DEN HAAG – Belastingfraudeurs maken in toenemende mate misbruik van Internet om schijntransacties te plegen. Deze vorm van ‘electronic commerce’ dreigt zo’n omvang te krijgen dat het ministerie van Financiën hieraan bijzondere aandacht wil schenken. Om de ‘digifraude’ beter te kunnen aanpakken zullen nieuwe, meer toegesneden controle-instrumenten nodig zijn.
Staatssecretaris van Financiën dr Willem Vermeend is zeer verontrust over de zogeheten ‘digifraude’, waarbij belastingen en premies worden ontdoken door gebruik te maken van de nieuwe mogelijkheden die Internet biedt. De nieuwe fraude-risico’s maken investeringen in nieuwe IT en verdere automatisering noodzakelijk. Bovendien zullen ook extra hooggekwalificeerde medewerkers moeten worden aangetrokken, die op professionele wijze tegenspel kunnen bieden aan nieuwe digitale fraude-ontwikkelingen.
Misbruik en oneigenlijk gebruik via de elektronische snelweg vragen ook om internationale maatregelen. Vermeend vindt dat de westerse industrielanden ook via de Oeso een dam tegen de digitale fraude moeten opwerpen. Nederland zal daartoe initiatieven nemen.
Virtuele bedrijven
De Belastingdienst is de afgelopen tijd op ondernemers gestuit, die belasting proberen te ontwijken door virtuele bedrijven of bedrijfsonderdelen in een belastingparadijs te vestigen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de elektronische snelweg.
Internet blijkt ideaal te zijn voor het plegen van schijntransacties. Belemmeringen van tijd en afstand spelen immers geen rol meer. Nieuwe communicatie-middelen maken razendsnelle transacties mogelijk.
In zijn nieuwe Fraude-nota wijst Vermeend er op hoe snel financiële transacties langs elektronische weg tot stand kunnen komen. Ook wordt het veel gemakkelijker transacties voor te wenden. Het gaat dan om virtuele transacties, die alleen op het computerscherm bestaan. Daarbij worden in werkelijkheid geen goederen of diensten geleverd. Ten slotte is het mogelijk via Internet transacties juist te verdonkeremanen. Kapitaal zwerft op die manier onzichtbaar over de wereld.
Controlemiddelen
"Financiële fraude wordt daarmee digifraude. Traditionele controlemiddelen als boekenonderzoeken en waarnemingen ter plaatse verliezen op dit terrein aan waarde." Het binnenstormen van woningen om snel de administratie te doorzoeken heeft namelijk weinig zin, als alle financiële handelingen in betrekkelijke anonimiteit via Internet zijn afgewikkeld. Met een paar klikken op de muis kan de fraudeur zijn geld de hele wereld over sturen en enorme ketens aan transacties fingeren. De fiscus stuit steeds vaker op moeilijk te ontrafelen netwerken van geheel of gedeeltelijk onzichtbaar gemaakte bedrijven. Achter een ogenschijnlijk bonafide onderneming gaat dan een web van allerlei duistere al dan niet virtuele bedrijven schuil. Hele geld- en goederenstromen kunnen zo buiten de belasting- en premieheffing en het douane-toezicht blijven, waardoor verplichtingen niet worden nagekomen.
Zoals gezegd maakt de IT nieuwe vormen van zakendoen mogelijk, waarbij tijd en plaats geen beperkingen meer vormen. Ook de technische mogelijkheden van conversie van gegevens, ontsluiting daarvan, informatiezoekstructuren, gegevensopslag en -transport en beveiliging van gegevens worden steeds hoogwaardiger. De fraudebestrijding kan hiermee beter worden ondersteund. Zo kunnen elektronische bestanden met behulp van datamining-programma’s worden geanalyseerd op bijvoorbeeld fraudepatronen. Digitalisering, elektronische snelweg en internationalisering vragen om een andere werkwijze bij de Belastingdienst. Dienstverlening, toezicht, opsporing en bestrijding moeten veranderen. De Belastingdienst zal meer ‘naar buiten’ moeten gaan om dicht op de werkelijkheid van alle dag te kunnen blijven. IT kan bijdragen tot een betere selectie. Risico’s kunnen daardoor sneller en gerichter worden gesignaleerd. Corr.
Fiscus ‘bewapent’ zich tegen fraude
De fiscus wordt steeds meer een Digitale Belastingdienst. De komende tijd moet een verdere integratie tot stand komen tussen transacties (aangiften en dergelijke) en informatie. De laatste fase omvat de ontwikkeling van geautomatiseerde controles van ondernemingen en het opsporen van digifraude.
Een belangrijk ‘wapen’ van de fiscus moet ‘informatie-veredeling’ worden. Een eenheid van de Belastingdienst gaat daarbij over een bepaalde bedrijfstak of branche alle kennis verzamelen. Ook met specifieke fiscale risico’s en belangen wordt rekening gehouden. De speciale eenheid stelt vervolgens een standaard-behandelplan vast. Alle andere eenheden baseren hun aanpak van bepaalde bedrijven op deze standaards.
Vervolgens wordt de informatie die de fiscus heeft over een bepaalde branche vergeleken met de resultaten van een individueel bedrijf en andere gegevens. Ten slotte wordt informatie van de branche geïntegreerd met branche-overstijgende informatie. Inzet van IT is bij dit alles onontbeerlijk.
Deze digitale aanpak vergt de inrichting van een overkoepelend kenniscentrum. Dit gaat het Belasting Informatie Centrum heten. Het centrum moet ook een belangrijke rol gaan spelen bij de bestrijding van digifraude.