Informatie-technologie is slecht voor het milieu. Laten we hier voor eens en altijd afrekenen met het idee dat automatisering, de digitale revolutie, de webrevolutie, of hoe u de grootschalige toepassing van computers en aanverwante apparatuur ook wilt noemen, een schone revolutie is. Dat is niet het geval.
Integendeel, de digitale revolutie is een vieze boel. Het maken, opslaan en transporteren van gigantische hoeveelheden bits & bytes vreet enorme hoeveelheden steenkool, veroorzaakt zure regen en versterkt het broeikaseffect. Om over andere schadelijke neveneffecten nog maar te zwijgen.
‘Jaja’, hoor ik u al denken. Al die zacht zoemende apparatuur gebruikt immers ontzettend weinig elektriciteit. Sterker nog; microprocessors, PC’s, servers, routers, hubs en dergelijke worden steeds energie efficiënter. De tijd is niet ver meer dat we in staat zijn om één bit in één elektron op te slaan. Wat nou vies?
Inderdaad, dit is allemaal waar. Het probleem betreft niet de efficiënte apparatuur, maar het is een probleem van schaal. De vraag naar elektriciteit om steeds krachtiger digitale apparatuur aan te drijven stijgt namelijk vele malen sneller, dan de energie-efficiëntie van chips.
Telefoonboek
In de jaren zeventig werd in milieu- en derde-wereldbladen nog wel eens de vraag opgeworpen: Vindt u dat alle Chinezen recht hebben op een telefoonboek? Wie probeerde deze vraag te beantwoorden raakte al gauw verstrikt in een mijnenveld van verkeerde inschattingen, gewetenskwesties, politiek niet-correcte standpunten en milieu-overwegingen. Natuurlijk, als iedere Nederlander een telefoonboek heeft, dan mag iedere Chinees er ook één. Maar, hoe dik is het telefoonboek van Beijing wel niet? Moet dat telefoonboek ieder jaar vernieuwd worden? En hoeveel bomen moeten er gekapt worden om een miljard Chinezen zo’n boek te bezorgen.
Het dilemma van het Chinese telefoonboek is dat ongeveer alle bomen ter wereld ervoor gekapt moeten worden. Bovendien kost het maken en distribueren ervan een geweldige hoeveelheid fossiele brandstof.
Anno 1999 is dit telefoonboekdilemma op een andere manier relevant. Vind u dat alle Chinezen recht hebben op een PC met een eigen Internet-aansluiting? Het antwoord luidt opnieuw dat deze ontwikkeling een milieuramp zou betekenen. Een miljard PC’s die aangesloten zijn op het Internet, gebruiken – met de hele Internet-infrastructuur die daarvoor nodig is – evenveel elektriciteit als de totale elektriciteitsconsumptie van de Verengide Staten.
Halve kilo steenkool
Het nieuwe Chinese dilemma wordt duidelijker wanneer we kijken naar een land waar men reeds hard op weg is om iedere huishouding een PC en een Internet-aansluiting te bezorgen: de Verenigde Staten. Het blad Forbes rekende in mei van dit jaar zijn lezers voor dat er in de Verengide Staten ongeveer een halve kilo aan steenkool wordt opgebrand om 2 megabyte aan data te creëren, op te slaan en transporteren. PC’s beschikken over steeds krachtiger processoren en disc-drives vreten steeds meer elektriciteit. Ook mainframes, hubs, servers, routers, zendapparatuur, versterkers en andere apparatuur gebruiken meer energie dan voorheen. Het probleem is vooral dat er steeds meer apparaten komen.
36 Miljard kiloWattuur
Volgens recente gegevens zijn er in de VS zo’n 200 miljoen PC’s in gebruik, waarvan 50 miljoen in huishoudingen en 150 miljoen in bedrijven. De doorsnee PC met randapparatuur gebruikt per jaar volgens Intelliquest zo’n 1000 kiloWattuur aan elektriciteit. Al die PC’s samen vreten dus 200 miljard kilowattuur aan elektriciteit. Daarbij moeten we bedenken dat het maken van een PC ook energie kost. Een PC-fabriek – waarvan er in de VS zo’n driehonderd staan – trekt 10 tot 15 megaWatt. Voor het maken van één PC is ongeveer 1000 kiloWattuur aan energie nodig. Jaarlijks worden er in de VS 36 miljoen nieuwe PC’s afgeleverd. In zijn totaliteit kost dat dus nog eens 36 miljard kiloWattuur aan elektriciteit.
Uiteraard zijn de PC’s het topje van de ijsberg. Daarnaast is er nog de energieconsumptie van routers, servers, mainframes, versterkers et cetera. Cisco’s 7500 router kan 400 miljoen bits per seconde verwerken en gebruikt daarvoor 1,5 kiloWatt. De volgend generatie zal met dezelfde hoeveelheid Watts zestien keer zoveel bits versturen. Maar de hoeveelheid data over het Internet stijgt veel sneller dan Cisco zijn routers efficiënt maakt. Nog sneller stijgt het aantal .coms. Er zijn nu in de VS al meer dan 17.000 pure webbedrijven. Grote jongens als Amazon en Schwab onttrekken voor hun hardware ongeveer 1 megawatt aan het elektriciteitsnet.
Na de gloeilamp
Het zijn mooie tijden voor de Amerikaanse energiebedrijven. Ongeveer de helft van het totale elektriciteitsgebruik in de VS werd tot voor kort gebruikt voor twee uitvindingen uit de vorige industriële revolutie: de gloeilamp en de elektrische motor. Daar zit de laatste jaren voor geen millimeter groei in.
De digitale revolutie neemt die rol nu over. Volgens data van de Information Technology Industry Council soupeerde het maken en opereren van stand-alone computers met randapparatuur in 1986 ongeveer 2 procent van het totale elektriciteitsverbruik op. In 1998 is dat percentage gestegen tot 6 procent. De hele Internet-infrastructuur gebruikte anno 1998 8 procent van het totale elektriciteitsgebruik. Bij elkaar consumeert de hardware van de digitale revolutie dus 14 procent van alle elektriciteit. Wanneer de groei zich in het huidige tempo zal doorzetten, zo schrijft Forbes, dan zal dat aandeel in 2005 gestegen zijn tot 50 procent.
Stijging
De Amerikaanse elektriciteitsbedrijven zien de vraag jaarlijks met 3 procent stijgen. Die stijging wordt voor meer dan 50 procent veroorzaakt door de allomtegenwoordige microprocessor. Van de Amerikaanse energie komt 66 procent uit kolen- en gascentrales, de belangrijkste veroorzakers van zure regen en broeikaseffect. Ergo: Voor al die vriendelijk zoemende kastjes in woonkamers en met airco gekoelde kantoren betalen wij straks met verzuurde bossen, klimaatsveranderingen en een verhoogde zeespiegel. Het is dus absoluut geen goed idee om alle Chinezen online te laten gaan. China haalt een nog groter deel dan van zijn elektriciteit uit fossiele brandstoffen dan de VS doet.
Besparingen
Maar er zijn toch ook enorme energiebesparingen door de opkomst van de webeconomie? Mensen rijden minder in hun auto omdat ze producten kopen op het web en teleforensen? Dan zijn er minder echte winkels en kantoorruimte nodig. Voorlopig blijkt dit nog niet uit de Amerikaanse cijfers. Nu mensen hun boeken bestellen bij Amazon.com hebben de bezorgwagens van FedEx, UPS en andere koeriersdiensten het drukker dan ooit. Daarnaast blijven de Amerikanen echter in hun auto stappen om andere inkopen te doen. En teleforensen hebben niet één, maar twee kantoren – één thuis en één op het werk. Dat betekent twee PC’s, twee printers, twee scanners en twee Internet-connecties.
Verwarming
De enige duidelijke besparing van energie door computers bestaat in de verminderde verwarmingskosten van kantoorgebouwen in de winter. Alle PC’s, servers en randapparaten produceren zoveel warmte dat de centrale verwarming minder vaak aanslaat. Ook deze besparing wordt echter weer te niet gedaan door het extra energiegebruik van airco’s die in de zomer de oververhitte Amerikaanse kantoorruimten moeten afkoelen.