Als de Nederlandse regering door economische groei inderdaad geld overhoudt, dan moet het kabinet vooral investeren in onderwijs en ICT voor het onderwijs. Dit zegt Hans Wijers, voormalig minister Economische Zaken in een interview met Computable. “Zorg dan dat er een computer per vijf tot tien leerlingen op de scholen staat. Kennis heeft topprioriteit.”
Wijers vindt dat Nederland te weinig investeert in kennis. “Geef de leraren meer geld, een snelle computer en een aansluiting thuis.” De organisatieadviseur van The Boston Consulting Group reageert hiermee op de politieke discussie over de gevolgen van de ‘nieuwe economie’, waarbij ICT de motor kan zijn van langdurige groei met een begrotingsoverschot als uiteindelijk resultaat.
Wijers geeft aan dat de ontwikkeling van ICT enorm belangrijk is, maar dat nu pas de eerste verschijnselen zichtbaar zijn. Dit zal zich verspreiden door de hele economie. De voormalig minister vindt het jammer dat de politieke discussie verzandt in een ’typisch Haags debat over een half miljard meer of minder’.
Jorritsma
Volgens de voormalige minister van Economische Zaken besteedt zijn opvolger Annemarie Jorritsma veel tijd en aandacht aan de ontwikkelingen van ICT. Hoewel hij geen uitspraken wil doen over het werk van Jorritsma, geeft hij wel aan dat de huidige minister zijn beleid voortzet. Kritiek op haar functioneren begrijpt hij dan ook niet.
Wijers, tegenwoordig organisatieadviseur, heeft een goed gevoel over het ICT-beleid dat hij zelf als minister voerde. Hij kijkt met name tevreden terug op de start van Twinning en Gigaport, maar vindt wel dat zijn ministerie de ontwikkeling van Internet te laat heeft onderkend.
Bewindspersoon
In de discussie over de vraag of een apart bewindspersoon voor ICT al dan niet een goede zaak is, heeft Wijers een uitgesproken mening: “Het stomste wat je kunt doen is een bewindspersoon verantwoordelijk maken voor ICT. Hij gaat zijn collega’s voor de voeten lopen door de onduidelijkheid in verantwoordelijkheid. Ook kan deze bewindspersoon een type zijn dat de suggestie wekt alles onder zijn beheer te hebben, maar in werkelijkheid niets te zeggen heeft.”
De huidige situatie is volgens Wijers de beste. Hierbij coördineert de minister van Economische Zaken het beleid en houden de overige bewindslieden hun eigen verantwoordelijkheid. “Het model is complex. Het oogt natuurlijk potsierlijk dat zes ministers en staatssecretarissen hun handtekening zetten onder een kabinetsnota als De Digitale Delta. Net als de kamerdebatten, waarbij al deze bewindslieden aanwezig zijn en ook nog aan de beurt komen. Maar ja, als je aan wilt geven dat ICT belangrijk is en invloed heeft op alle factoren van de samenleving, dan is dit eigenlijk wel goed. Dan kost het maar wat tijd.”
Fenit
Wijers geeft aan dat hij als minister voor strategisch advies nauwelijks leunde op branche-organisatie Fenit. “ICT is een breed verschijnsel. Het zou enorm onverstandig zijn als het ministerie de contacten hierover beperkt tot Fenit. Dit betekent overigens niet dat de vereniging geen belangrijke rol in het geheel kan spelen. Het leuke van de branche is wel dat de mensen zich naar hun aard niet laten organiseren. Het is een redelijk anarchistische, ongeorganiseerde wereld met individualistische mensen. Ook al zou Fenit het proberen, de organisatie heeft hen toch niet in de hand.”
Over het idee van Fenit-voorzitter Henk Broeders om een koepelorganisatie op te zetten voor alle informatieverwerkende bedrijven, is Wijers niet echt enthousiast. “Misschien denkt hij dat er veel gemeenschappelijke belangen zijn. Maar volgens mij kom je dan uit bij VNO-NCW of MKB-Nederland. Het is leuk dat de organisatie ambities heeft. Maar ik weet niet of het realistisch is.” Een uitgebreid interview met Hans Wijers staat op pagina 45.