Het belang van ict voor de Nederlandse economie blijft groot, maar leidt niet automatisch tot meer werkgelegenheid. Dit is een conclusie in het gisteren verschenen CBS-rapport De digitale economie 2005.
Het Centraal Bureau van de Statistiek kijkt met medewerking van TNO en het ministerie van Economische Zaken – in dat nieuwe rapport naar de it- en de telecomsector. Zij concluderen dat het economisch belang van de ict-sector voor het Nederlandse bedrijfsleven niet alleen groot is, maar zelfs bovengemiddeld in vergelijking met de andere Europese landen. Alleen Finland, Ierland en Groot-Brittannië kennen een groter belang van de ict-industrie.
De blik van het CBS-rapport is grotendeels gericht op 2004 aangezien daar meer en completer cijfermateriaal over beschikbaar is. In dat jaar groeide de ict-sector maar liefst 4 procent, terwijl de totale Nederlandse economie met slechts 1,7 procent toenam. Binnen de ict was telecom de grote aanjager met een groei van 4,6 procent.
Daarnaast staat de dienstverlening, die in 2002 en 2003 een forse terugval doormaakte, maar de omzet eind 2004 en in 2005 weer zag toenemen. De omzet uit diensten is in 2004 weer uitgekomen op het niveau van 2002, maar dat ligt nog altijd 3 procent onder het topjaar 2001.
De groei in de ict vertaalt zich echter niet naar een grotere werkgelegenheid. De totale ict-werkgelegenheid nam licht af, hoewel die daling minder sterk is dan in de twee jaren ervoor. Opvallend is dat de dienstverleners een werkgelegenheidsgroei meemaakten, wat dus betekent dat de niet-dienstverlenende ict een compenserende daling doormaakte.
Sectorgroei
Branchevereniging ICT~Office presenteerde gisteren ook marktcijfers over het afgelopen jaar. Volgens diens Marktmonitor is de sector 4,18 procent gegroeid, maar neemt dat dit jaar af naar 3,4 procent. Opvallend is dat de groei van alleen de ‘pure’ it-sector, dus zonder telecom en kantoortechnologie, groter is: 5,5 procent afgelopen jaar en naar verwachting 4,5 procent in 2006.
Die twee categorieën in de ICT~Office Marktmonitor beleven dan ook een daling van de groei en drukken daarmee de gehele ict. Telecom groeide in 2005 3,2 procent en daalt dit jaar naar 2,6 procent. Kantoortechnologie boekte 2,6 procent omzetgroei en komt dit jaar uit op 1,8 procent. Het CBS trekt eenzelfde conclusie; de hoogtijdagen van forse telecom-investeringen en -groei lijken voorbij. De groei van de telecom was in de tweede helft van 2004 en de eerste van 2005 negatief.
Volgens ICT~Office is de afgelopen jaar geboekte it-groei vooral te danken aan software; 8,1 procent in 2005, wat dit jaar zakt naar 7,6 procent. Nummer twee in de it is dienstverlening met 5,5 procent, dalend naar 5,4 procent. Derde en laatste it-onderdeel is hardware met een groei van 4,2 procent en een verwachte harde val naar slechts 2,1 procent groei.
Werk en opleiding
Vorig jaar uitte ICT~Office in zijn samen met Heliview opgestelde rapport de verwachting dat de ict-sector in 2005 een groei van 4,3 procent naar 29 miljard euro omzet zou doormaken. Daarbij zou voor het eerst sinds 2002 weer een tekort aan ict’ers.
Van een tekort is afgelopen jaar geen sprake geweest; het Centrum voor Werk en Inkomen noteerde in augustus zelfs nog een stijging van de ict-werkeloosheid, terwijl het in juli een lichte daling waarnam. Wel is wordt de vraag naar hoogopgeleide ict’ers met moeite ingevuld; de werkeloosheid betreft vooral de lager opgeleide automatiseerder.
Volgens het CBS is juist die groep aan het toenemen; terwijl de meeste informatici een HBO-opleiding hebben, zien de wetenschappelijke opleidingen hun instroom haperen. “Internationaal gezien doet Nederland het zeer matig met het opleiden van informatici”, stelt CBS in zijn jaarrapport. Ons land zit zelfs onder het Europese gemiddelde, zowel die van het ‘oude’ vijftien landen tellende Europa als het ‘nieuwe’ van vijfentwintig landen.
Toch is het zo dat Nederland internationaal gezien het hoogste percentage werkzame ict’ers onder de beroepsbevolking heeft. Bovendien neemt dat aandeel sinds 2003 weer licht toe, terwijl de totale beroepsbevolking stabiel is. De groei van de werkzame ict’ers is dan ook groter dan die van de opgeleide informatici, aldus het CBS. Nederland behoort qua percentage automatiseerders dan ook bij landen als Denemarken en Finland, en laat middenmoters als Japan en de Verenigde Staten achter zich. Dit betreft echter wel relatieve verhoudingen.
Ondernemersklimaat
Verder lijkt Nederland toch een relatief gezond – of in ieder geval groeiend – ondernemersklimaat te hebben. Het CBS merkt op dat het aantal ict-bedrijven van 1995 tot 2004 ruim is verdubbeld. Begin 2004 was één op de dertig ondernemingen in Nederland een ict-bedrijf. Opvallend is dat veel van die ondernemingen binnen drie jaar failliet is gegaan, vooral in de periode rond het instorten van de internetzeepbel, anno 2000.