Network Appliance kocht Spinnaker vanwege diens voorsprong op de weg naar opslag-grids. Technisch topman Ron Bianchini, voorheen ceo van Spinnaker, erkent dat er vooralsnog geen sprake is van grids in de open, leveranciersonafhankelijke zin, maar hanteert toch bewust die term.
|
De groei van het werken met grids, waarbij verschillende computers een rooster vormen, helpt volgens Bianchini wel de vraag naar zijn opslag-grids. Hij verdedigt het gebruik van die term door te wijzen op de gelijke mate van schaalbaarheid. Echt open opslaggrids zijn volgens hem vooralsnog niet aan de orde.
“Op de korte termijn zullen wij niet als gateway fungeren voor opslag van derden. Onze opslagapparaat Gfiler kan nu wel dienst doen als gateway voor apparatuur van Hitachi en IBM, maar dat vereist veel test- en certificeringswerk. Op de lange termijn komt dat er zeker, zodra de integratie met de Gfiler van Network Appliance rond is.”
De mede-oprichter van Spinnaker is bij Netapp algemeen directeur voor de divisie Scalable Systems and Gateways, in wezen dus zijn oude bedrijf. Zijn voornaamste taak is het ontwikkelen van de opslag-gridarchitectuur van het moederbedrijf. “Netapp heeft nu zeven divisies. Het doel van mijn groep is zeker één divisie, die verantwoordelijk is voor de Gfiler, en misschien wel twee, op te slokken.” Bianchini werkt aan technologie om de producten van die andere takken te omvatten en dan dus te overvleugelen.
In de wolk
Over de overname van zijn bedrijf vertelt Bianchini: “Dave Hitz (medeoprichter van Netapp – red.) nam contact met ons op. Hij had een plan om op termijn opslag in een ‘wolk’ te hebben met aan de ene kant clients – apparatuur en applicaties – die data opvragen, en aan de andere kant de fysieke schijven waar de data op staat. Er was erg veel overlap met de plannen van Spinnaker.”
“Opslag is momenteel nog altijd gefragmenteerd, doordat opslag wordt ingericht naar applicaties en de vereisten daarvan, zoals bescherming en kwaliteitsgaranties (quality of service). We willen naar één universele opslagwolk waarin dan diverse vereisten ingesteld kunnen worden.” Bianchini vertelt dat Network Appliance dit jaar met een reeks producten komt die opslag-grids werkelijkheid moeten maken. Hij nuanceert dat met de opmerking dat Spinnaker al achttien maanden producten leverde vóór de overname.
“De r&d van Spinnaker is echter veel kleiner dan die van Netapp. We beperkten ons oorspronkelijk dan ook tot de ‘niche’ van zware rekenprojecten (high-performance computing). Nu kunnen we ons door de overname op een veel bredere markt richten.” Zaken als kwaliteitsgarantie voor opslag komen pas zodra de integratie met de Gfiler rond is.
De Netapp-ontwikkelaar meent dat dergelijke zware opslagopstellingen heus niet alleen zijn voorbehouden aan zware gebruikers. “Spinnaker was een bedrijf met maar tachtig man, waarvan vijftig ingenieurs. Dus richtten we ons alleen op het zware segment. Ongeveer zestig procent van onze klanten zat inderdaad in die sector, maar daarnaast hadden we ongeveer vijftien procent ‘algemene bedrijven’. Dat zijn ondernemingen die bijvoorbeeld de home-directories van hun werknemers gedistribueerd hebben opgeslagen. Spinnaker bood echter niet voldoende functionaliteit voor die bedrijven, zoals gesynchroniseerde spiegeling. En dat doen we nu wel.”
Spinnaker heeft onder zijn reguliere, zware klanten onder meer Industrial Light and Magic, bekend van de Star Wars-film. “Als ik ‘ILM’ zeg, bedoel ik dus dat animatiebedrijf, niet ‘information lifecycle management’ wat nu erg in is in de opslagindustrie”, lacht de techneut. “Zij hadden voorheen een 32-wegs Sun-server met NFS en gebruiken van ons een cluster dat bestaat uit vier knooppunten. Die opstelling geeft hun zes keer het prestatieniveau dat ze eerst hadden.” ILM kon daarmee de vacht van de weerwolf in de nieuwe film Van Helsing in één dag doorrekenen, vertelt hij enthousiast.
Virtualisatie
Bianchini erkent dat veel van de beloften voor opslag-grids overeenkomt met die van opslagvirtualisatie, een ‘hype’. Het komt volgens hem echter niet op hetzelfde neer. “Het belangrijkste is dat wij niets, maar dan ook niets, wijzigen aan de clients en aan de infrastructuur. Het grote nadeel van opslagvirtualisatie was dat het overal veranderingen vereiste. Dus moest je veel aanpassingen maken en die certificeren en bijhouden. Wij doen alles �n de opslagserver, waardoor de clients, applicaties dus, gewoon NFS ‘zien’.”< BR>