Thefactor.e droomt van sterke positie als Noord-Europese webbouwer

Het oudste internetbureau van Noord-Nederland heeft het zware weer overleefd. Met steun van de nieuwe grootaandeelhouder Hanzevast wil Thefactor.e uitgroeien tot een solide bouwer van websites. Uitvalsbasis is een oude melkfabriek.

Wie durft? Het durfkapitaal ligt niet meer op straat. De vele faillissementen van jonge ict-bedrijven hebben investeerders kopschuw gemaakt, zo lijkt het. Toch wordt er nog steeds geld gestoken in veelbelovende firma’s en projecten. In een serie artikelen portretteert Computable een aantal exponenten hiervan en peilt het het investeringsklimaat in de Nederlandse ict-sector.   Alle afleveringen: Tickotel E-Ratio iBanx Solution 6000 Planon Buyonline Thefactor.e PIT Digimaster Interxion Glidepath

Thefactor.e (fonetisch de Engels term voor fabriek) zetelt in De Ommelanden, een tot bedrijvencomplex omgebouwde oude melkfabriek aan de Groningse ring. "Hier wordt digitale melk geproduceerd, zeggen we wel eens gekscherend tegen elkaar", vertelt directeur Folkert Ringnalda. Zijn internetbedrijf heeft zich na een moeizaam 2001 hervonden en wil met steun van Hanzevast uitgroeien tot een groot Noord-Europees internetbureau.
Thefactor.e beschikt naast het hoofdkwartier in Groningen reeds over een verkoopkantoor in Amsterdam. Het wil er meer openen, onder andere in Enschede en Hamburg. Het vizier is niet alleen gericht op Nederland, maar ook op het noorden van Duitsland en op termijn Engeland. Autonome groei is het uitgangspunt, maar het bedrijf wil tevens groeien via overname van andere internetdienstverleners.

Cowboys

Voor de expansieplannen is kapitaal nodig. Daarvoor is Thefactor.e in zee gegaan met Hanzevast. Deze investerings- en vastgoedmaatschappij heeft in ruil voor 1,5 miljoen euro een meerderheidsaandeel verkregen en zal ook de komende jaren geld steken in het internetbureau. Bovendien beschikt de investeerder over een groot netwerk, dat zich tot in Duitsland uitstrekt, en is Hanzevast-directeur Jaap Wolters betrokken als adviseur. Volgens Ringnalda is het kapitaal niet alleen bedoeld voor de financiering van acquisities en kantoren, maar ook als investering in de organisatie en de dienstverlening. Thefactor.e begint aan een ISO-certificeringstraject en poogt creativiteit en technologie te combineren met projectmanagementmethodes uit de it-praktijk. Het streeft ernaar om op een gestandaardiseerde manier via modules internet- en intranetoplossingen aan te bieden en waar nodig maatwerk uit te voeren. Daarnaast wil de firma via een servicedesk asp- en webhostingdiensten verhuren om minder afhankelijk te zijn van internetprojecten.
Ringnalda: "Wij zijn geen cowboys en willen als een degelijke internetpartij worden beschouwd. Klanten willen weten of wij bestaansrecht hebben en kijken naar onze manier van werken en de financiële situatie." Het internetbureau heeft websites gebouwd voor gemeenten, waaronder Leeuwarden en Groningen, en werkt voor uiteenlopende partijen als Wolters Noordhoff, Rijksuniversiteit Groningen, Hooghoudt, Corus en het Wereld Natuurfonds.

Wilde westen

Thefactor.e is naar eigen zeggen het oudste internetbureau van Noord-Nederland. Na zijn studie bedrijfskunde startte Ringnalda in 1995 samen met twee studiegenoten het Groningse internetadviesbureau BFM Business Net. "Netscape versie 1.0 was net uit. De eerste commerciële stappen op internet werden gezet. Het was de tijd dat bedrijven met een website nog de krant haalden. Wij hielden ons bezig met het inrichten van zulke sites. Een moeilijke opgave, omdat iedereen nog vooral gericht was op het verkrijgen van een internetaansluiting." Ter aanvulling zette het drietal in Zwolle de internetprovider Profnet op, later doorverkocht aan concurrent B-art Internetservices (opgeslokt door Via Networks).

Technologie Thefactor.e heeft een eigen contentmanagementsysteem ontwikkeld onder de naam Publish HQ. Het gebruikt van oudsher Macromedia (Cold Fusion, Flash), maar gaat nu ook Java- en Microsoft-technologie toepassen. Indien nodig roept het de hulp in van anderen, zoals automatiseerder Inter Access voor koppelingen met Lotus Notes. Samen met overheidsadviesbureau Daadkracht denkt Thefactor.e na over innovatieve toepassingen voor gemeenten, zoals een verbeterde versie van de online-productencatalogus Vind.

Omdat de look & feel van websites belangrijker werd, fuseerde BFM Business Net met het multimediabedrijf Tonebeeld Groningen tot BFM Tonebeeld. "Eind 1999 werden we bevangen door de internetkoorts en kozen we voor snelle groei", vertelt Ringnalda. "Tot die tijd deden we het bewust rustig aan. We letten op de kosten en maakten zelfs winst. Ik weet nog dat we vier dagen hebben vergaderd over het aannemen van onze eerste werknemer."
Nadat een fusie met reclamebureau Digital Peppers afketste, ging het internetbedrijf op eigen houtje verder. Het aantal medewerkers verdubbelde tot ruim 45. Onder de nieuwe naam Thefactor.e opereerde het vanuit het huidige onderkomen. "In 2000 ging het prima, maar in 2001 kwam de terugslag. Toen ook nog een debiteur van een half miljoen failliet ging en een grote opdracht van de Rijksuniversiteit Groningen werd afgeblazen, moesten we ingrijpen." Het bedrijf saneerde – het aantal medewerkers werd teruggebracht van 46 naar bijna dertig – en kwam op zoek naar een investeerder uiteindelijk bij Hanzevast uit.
Volgens Ringnalda is de wildwest-tijd voorbij. De serieuze, solide partijen blijven over en starten nieuwe initiatieven, zoals Pricewaterhouse Coopers met hun value portal en het samenwerkingsverband tussen CMG en Tridion. "Het geeft aan dat internet nog steeds als veelbelovend wordt beschouwd. Wil je overleven op deze markt, dan moet je opereren volgens de aloude economische principes. Winst maken, daar gaat het om." Ringnalda meent dat aan veel internetbureaus nog steeds teveel vet zit en verwacht dat er nog verscheidene zullen omvallen. "Het geheim van een mooie tuin is goed snoeien."