Economisch en maatschappelijk gezien komen er interessante jaren aan, stellen Daan Linden en Barry Derksen van Kpmg IT Trends Institute. Ze verwachten dat de economie ergens volgend jaar weer zal opleven, waarna zowel organisaties als de maatschappij beter zijn geïnformeerd over de vele onbenutte mogelijkheden die reeds aanwezig zijn (al dan niet uitontwikkeld). Nieuwe toepassingen zullen worden bedacht, die de manier waarop we wonen, werken, winkelen, leren en netwerken blijvend veranderen.
‘Oil goes up and oil goes down. But the world keeps spinning round and round." Dit citaat van Ray Krebbs uit de televisieserie Dallas geeft de gang van zaken in de ict-sector aardig weer. De hype is voorbij, beleggers houden de hand op de knip, maar de technologische vernieuwing als zodanig zet gewoon door! Momenteel is de aandacht van de manager verschoven van investeren in innovatie naar saneren en optimaliseren (ook wel ‘operational excellence’ genoemd) en is de focus gericht op winstgevende producten en klanten.
Deze focus leidt tot een golf aan standaardisatie, verbeteren van applicaties en integratie van systemen en processen met de bedoeling een ’toekomstrobuuste’ architectuur neer te zetten. Feitelijk komt het erop neer dat de aandacht is verschoven van vernieuwing naar beter benutten van de huidige mogelijkheden. Deze mogelijkheden worden momenteel zeer beperkt benut. Ga maar na, in hoeverre benut uw organisatie het gebruik van de reeds aanwezig erp-, kantoor- en intranet-applicaties?
Juist om die reden denken wij dat de nieuwe technologietrends zich minder aan de oppervlakte zullen manifesteren, maar juist in de technologie ‘onder de motorkap’. Om in de metafoor van onroerend goed te spreken, is volgens ons de nieuwe trend niet een nieuwe deur of raam, maar renovatie en versteviging van het fundament. Bij het verstevigen moet natuurlijk tevens naar de leidingen worden gekeken en dus ook naar de technische infrastructuur.
We gaan nu daarom niet zozeer in op individuele technologietrends; als trouwe lezer van Computable kent u die immers net zo goed als wij. We willen liever eens onder de motorkap kijken en, gecombineerd met datgene wat u al weet, op zoek gaan naar samenhang en de economisch-maatschappelijke gevolgen voor wonen, werken, winkelen, leren en netwerken.
.Net of J2EE?
Er zijn tegenwoordig diverse ontwikkelomgevingen beschikbaar voor de realisatie van nieuwe applicaties. Grofweg kan gesteld worden dat de onderliggende techniek uit twee stromingen bestaat: de Microsoft-techniek, gebaseerd op vb/asp, toegepast op IIS, eventueel aangevuld met MTS, versus de – van oorsprong – Sun Microsystems-techniek, gebaseerd op Java(script), op bijvoorbeeld Oracle 8i. Er zijn natuurlijk nog andere omgevingen (bijvoorbeeld PHP Nuke op Apache), maar deze zijn niet zo gangbaar als de eerder genoemde twee.
Zowel Microsoft als Sun (eigenlijk IBM/Netscape/Oracle/Sun) zijn bezig hun ontwikkelomgevingen te vernieuwen: Microsoft ontwikkelt .Net, Sun de Java 2 Enterprise Edition (J2EE). De verwachting volgens Gartner is dat deze twee omgevingen in de toekomst overblijven als serieuze platforms. Overige platforms zullen minder dan 5 procent marktaandeel behouden. Om te voorkomen dat er desinvesteringen gedaan worden, is het verstandig om, voorafgaand aan het ontwikkelen van nieuwe applicaties, keuzes te maken. Daarvoor is het handig de ontwikkelomgevingen van Microsoft en Sun met elkaar te vergelijken.
J2EE is relatief nieuw en .Net moet nog worden uitgebracht. Dit maakt een vergelijking tussen beide omgevingen moeilijk. .Net bevindt zich nog de bèta-fase, waardoor nog onzeker is welke elementen terugkomen in de uiteindelijke versie. Voor beide omgevingen geldt dat, op basis van ervaring met andere software, het nog enige tijd zal duren voordat er een redelijk foutvrije versie in omloop zal zijn. Op termijn (ongeveer drie jaar) zullen .Net en J2EE als enige twee serieuze internetontwikkelomgevingen overblijven. Om die reden zou het verstandig zijn om voor één bepaalde ontwikkelomgeving te kiezen en daarbinnen intra- of internetapplicaties te ontwikkelen. Zo’n keuze hangt echter af van verschillende criteria, waardoor in sommige gevallen J2EE beter zal zijn dan .Net en in andere gevallen omgekeerd. Het is dan ook verstandig om meer aandacht te besteden aan een goede architectuur en binnen deze architectuur de beste oplossing (lees: ontwikkelomgeving) in te zetten voor bepaalde deelgebieden.
XML als communicatiemiddel
XML stelt gebruikers in staat om via een uniforme bevragingswijze te zoeken in documenten, koppelingen te maken tussen documenten, basisdocumenten te maken die later kunnen worden omgevormd naar andere formaten zoals Html, of om gegevens uit te wisselen tussen twee applicaties. In meer algemene zin wordt XML dus gebruikt voor de import/export van gegevens, als representatiemechanisme en voor communicatie. Met name de tweede optie is interessant: op basis van dezelfde data kunnen verschillende typen (web)klanten worden bediend, zonder dat daar extra inspanningen voor nodig zijn. In webomgevingen waar niet duidelijk is wat de configuratie van de klantmachine is, is dit een voordeel.
In termen van uniformiteit en platform-onafhankelijkheid kan winst worden behaald bij het gebruik van XML als communicatiemiddel. Door applicaties uit te rusten met een XML-interface, kunnen toekomstige andere applicaties eenvoudig worden gekoppeld. Microsoft ondersteunt reeds XML en bijvoorbeeld SQL Server 2000 (een databasesysteem) is uitgerust met een XML-interface. XML is ook geïntegreerd in .Net. J2EE daarentegen faciliteert XML (nog) niet en laat het gebruik ervan over aan ontwikkelaars en derde partijen. Hierdoor ontstaat een wirwar aan mogelijkheden, die tot op heden nog niet heeft geleid tot één standaard. Microsoft heeft wat dat betreft met Soap (XML over http) een voorsprong.
Selecteren
De hoeveelheid informatie waarover werknemers en managers kunnen beschikken, is de afgelopen jaren in sneltreinvaart toegenomen. Maar hoe nu de relevante onderdelen uit deze veelheid aan informatie te selecteren en een informatie-overload te voorkomen? Succes in een snel veranderende wereld vergt ondernemende medewerkers die snelle toegang hebben tot precies d�e informatie en applicaties die ze nodig hebben om effectief en efficiënt te werken. Ondernemingen hebben op dit moment nog geen efficiënte en geautomatiseerde manier om individuen, groepen en klanten op het juiste moment van de benodigde informatie te voorzien.
De grote erp-leveranciers en een aantal kleinere bedrijven spelen in op deze behoefte met het zogeheten ‘Enterprise Information Portal’ (eip). Een eip maakt het mogelijk om toegang te krijgen tot informatie en om informatie te managen en te verspreiden op een meer efficiënte en consistente manier. Op termijn beloven eip’s de waarde van bedrijfsinformatie drastisch te verhogen. Waar de huidige generatie portals nog toegang geeft tot een beperkt spectrum aan informatie en applicaties – zoals bedrijfsinformatie, informatie over partnerorganisaties en klanten, marktplaatsen voor b2b en e-handel et cetera – zal de volgende generatie middels een geïntegreerd portal (een soort dashboard) toegang verschaffen tot alle informatie en applicaties die de gebruiker nodig heeft om zijn werk uit te voeren.
Enige waarschuwingen zijn echter op hun plaats. Voordat wordt geïnvesteerd in een portal met onbekende onderhoudskosten en een onbekende ‘return on investment’ moet goed worden gekeken naar de potentiële kosten en baten. Zelfs waar de initiële kosten relatief laag zijn, kunnen de onderhouds- en organisatieveranderingskosten hoog oplopen naarmate de portal een grotere rol gaat vervullen. De leverancier moet daarom met zorg worden gekozen. De meeste portals vergen een ‘dedicated server’ (of servers) en vaak zijn ‘back end’-aanpassingen in applicaties en data noodzakelijk. Van belang is in welke mate de technologie aansluit bij de informatiebehoefte van de bedrijfsprocessen. Daarnaast moet worden gelet op het gemak, of de moeite, waarmee legacy-systemen, erp en bedrijfsinformatie-toepassingen kunnen worden geïntegreerd in het eip – welke api’s zijn voorhanden? Tot nog toe bestaat er geen ‘kant en klaar’ portal, en de integratie van de vele verschillende data-bronnen is een grote uitdaging.
De grootste barrières voor succesvol kennismanagement en kennisdeling blijven echter cultureel en organisatorisch. Eip’s zijn geen substituut voor slecht kennismanagement. Uiteindelijk zijn het de mensen, en niet de technologie, die informatie en kennismanagementproblemen oplossen. De ervaring leert dat eip’s daarom een hoge politieke lading kunnen hebben.
De grote lijnen
In een vorig artikel (Computable, 3 november 2000) hebben wij de grote lijnen over tientallen jaren geschetst. Destijds hebben wij die lijnen geëxtrapoleerd en die bevindingen hebben we met u gedeeld. In het kader beschrijven we in welke mate we ernaast of erop zaten. Dit jaar doen we dit middels extrapolatie van ons jaarlijkse trendonderzoek onder circa vijfhonderd Nederlandse organisaties. Zeven jaar trendsanalyse heeft geleid tot een groot aantal bevindingen. Op de eerste plaats blijkt dat inzicht in de opbrengst (‘benefit’) van ict ontbreekt. En dat terwijl driekwart van de it-projecten de tijdsplanning en budget overschrijdt! Bij veel organisaties ontbreekt de ‘benefits-case’ voor het uitvoeren van een grootschalig it-project of is die niet realistisch.
Ten tweede blijkt na zeven jaar onderzoek dat veel onderzochte organisaties it-pakketten (zoals erp, crm en e-handel) inzetten op een probleem of verbetering. Maar al te vaak blijkt de daadwerkelijke implementatie echter niet aan te sluiten bij de bedrijfsstrategie en worden de verwachte besparingen/winsten niet behaald.
Verder blijken de makkelijk te implementeren technologieën te domineren vanwege ‘legacy’-problemen . E-mail kende bijvoorbeeld in 1999 een mate van toepassing van ruim 90 procent. Met name e-mail, internet en intranet zijn trends die in de afgelopen zeven jaar een enorme vlucht hebben genomen. De erfenis uit het verleden (legacy) blijken niet zomaar vervangbaar. Hoe moet u als organisatie hiermee omgaan?
Een vierde punt is dat strategische architecturen en applicaties slechts moeizaam worden gerealiseerd. Door de opkomst van vele nieuwe technologieën is het hebben van een strategische architectuur- en applicatieportfolio een absolute must. Veel organisaties blijken echter nauwelijks in staat om een samenhangende keuze te maken uit de enorme stortvloed aan nieuwe technologieën en standaarden. Deze bevinding sluit aan bij onze voornaamste trend voor de komende jaren: ‘investeren in uw motor’.
Vier stappen
Voor veel organisaties is het nu tijd voor bezinning. Mede doordat de economische groei zienderogen afneemt, moet het ict-beleid worden aangepast. De versterkte aandacht voor efficiëntie, kostenbesparingen, klantbehoud en terugverdientijd moet worden geadresseerd in de it-strategie en in een concrete ‘benefits case’ waarmee de organisatie de komende jaren gericht kan werken aan de nieuwe doelstellingen en inzet van it-trends. De volgende vier stappen kunnen hierbij als leidraad dienen: 1. Meten wat goed gaat en wat beter moet; 2. Reorganiseren en herinrichten; 3. Optimaliseren; 4. Innoveren.
Diverse ict-toepassingen zullen, wellicht geleidelijk aan, een aantal maatschappelijke ontwikkelingen stimuleren in de toepassingsgebieden wonen, werken, winkelen, leren en netwerken. Zonder volledig te willen zijn, geven we enkele voorbeelden van wat volgens ons binnen enkele jaren gemeengoed zal zijn.
Zo zal het wonen leuker worden! Dankzij technologieën als Wireless lan (IEEE 802.11b), adsl en glasvezel is het inmiddels mogelijk om in het hele huis draadloos breedbandig te internetten, spelen, bankieren en communiceren. Zelfs Jan des Bouvrie houdt rekening met deze ontwikkelingen in zijn bijdrage aan het woonmagazine VT-wonen. Voor alle leeftijden biedt het internet meer en meer entertainment.
Wat betreft het winkelen, zal lang niet iedereen zijn dagelijkse boodschappen doen via internet. Met name het funshoppen blijft, enkele veilingsites daargelaten, een fysieke activiteit. Om die reden zijn we ervan overtuigd dat winkelen via het internet vooralsnog niet aan het grote publiek is besteed. Wél hebben zowel organisaties als consumenten meer machtsmiddelen verkregen. Veel consumenten zullen wellicht niet online kopen, maar de informatie wel gebruiken om prijsvergelijkingen te maken en hun onderhandelingspositie te versterken. Denk bijvoorbeeld aan de verschillende prijsvergelijkingssites.
Ook op bedrijfsniveau geldt dit in termen van e-procurement, marktplaatsen en informatie over consumenten (‘webmining’). Interessante ontwikkelingen op het gebied van online verkoop en dienstverlening zijn ‘Voice Portals’ (praten tegen een website) en ‘Webservices’ (gebundelde diensten). Technologieën om in de gaten te houden op dit vlak, zijn bijvoorbeeld Soap/uddi, Voxml en ‘Intelligent agents’.
Het mobiele kantoor?
Veel organisaties stellen hun werknemers een mobiele telefoon, laptop en digitale agenda ter beschikking. De kosten voor mobiele werknemers kunnen daardoor behoorlijk oplopen. Dit verklaart ook de opkomst van zogeheten ‘split billing’ systemen, waarmee zakelijk en privégebruik van de telefoon kunnen worden onderscheiden. Ook het gebruiksgemak van de diverse mobiele toepassingen is nog niet ideaal. De veelheid aan apparaten, draden, stekkers en problemen met het synchroniseren van gegevens, leiden vooralsnog tot veel frustraties. Daarnaast verdient de beveiliging van draadloze toepassingen en mobiele apparaten nog de nodige aandacht. De markt voor mobiele communicatie zal echter geleidelijk aan volwassen worden. Mobiele oplossingen zullen de komende jaren sterk verbeteren, waardoor het ideaal van betaalbare plaats- en tijdsonafhankelijke informatie, communicatie en transactiemogelijkheden dichterbij zal komen.
Waar het gaat om leren en studeren, zal een elektronische leeromgeving persoonlijk contact niet kunnen vervangen. Toch kunnen de zogeheten ‘e-learning’-technologieën wel degelijk voordelen bieden. Mede in het licht van de toename van het belang van kennis, (reis)kostenbesparing en de dynamiek van de arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden, zijn de mogelijkheden op dit gebied zeker het overwegen waard.
Er zijn inmiddels internationale (software)standaarden ontwikkeld en ingevoerd waardoor de inhoud (‘content’) uitwisselbaar is en hergebruik eenvoudiger wordt. De onderlinge communicatie tussen e-learning-toepassingen verbetert en koppeling aan bedrijfsbrede systemen zoals SAP en Peoplesoft is geen probleem meer. Gebruikers kunnen door invoering van nieuwe breedbandverbindingen (adsl, gprs) de toepassingen beter benaderen en de aantrekkelijke multimediale en interactieve aspecten daadwerkelijk benutten. De kwaliteit van de inhoud verbetert, zelfs zodanig dat het in tegenstelling tot vroeger, mogelijk is vaardigheden te oefenen. Door dit alles is de e-learningmarkt inmiddels geëvolueerd van een technologie- en aanbodgedreven markt naar een gebruikers- en vraaggedreven markt.
Netwerken
Maar welke invloed heeft dit alles op het opbouwen en onderhouden van sociale netwerken? Dankzij de technologische ontwikkelingen neemt de waarde van deze netwerken alleen maar toe als nieuwe deelnemers zich tot het netwerk voegen, geheel volgens de Wet van Metcalfe. Deze waarde zal de komende jaren nog sterker toenemen. Niet alleen door de nieuwe deelnemers, maar juist door de nieuwe mogelijkheden. De Wet van Metcalfe gaat slechts uit van één communicatiekanaal (bijvoorbeeld de fax), maar dat is inmiddels achterhaald aangezien het mogelijk is om parallel gebruik te maken van video-conferencing, faxen, e-mailen, chatten en bellen. In de komende jaren zullen deze mogelijkheden alleen maar professioneler worden en eenvoudiger in gebruik. Totdat we aan een informatie-infarct bezwijken…
Om de mogelijkheden van bestaande en nieuwe technologie daadwerkelijk te kunnen benutten, zal de komende jaren nog veel aandacht moeten uitgaan naar onderwerpen als uniformering van de werkprocessen, standaardisatie en integratie op technisch en gegevens niveau en de bereidheid om samen te werken en kennis te delen. Feitelijk betekent dit dat uw organisatie op het architectuurvlak voor een aantal strategische keuzes staat. Hoewel deze vragen nooit op de agenda van de topmanagers staan, is het één van de belangrijkste onderwerpen voor de komende jaren.
In lijn met de ontwikkelingen onder de oppervlakte ligt de nadruk in de volgende fase op standaardisatie, optimalisatie en integratie. Reorganisaties, fusies, overnames en samenwerking zullen het beeld van de komende jaren bepalen. Investeringen zijn gericht op efficiëntie en het behouden van de klant. Dit lijkt weinig innovatief, maar in zekere mate is ook hier veel te verbeteren en te ontdekken. De taak van de trendwatcher verschuift hiermee, omdat de realiteit hem/haar hiertoe dwingt.
Innovatie en het toepassen van nieuwe technologie zal de komende jaren, hoewel wat meer op de achtergrond aanwezig, uiteraard een belangrijke rol blijven spelen. Immers, een concurrent hoeft niet per se stil te staan als u dit wel doet. De aanvliegroute om op een verstandige manier te innoveren, is het uitvoeren van één of meerdere experimenten (‘pilots’) aan de hand waarvan de kosten/baten van nieuwe technologie verder in kaart worden gebracht. Op deze manier blijft uw organisatie op de hoogte van de ontwikkelingen, en wordt bewerkstelligd dat een deugdelijke onderbouwing aan de investeringen ten grondslag ligt.
Met dank aan: Jeroen van Luijk, Kpmg IT Trends Institute, en Eric Mooijman, Kpmg Consulting.
Daan Linden Barry Derksen Kpmg It Trends Institute
Vier wijze lessen
In een vorig artikel (Computable, 3 november 2000 ) hebben wij de grote lijnen over tientallen jaren geschetst. Destijds hebben wij die lijnen geëxtrapoleerd en die bevindingen hebben we met u gedeeld. Hieronder beschrijven we in welke mate we ernaast of erop zaten.
In de inleiding op onze ’toekomstbeschouwing’ van vorig jaar schreven wij onder andere: "Voor het bedrijfsleven en organisaties ligt de toekomst bij ‘open’ en ‘mobiel’ (samen)werken binnen en tussen flexibele clusters van ondernemingen en individuen. Informatie-, communicatie- en transactietechnologie vloeien ineen en snelheid wordt meer dan ooit van doorslaggevend belang. Technologie als aanjager van e-handel – maar dan wel met vaart en ‘intiem’". In het artikel stipten wij onder andere het belang aan van een goede relatie met de klant, de vervlechting van technologieën en het strategisch belang van ict. Wanneer wij nu – een jaar later – terugkijken, valt allereerst op hoe snel het verval van de ‘nieuwe economie’ is ingezet. De euforie rondom e-handel is inmiddels omgeslagen in een negatieve teneur, getuige ook het grote aantal ‘dotcom’-faillissementen en massaontslagen bij de ict-, dotcom-, telecom- en processorbedrijven). Het vermoeden rijst dat hieraan niet alleen economische maar ook (massa-)psychologische factoren ten grondslag liggen. Het is goed raak in de ict-sector en dat laat zijn sporen na in de hele economie. Deze ontwikkeling is natuurlijk niet positief, maar het bewijst wel hoe belangrijk ict is geworden in onze samenleving. De consolidatie in de ict-sector bewijst eveneens dat ict eindelijk volwassen begint te worden.
Bij onze klanten zien wij dat de focus is verschoven van innovatie naar optimalisatie. In plaats van het inzetten van nieuwe ict binnen de organisaties, ligt de nadruk steeds meer op zaken als standaardisatie, integratie, herinrichten van de bedrijfsprocessen en het beter uitnutten van de functionaliteit die door de reeds beschikbare ict wordt geboden. En daar is op zich natuurlijk niks mis mee. Toch doet de huidige malaise tot op zekere hoogte geen recht aan de toegevoegde waarde die de ict-sector de afgelopen jaren heeft geleverd. We maken allemaal dankbaar gebruik van e-mail, de mobiele telefoon en het internet. En hoewel wij de huidige optimalisatieslag een logische stap en de juiste weg achten, denken wij toch nog wel eens met heimwee terug aan de afgelopen twee jaar. En waarschijnlijk terecht, want de afgelopen jaren zijn natuurlijk wel topjaren geweest op het gebied van innovatie. Wij hopen dat het enthousiasme waarmee de innovatieve slag heeft plaatsgevonden, niet voor goed is verdwenen!!
Kijkend naar wat we de afgelopen jaren hebben gezien, kunnen we volgende ‘lessons learned’ herleiden (*):
Les 1: Nieuwe technologieën zijn iets anders dan innovatie.
Techniek is in de meeste gevallen niet meer dan een ‘enabler’. Door het inzetten van een techniek worden nieuwe werkwijzen soms ineens mogelijk, denk aan chirurgie op afstand. Maar de inhoudelijke concepten veranderen bijna nooit. Communiceren op afstand via trommelcodes op holle boomstammen is in feite niet anders dan elkaar e-mails sturen en ze lezen via je wap-telefoon. Zo is e-handel in essentie de eigentijdse variant van het twintig jaar oude Business Process Redesign (bpr). De kretologie verandert, dat wat er gebeurt niet zozeer.
Les 2: Grote spelers zijn gewoon de baas.
Toen internet opkwam, ontstond in de tweede helft van de jaren negentig de browseroorlog tussen Microsoft en Netscape. Deze werd – uiteraard – gewonnen door Microsoft, net zoals MS-office had gewonnen van Corel-office en Novell-office. Zonder een analyse van Microsoft te willen geven, is onze les dat dergelijke grootmachten dusdanig veel macht hebben door hun ‘installed base’ van software dat ze moeilijk zijn te ‘breken’. Voor de meeste organisaties blijkt dat het het handigst is om bewezen technologie te kopen van betrouwbare partners in de markt. Wél zijn er vaak mooiere en betere spullen te koop dan die van de grote jongens. Het is daarom een kwestie van risico-inschatting of technologie kan worden betrokken van kleinere spelers op de markt.
Les 3: Na iedere vreugdefase komt een dip.
Het afgelopen jaar heeft Gartner met een prachtige curve van de e-handelshype de kern geraakt van wat velen al beleefden: e-handel is prachtig en veelbelovend. Maar de zeepbel is zó opgeblazen, dat ze is doorgeprikt. Na de kater komt of niets of een fase van nuchter gebruik. Dus hierbij onze oproep om een goed ontwikkelde ‘it-trendwatch-antenne’ neer te zetten. En om zelf te blijven experimenteren. Want iedereen zal zijn eigen leercurve door moeten bij het toepassen van nieuwe technologie. Denk aan een gangbare reeks als: blij starten, moeizaam verlopen, veel leren van de evaluatie, op tijd stoppen of… daarna succesvol implementeren en benutten.
Les 4: Trendwatchers bewegen altijd mee met de realiteit.
Je zult nooit een trendwatcher zien die er de brui aan geeft. Welnee, er ontstaat voortschrijdend inzicht en vooral een nieuw artikel! Wel wordt de toekomst steeds moeilijker te voorspellen, waardoor we niet anders concluderen dan dat trendwatchers een enorm aanpassingsvermogen hebben ten opzichte van de realiteit. En omdat trendwatchen ‘fun’ is, zullen we gewoon blijven doorgaan. De les is dus: ‘Luister wel naar trendwatchers, maar stuur vooral op eigen waarneming en ondernemerschap’.
* Zie ook het boek "Trends in IT 2001, Op tijd investeren in de juiste technologie" van Barry Derksen, Peter Noordam en Aart van der Vlist