft een graantje mee te pikken op lucratieve markt voor bedrijfsapplicaties, maakt van het bedrijf van Bill Gates ook een kandidaat. Baan zou mooi passen in dat streven naar bedrijfsapplicaties. Er ontstaat dan echter een probleem voor Microsoft en SAP. Die twee zijn namelijk dikke vrienden en de Duitsers zouden het niet waarderen als Microsoft de Hollandse software gaat verkopen, terwijl de software van SAP ook uitstekend loopt op de backoffice-producten van Gates. Bovendien, als Microsoft Baan had willen kopen hadden ze dat allang gedaan. Niemand is zo kapitaalkrachtig als de softwaregigant, die onlangs een marktkapitalisatie van zeshonderd miljard dollar bereikte. Maar misschien is Microsoft geschrokken van het millenniumeffect op de erp-markt en heeft het daarom gewacht tot na 2000 en heroverweegt het momenteel zijn applicatiestrategie. Gezien de nadelen is het onwaarschijnlijk dat de Windows-leverancier gaat shoppen op de Veluwe.
Het rijtje kandidaten slinkt gestaag, zonder dat er serieuze overnamescenario’s overblijven. Baan als semi-onafhankelijke IBM-company dan? Dat bedrijf heeft van Tivoli en Lotus twee redelijke succesvolle werkmaatschappijen gemaakt, die zelfstandig opereren, maar wel toegang hebben tot het kapitaal en de managementervaring van het immense computerconcern IBM. In dat scenario vervalt in ieder geval het nadeel dat Microsoft heeft. IBM kan zijn SAP-praktijk gewoon handhaven en Baan er als aparte werkmaatschappij bij nemen. IBM is daarmee als serieuze kandidaat te typeren. De forse investeringen die IBM het afgelopen jaar in implementatiecapaciteit voor Baan pleegde, doen de kansen op dit perspectief toenemen. Ook de inspanningen van beide bedrijven op het veelgebruikte AS/400-platform tonen de hechte relatie tussen de bedrijven.
IBM zou de acquisitie van Baan dus redelijk goed kunnen verkopen aan de buitenwacht. Een steeds vaker genoemde kandidaat is echter Computer Associates (CA), dat van overnames zijn core business heeft gemaakt. Het bedrijf schaadt niemands belangen als het Baan verschalkt. CA is momenteel namelijk nauwelijks actief op de markt voor bedrijfsapplicaties. Het bedrijf is zeer ervaren in het integreren van organisaties binnen de eigen gelederen. CA gaat daarbij wel agressief te werk. Lukt een integratie niet goedschiks, dan moet het maar kwaadschiks.
Het is echter de vraag of CA ambities heeft op de applicatiemarkt. Na de mislukte overname van IT-dienstverlener Computer Sciences Corporation (CSC), werpt de onderneming zich op meerdere kleinere overnames van consultancy-bedrijven. CA wil naast leverancier van beheersoftware namelijk een dienstenorganisatie van formaat opbouwen. Het bedrijf heeft die trend met de acquisitie van technologieconcern Platinum Technology al een keer doorbroken. Platinum werd met harde hand geïntegreerd, waarna het personeel van dat bedrijf massaal zijn heil elders zocht. Als dat ook met Baan zou gebeuren, zou de technologie niet overleven, want het bestaande CA heeft geen expertise op het gebied van bedrijfssoftware. Hoewel de continuïteit van de software voor Baan een voorwaarde zou zijn, kristalliseert de toekomst van producten zich pas een aantal maanden na de overname uit. Ondanks de goede intenties van CA, kan het dan toch nog misgaan met het overgenomen Baan.
Schone dromen
Het scenario dat Jan Baan met zijn terugkeer niet alleen het bedrijf van de ondergang redt, maar het ook weer glans en internationaal aanzien geeft, biedt niet alleen het mooiste perspectief, het is ook het meest wenselijke. Niet vanwege sentimentele redenen en heimwee naar de tijd waarin de charismatische Jan Baan op zijn eigen stuntelige – maar charmante – manier de IT-wereld voor zich wist in te nemen. Zijn managementstijl is de enige remedie tegen de organisatorische ziekten die het bestaan van het bedrijf bedreigen. Hij is de enige die de knoop kan ontwarren en hij is de enige die vervolgens het persoonlijke element in zijn leiderschapsstijl kan terugdringen, professionaliteit tot maatstaf kan verheffen en zo de weg kan banen voor verdere groei en op termijn voor een opvolger.
De opkomst en ondergang van Baan Company is een onwaarschijnlijk verhaal. In eerste instantie een onvoorstelbare successtory. Jan Baan knutselde als gewezen boekhouder in de spreekwoordelijke garage zijn eerste softwareprogramma in elkaar. De gereformeerde Veluwnaar veroverde met zijn logistieke software voor productiebedrijven niet alleen Nederland, maar na een investering van General Atlantic Partners kwam ook de Amerikaanse en de rest van de wereldmarkt in zicht. Het werd pas echt spannend toen Jan Baan en zijn naaste medewerkers bij vliegtuigfabrikant Boeing de grootste erp-order aller tijden binnenhengelden. Bij deze stunt bleven aartsrivalen SAP en Oracle met lege handen achter en zij fronsten hun wenkbrauwen bij de nieuwkomer uit Nederland. Baan werd destijds in de Angelsaksische journalistiek steevast getypeerd als ‘highflying Dutch softwarecompany’. Tegenwoordig laat men daar altijd het woordje ‘once’ aan voorafgaan.
Eigenzinnigheid troef
Baan heeft in zijn kleurrijke historie één ding bewezen. En dat is dat het een zeer merkwaardig en eigenzinnig bedrijf is. Baan is doortrokken van de visie, de leiderschapsstijl, de gedrevenheid, de nonchalance, de creativiteit maar ook van het amateurisme van Jan Baan. Dit ontastbare en onvervreemdbare geestesgoed heeft Baan groot en gemaakt, heeft het ook te gronde gericht. Met het terugtreden van de broers Jan en Paul uit het Baan-imperium had iedereen verwacht dat de kwajongensstreken tot het verleden zouden behoren. Niets bleek minder waar. De genen van het bedrijf zijn niet wezenlijk verandert. Wie anders dan Jan Baan kan bij het bedrijf voor een nieuw elan zorgen! Net als Steve Jobs bij Apple deed.
Roy op het Veld, redacteur.