In deze tijd van conjuncturele tegenwind richten veel ict-bedrijven hun blik op de overheid. Waar het bedrijfsleven zeer terughoudend blijft wat betreft investeringen, maakt een fenomeen als ‘e-government’ een bloeiperiode door, zo blijkt uit een recent rapport van IDC Research. Computable sprak met René Coppens, directeur Overheid bij IBM, over de rol van overheden als speler op de Nederlandse ict-markt.
Bedrijfskundige René Coppens kwam in 1984 bij IBM Nederland in dienst. "In die tijd was IBM nog vooral hardwareleverancier", zegt Coppens. "We waren goed in het maken van grote, logge mainframes en minicomputers. We waren in die tijd nogal op ijzer georiënteerd. De belangrijkste verandering binnen het concern in de afgelopen twintig jaar is de verschuiving van de aandacht van hardware naar dienstverlening."
De overheid is voor IBM een belangrijke markt. Ze doet zo’n 22 procent van de totale ict-uitgaven in Nederland. De omzet van Big Blue weerspiegelt dit ook in deze verhouding. In deze tijden van teruglopende economische groei wordt de overheidsmarkt voor ict-bedrijven steeds interessanter. Dienstverlening speelt daarin voor IBM een rol van toenemend belang. Coppens: "Onze omzet uit de overheidssector bestaat voor 35 procent uit dienstverlening. In 2003 zal dat richting 50 procent gaan, geholpen door de overname van Pricewaterhousecoopers."
Problemen zonder eigenaar
"Twintig jaar geleden leverden we de overheid vooral mainframes en printcapaciteit. Het rekencentrum van de overheid, SEC, was een van onze grote klanten. Dat was ook waarop we ons toen richtten, want in de rekencentra stonden de computers. Wat we deden was onze klanten meer capaciteit verkopen. We hielden ons niet bezig met de vraag wat de klant met die extra capaciteit zou moeten doen. Nu wordt dat omgedraaid. De klant vraagt een nieuwe computer en wij vragen waarvoor hij die nodig heeft, en of hij al die computers wel in huis moet halen. Is uitbesteden geen betere oplossing? Op dit moment heeft de overheid de backoffice-systemen goed op orde, daar is veel energie in gestopt. Ze is echter nog te langzaam met het naar de burger toebrengen van dienstverlening. Ook valt meer efficiëntie te brengen in de onderlinge afstemming van verschillende overheidsonderdelen."
De overheid heeft de neiging de complexe problemen op ict-terrein waarmee ze wordt geconfronteerd te verknippen tot fragmentarische onderdelen. Dat komt enerzijds door de suggestie van handelbaarheid die dit wekt. Anderzijds werkt de aanbestedingsplicht vanuit de Europese Unie dit in de hand.
"Het gevaar is dat je de hele keten of het hele probleem niet goed tackelt", zegt Coppens. "Het is vaak zinvoller om na te denken over oplossingen voor de gehele keten. Neem de keten in de zorgsector. Iedereen is het erover eens dat de zorg efficiënter kan en dat er beter moet en kan worden gecommuniceerd. De techniek is niet de beperkende factor, maar de onmogelijkheid van de betrokken partijen om goed samen te werken. Centraal in deze kwestie staat de constatering dat er geen eigenaar is van het probleem. Wie wordt er beter van als het efficiënter gaat? De minister heeft een belang, de zorgverzekeraars, de ziekenhuizen, de apothekers, de huisartsen, de patiënten en zo verder. Er is niemand die zegt: ik ga de problemen oplossen. Dit komt doordat de opbrengsten vaak niet terechtkomen bij de partij die de investeringen doet."
Een ander voorbeeld is het fenomeen administratieve lasten. Alle bedrijven in Nederland worden geachte informatie te verstrekken aan een keur aan instanties, zoals de Belastingdienst, de Kamer van Koophandel, het Centraal Bureau van de Statistiek en de Sociale Dienst. Veel van die informatie is gelijk. In Nederland gaat in dit circuit van administratieve lasten zeven- tot acht miljard euro om. Coppens: "Daar zitten zoveel dubbele informatiestromen in dat het een fluitje van een cent is om die kosten met een kwart terug te brengen als de desbetreffende instanties hun gegevens beter delen. Hier loop je tegen het probleem op dat de opbrengsten bij andere partijen terechtkomen dan degene die de investeringen doet."
Gemeentenmarkt
E-government – betere dienstverlening aan de burger via technologie – is een begrip dat onder meer speelt op de gemeentenmarkt. IBM wil op die markt een belangrijke rol spelen. Coppens: "We zijn niet de beste website-bouwer. Er zijn kleine ondernemers die dat veel beter kunnen. Wij zijn goed in de integratie van front- en backoffice. We hebben het breedste portfolio in de markt; van pc tot uitbesteding van infrastructuur tot complexe bedrijfsprocessen. Naarmate problemen complexer worden, neemt onze kracht toe. Voor waar we tekort komen, werken we samen met andere marktpartijen. Er moet een mooie website komen, maar een uithangbord alleen voldoet niet meer; je wilt ook transacties doen via de site. Dan wordt communicatie tussen voor- en achterkant cruciaal. Het is verbazingwekkend hoe vaak een formulier dat de burger online indient wordt uitgeprint en in papieren vorm de gemeenteorganisatie ingaat."
In het werkgebied ict en overheid gebeurt veel. Voor de komende jaren voorziet Coppens diverse ontwikkelingen. "Open source is een van de dingen die gaan spelen op de overheidsmarkt; minder afhankelijk zijn van één leverancier door naar open standaarden te streven. Bij de overheid is hiervoor op dit moment veel aandacht. Bedrijven moeten scherp zijn om in deze markt te opereren. Tot een jaar of tien geleden heeft IBM zich wel eens opgesteld als monopolist, maar sindsdien is een enorme slag gemaakt. We zijn al enkele jaren voorvechter van open standaarden. Dit betekent overigens niet dat we voorstander zijn van gratis software. Een andere ontwikkeling speelt zich af rond draadloos. Een derde kwestie is veiligheid. Dingen als de elektronische handtekening zullen de komende jaren volop in de belangstelling staan."
Efficiëntieslag
Wat betekent dit alles voor de burger? Welke zaken met betrekking tot de overheid kan deze over drie jaar online afhandelen? Coppens: "Gemeenten verschillen daar nogal in. Bij sommige kan je nu al online een uittreksel uit het geboorteregister krijgen. Voor een paspoort of rijbewijs zal je nog lang naar het gemeentehuis moeten. In de toekomst gaan we toe naar shared service centers, waarbij verschillende gemeenten samenwerken. Bij e-government zie je dat een landelijke aanpak vaak betekent dat je het niet van de grond krijgt en dat gemeenten individueel vaak te klein zijn. Men moet dus een tussenniveau vinden."
"In andere landen is een centrale aanpak wel goed mogelijk. In Korea bijvoorbeeld wordt e-government op gemeenteniveau landelijk aangestuurd. Daar heeft de centrale overheid gezegd: elke gemeente moet een site bouwen en die moet er zo uitzien. E-government groeit in Zuid-Korea dan ook snel. Ook in Frankrijk wordt veel op ministerieel niveau bepaald. In Duitsland gebeurt dit juist op het niveau van de Bundesländer, en in Nederland meer op lokaal niveau."
Voor ict-bedrijven liggen er op overheidsgebied tal van uitdagingen. Coppens: "Neem e-procurement. In het inkoopproces gaat veel geld om. Daarin valt een grote efficiëntieslag te maken. Ik denk dat gemeenten, al dan niet samen, veel te winnen hebben bij automatisering van het inkoopproces."
Het ligt dan ook voor de hand om te denken aan het oprichten van online marktplaatsen voor overheden. Coppens: "We proberen deze discussie wel aan te zwengelen, maar dat moet je op verschillende plekken tegelijk neerleggen; er is niet één overheid. Wij kunnen niet tegen één instantie zeggen ‘als ik jou was, zou ik een marktplaats beginnen’. Wat dat betreft is het ook een beetje missiewerk verrichten. Dat geldt niet alleen voor IBM, maar voor alle ict-bedrijven. Wij moeten de verantwoordelijkheid tegenover de samenleving nemen om de overheid op nieuwe ideeën te brengen. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid om daar iets mee te doen."
Casus: Koninklijke Bibliotheek
Een van de taken van de Koninklijke Bibliotheek is het duurzaam bewaren en toegankelijk houden van de nationale productie aan elektronische publicaties. Deze publicaties worden nu aangeleverd in de vorm van cd-rom’s, diskettes en magneto optische schijven. Ook online elektronische publicaties, waaronder e-tijdschriften van grote uitgevers en Nederlandse internetpublicaties, komen onder de hoede van de KB. Het gaat hierbij om beschrijving, opslag en beschikbaarstelling van een sterk toenemend aantal e-publicaties; naar schatting in enkele jaren honderden terabytes aan data.
De e-publicaties worden opgeslagen, verwerkt en beschikbaar gesteld middels een geautomatiseerd systeem: het Depot van Nederlandse Elektronische Publicaties. De groeiende hoeveelheid en de eis van beschikbaarheid op lange termijn vereisen een systeem dat zowel grootschalige als duurzame opslag mogelijk maakt en toegankelijkheid waarborgt. Zo’n systeem was nog niet beschikbaar. Als bewaker van het Nederlands cultureel erfgoed zag de KB zich daarom genoodzaakt dat te laten bouwen. Hiervoor is in opdracht van de directeur Informatietechnologie en Facility management het project Depot van Nederlandse Elektronische Publicaties gestart.
Begin 1999 heeft de KB, begeleid door Expanding Visions, marktonderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het realiseren van een Depot-systeem. De uitslag van dit onderzoek gaf aanleiding om een Europese aanbestedingsprocedure te starten. Als systeemleverancier is IBM gekozen. Het project heeft een internationaal karakter door de samenwerking met de British Library en doordat velen de aanpak en de vorderingen volgen. Eind 2001 werden de eerste modules (laadfunctionaliteit) opgeleverd. Het systeem is compleet opgeleverd in oktober 2002.
Bas Vlugt