Heel wat leveranciers van telecomdiensten vragen zich vertwijfeld af wat ze moeten beginnen met hun te ruim opgezette datacentra. De meeste moeten hun strategie grondig herzien in de hoop nog wat rendement te halen uit hun enorme investeringen.
Er was geen telecomaanbieder te vinden die met zoveel woorden wil toegeven dat zijn datacentrum een grote lege hangar is waar het geluid weergalmt als in een stationshal rond middernacht. Niemand ontkent echter de beleefd geformuleerde stelling van een ondervraagde aanbieder dat “heel wat concurrenten met een ernstig probleem van overcapaciteit kampen”. In de euforie van de dotcomjaren spanden sommige de wagen voor het paard: kosten noch moeite werden gespaard om enorme hyperbeveiligde ruimtes met klimaatbeheersing klaar te maken voor de honderden servers die zouden aanrukken. Het zou echter bij enkele tientallen blijven.
Van de vier aanbieders die bereid waren vragen te beantwoorden, beweren Belgacom, MCI en Scarlet dat ze weliswaar niet meteen bezwijken onder de vraag, maar hun datacentra toch wel ‘goed gevuld’ zijn. Scarlet heeft het over een ‘verzadigde markt’. Daarom verkocht het zijn datacentrum in Machelen aan Belgacom. Colt geeft toe dat de marktvraag niet beantwoordt aan de hooggespannen verwachtingen en is daarom druk bezig zijn datacentra op internationale schaal te consolideren. Het Belgische datacentrum in Nossegem is voorlopig dan ook ‘in de diepvriezer’ gestopt. Level3 – waar algemeen directeur en woordvoerder Jo Van Gorp onlangs naar Telenet is vertrokken – zwijgt in alle talen. Ook bij Interxion vingen we bot. Het is echter geen geheim dat deze firma de laatste jaren heel wat personeel heeft moeten ontslaan en dat ze nu wordt geleid vanuit Frankrijk.
Prijzenoorlog
Zowel Belgacom als Scarlet gebruiken de datacentra nog altijd voornamelijk voor de hosting van websites. “Wij werken vooral met middelgrote bedrijven die hun webservers niet zelf willen beheren. Verder stellen we vast dat steeds meer ondernemingen bij ons een tweede versie van hun servers installeren om gewapend te zijn tegen alle mogelijke rampscenario’s. Het ziet er overigens naar uit dat de asp-platformen volop bezig zijn aan een comeback, vooral voor factureringtoepassingen”, vat chief technology officer Gilbert De Bree van Scarlet de toestand samen. “Onze twee datacentra zijn redelijk goed gevuld”, beweert hij. Verder meent hij dat de eisen van de klanten (vooral uit het mkb) de laatste jaren niet opvallend gewijzigd zijn. Hij wuift ook de bewering weg dat er een prijzenoorlog woedt tussen de verschillende hosters.
Bij Belgacom horen we een ander geluid: “De prijzenoorlog is al een hele tijd bezig. Iedereen probeert koste wat het kost een kritische massa te bereiken”, meent Ulrik Van Scheepdael, marketingdirecteur bij Belgacom NSI. Volgens hem is de klassieke hosting van websites een basisproduct geworden; een standaardservice waarop weinig toegevoegde waarde te leveren valt. Ook Belgacom gebruikt de datacentra vooral voor webhosting, maar dan niet langer beperkt tot eenvoudige websites. “Het gaat niet alleen om toepassingen voor e-commercie, maar ook om alles wat te maken heeft met het vpn (virtual private network) van de klant. Steeds meer bedrijven kiezen voor uitbesteding van hun extranet- of intranetservers in het kader van een wan (web area network). Hun belangrijkste zorg is hun hardware onder te brengen in een beveiligde omgeving die de beste garanties biedt om na een storing snel te kunnen herstarten.”
Nog steeds moet Belgacom volgens Van Scheepdael nieuwe inkomsten genereren door specifieke hosting aan te bieden waarin beheer van complexere omgevingen voor e-zakendoen mogelijk is. De doelgroep bestaat uit niet alleen grote ondernemingen, maar ook kleinere bedrijven die strategische waarde hechten aan internettoepassingen. “Het datacentrum mag niet functioneren zonder voeling met de realiteit. Het moet kunnen steunen op een ruimer dienstenaanbod wat netwerken betreft.” De operator beschikt over drie datacentra: een in Machelen voor intern gebruik, het van Scarlet overgenomen centrum te Machelen en een in Evere.
Geen standaardwerk
De forse opmars van opslag compenseert de verzadiging van de klassieke hostingbehoeften gedeeltelijk. In plaats van er webservers te installeren gebruiken steeds meer ondernemingen de beschikbare ruimte in de datacentra om er grote opslageenheden onder te brengen die dan via een vpn-netwerk of glasvezel worden aangesloten op hun interne netwerken. Het bedrijf Bluebackup, gespecialiseerd in de uitbesteding van opslag, maakt bijvoorbeeld gebruik van de infrastructuur van Interxion. Ook farmaceuticabedrijf Pfizer huurt voor opslagdoeleinden 700 m2 in dit datacentrum in Zaventem.
MCI (het vroegere Worldcom) doet nog nauwelijks aan hosting van websites: het heeft dit toevertrouwd aan zijn filiaal Uunet. De operator krijgt zijn twee datacentra in Brussel en zijn datacentrum in Luxemburg ‘behoorlijk gevuld’ met allerhande diensten die vooral met redundantie en beveiliging te maken hebben. Dat zijn essentiële begrippen voor grote ondernemingen, vooral banken. Het is dé reden waarom MCI miljoenen investeert in zijn ultramoderne datacentrum in Luxemburg.
“Voor alles wat te maken heeft met externe hosting met het oog op veiligheid en bedrijfscontinuïteit is er nog een stevige groeimarge”, stelt marketingdirecteur Renaud Montulet. “In tegenstelling tot klassieke webhosting heeft deze markt niets te maken met standaardwerk. De klant eist maximale waarborgen aangaande beveiligde toegang tot de zalen, klimaatregeling, redundantie in stroomtoevoer, softwarebescherming tegen virussen enzovoort. Dat vereist grote investeringen en voortdurende alertheid voor nieuwe communicatietechnologieën, zoals dwdm, waarmee toegang op afstand in realtime geherdefinieerd moet worden.” (Dense wavelength data multiplexing is een optische technologie die de beschikbare bandbreedte op glasvezel verhoogt. Het principe is meerdere signalen tegelijk te sturen over verschillende golflengten. Zo kan tot 400 GB/s worden verzonden over één vezel.) De tijd dat de datacentra als paddestoelen uit de grond schoten is voorbij. Voortaan wordt weer gewikt en gewogen over elke vierkante expansiemeter.< BR>
Olivier Fabes, Datanews