De chipfabrikanten bestrijden elkaar op leven en dood, met prijsreducties, technologische claims en aanzwellende retoriek. Het aansprekendste voorbeeld is het aanhoudende duel tussen Intel en Advanced Micro Devices, die in een krimpende markt vechten om de gunst van de it-industrie. Ze moeten dat in ieder geval nog tot eind 2002 zien vol te houden.
Computable publiceert om de week een overzicht van een ict-segment. Wie zijn de sterke spelers, waar zitten de zwakke broeders, en welke kansen heeft de branche ondanks de economische malaise? |
Niet erg gentlemanlike, zou je op het eerste gezicht zeggen. Maar AMD en Intel zijn al enige tijd in een prijsoorlog verwikkeld, en in een oorlog gelden nu eenmaal andere wetten, inclusief die van het moddergooien. Nu de chipmalaise blijft voortduren, krijgt de aanhoudende kift langzaam maar zeker het karakter van een strijd op leven en dood. Door de opeenvolgende prijsverlagingen van chips zijn de marges verschrompeld. Daardoor kelderden bij beide concerns de resultaten; een kleine winst of zelfs verlies resteert (zie grafieken).
Die vermindering van de financiële slagkracht kan niet zonder gevolgen blijven. AMD moest eerder dit jaar al 15 procent van zijn personeel ontslaan. Bovendien besloot de chipbakker onlangs een deel van zijn productie uit te besteden aan foundries, bedrijven die voor diverse opdrachtgevers tegen zeer concurrerende prijzen chips produceren.
Porsche met fietswielen
Dat betekent een breuk met het bestaande beleid, waarbij AMD net als Intel de productie altijd in eigen huis wilde houden. Maar het water staat AMD zo langzamerhand tot de lippen, met name door de zwakke vraag naar flashgeheugenkaarten voor mobiele telefoons. Dus móet het de broekriem wel aantrekken en de ambitie naar beneden bijstellen. Het wil volgend jaar achthonderd miljoen dollar investeren in de opwaardering van bestaande fabrieken en nieuwe apparatuur. Dat is net zoveel als het dit jaar investeerde en een schijntje vergeleken met Intel, dat dit jaar voor 7,5 miljard dollar in nieuwe productiefaciliteiten en apparatuur stak.
De meeste analisten zetten hun geld dan ook op Intel als het gaat om de uiteindelijke winnaar van het gevecht tussen ’s werelds grootste processorbakkers: meer onderzoekkracht, meer marktaandeel, meer financiële armslag. Sommigen echter wijzen op het marktaandeel dat AMD het afgelopen decennium op Intel heeft veroverd: van onder de 10 naar rond de 20 procent. Bovendien zijn er de nodige kanttekeningen te plaatsen bij Intels innovatiekracht. De chipgigant trommelt zich weliswaar op de borst over zijn snellere Celerons en nieuwe 2 GHz Pentiums 4 en Xeon, maar AMD schreeuwt nu al van de daken dat het eind volgend jaar met een 3,3 GHz chip komt. Bovendien heeft het met zijn huidige processoren al bewezen dat kloksnelheid alleen niet allesbepalend is voor het prestatieniveau.
Die processor zal gebaseerd zijn op de 0,13 micron Hammer-chip, waarmee AMD probeert Intel in de flank te raken. Topman Sanders in zijn interne notie aan zijn werknemers: "Intel heeft met de Pentium 4 een inferieure oplossing in de markt gezet; het is een Porsche met fietswielen. Intel is doodsbang voor de concurrentie met onze Hammer-processoren." Eind 2002 zal blijken of hij zich alleen bedient van holle retoriek.
Wereldhegemonie
Intel en AMD vechten hun wereldhegemonie op het scherpst van de snede uit. Ondertussen gaat ook de rest van de wereldwijde chipproducten, met name die van geheugenchips, gebukt onder de afkalvende marges. Een rondje langs de velden. STMicroelectronics, Europa’s grootste chipbakker, boekte over het tweede kwartaal 165 miljoen dollar verlies. Infineon, eigendom van het Duitse elektronicaconcern Siemens, zag het nettoverlies over boekjaar 2000/2001 oplopen naar 523 miljoen euro. Philips’ halfgeleiderdivisie boekte over het afgelopen kwartaal 43 procent minder omzet dan dezelfde periode vorig jaar, wat resulteerde in 291 miljoen euro operationeel verlies.
In Azië ziet het er nog slechter uit. De nettowinst van het Zuid-Koreaanse Samsung, ’s werelds grootste producent van geheugenchips, daalde met 75 procent naar 290 miljoen euro. De Japanners bakken er al helemaal niets van. Over het eerste halfjaar boekten de grote vijf – Toshiba, Nec, Mitsubishi, Fujitsu en Hitachi – bij elkaar opgeteld vier miljard euro verlies. Vooral de Japanse chipmakers missen richting in hun chipbeleid nu met name de markt voor geheugenchips op zijn achterste ligt.
Volgens de laatste voorspellingen zal de chipmarkt op zijn vroegst midden 2002 aantrekken. Daarvan profiteren in ieder geval de bedrijven die hun interne organisatie en financiën het best op orde hebben, wat vooral bij de Japanners nog maar de vraag is. Een shake out is daar niet ondenkbeeldig. Ook de bedrijven met het grootste marktaandeel en de beste technologische papieren maken goede kansen. Wat dat betreft zit Samsung, dat met zijn nieuwe sdram-technologie de concurrentie voor is, op de eerste rang. Ook de foundries spinnen garen bij de recente ontwikkelingen. Als geen ander kunnen zij grootschalig produceren tegen bodemprijzen. Verder profiteren de chipontwerpers, zoals het Britse ARM, dat zijn winstgroei dankt aan de toenemende afname van chiplicenties door reuzen als Intel, STMicroelectronics en Texas Instruments. De chipbakkers proberen met de grensverleggende technologie van ARM marktaandeel van elkaar af te snoepen, vooral nu het slechter gaat.
Waar gaat het heen met Intel en AMD? Ze zullen elkaar het vuur na aan de schenen blijven leggen, terwijl beide bestaansrecht hebben, alleen al omdat de it-industrie zich niet graag laat bedienen door een monopolist.