Over één ding zijn ze het meteen eens: de tijd van praten is voorbij. Het is de hoogste tijd om alle ideeën, voornemens en initiatieven op het gebied van technologische innovatie in daden om te zetten. Wat Tweede-Kamerlid Zsolt Szabo (VVD), Jan-Kees de Jager van het Innovatieplatform en Peter van der Wel van de Pvdi (Partij voor de informatiesamenleving) betreft worden er komend jaar nogal wat knopen doorgehakt. In een rondetafelgesprek blikken ze vooruit en inventariseren ze de hindernissen die nog moeten worden opgeruimd.
Wie het afgelopen jaar niet tenminste een paar keer per week het woord innovatie in de mond heeft gehad hoort er eigenlijk niet bij. Het lijkt een begrip dat te pas en te onpas wordt gebruikt om over de toekomst van Nederland te praten; mooie verhalen en goede bedoelingen. Is innovatie ondertussen niet vooral een hype aan het worden?
Szabo: "Al is er in bepaalde kringen veel belangstelling voor innovatie, er zijn weinig mensen die weten wat het inhoudt. Het is een hype in de eigen omgeving, en daar moeten we vooral mee doorgaan. We móeten innoveren in Nederland. Er gaat al veel productie naar het buitenland en het innovatief vermogen verhuist mee. Er verdwijnt dus ook steeds meer kennis, bijvoorbeeld naar Oost-Europa. Het gaat om onze economische toekomst, om de vraag waar we over vijftien tot twintig jaar staan. Daar zit nu eindelijk beweging in bij de overheid, onder meer door het Innovatieplatform."
De Jager: "Het is geen hype, want innovatie is terecht enorm actueel. Innovatie is overigens al vijftig jaar oud, het komt met golven in de belangstelling. Het is noodzakelijk, we moéten innoveren. We zijn veel duurder en ook nog eens minder ver dan onze buren. Dat is de ‘sense of urgency’: innovatie is de enige mogelijkheid om in de voorhoede te kunnen meespelen, in volwassen markten."
"Innovatie is ook veel meer dan alleen alle kansen pakken om winst te maken. Dat is te eenvoudig. Innovatie gaat om processen, producten en diensten, om vernieuwing die verbetering brengt. Daar lopen we in achter. Als je alleen denkt in winst is dat voor de korte termijn. We moeten dieper gaan, door te investeren in kansen die verder in de toekomst liggen, voor een duurzame economische groei."
Technologie in 2004 De afgelopen maanden is een ware stortvloed aan ideeën, voornemens en initiatieven ontstaan rond het thema overheid en technologische innovatie. De regering heeft het Innovatieplatform in het leven geroepen, voorgezeten door minister-president Jan-Peter Balkenende. De Tweede Kamer heeft een Commissie Technologiebeleid ingesteld, ict-woordvoerder bij de VVD Zsolt Szabo schreef De Belgen voorbij, de Partij van de informatiesamenleving heef een partijprogramma gelanceerd, het ministerie van Economische Zaken stuurde een Innovatiebrief naar de Tweede Kamer, bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het actieplan Andere overheid het licht gezien, en Economische Zaken en de ambassade van de Verenigde Staten gaan gezamenlijk technologie-uitwisseling stimuleren met een groots opgezette handelsmissie in Silicon Valley. Reden genoeg om te veronderstellen dat de technologiesector in 2004 in beweging zal zijn. Computable sprak een aantal hoofdrolspelers uit het technologiedebat om te peilen wat we de komende maanden kunnen verwachten. In een rondetafelgesprek komen Zsolt Szabo, Jan-Kees de Jager van het Innovatieplatform en Peter van der Wel van de Pvdi aan het woord.(MvdH) |
Szabo: "Het bedrijfsleven moet beter gevoed worden. We moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat er jongeren te vinden zijn voor bètawetenschappen."
Van der Wel: "Daar ben ik het niet mee eens. Het gaat niet om het studeren van bètavakken, het gaat eerder om affiniteit met bèta. Dat bereiken zou de stimulerende rol van de overheid moeten zijn. Daarnaast kan de overheid fiscaal stimuleren, door flexibeler te worden op dat vlak."
Szabo: "Al die honderden miljoenen die beschikbaar zijn moeten bovendien niet alleen naar de gevestigde bedrijven gaan. Innovatief vermogen is het flexibel stimuleren van goede ideeën, juist ook bij kleine bedrijven."
Van der Wel: "Inderdaad, bij kleine bedrijven die markten openbreken, want dáár zit innovatief vermogen."
De Jager: "Het mkb zou wat dat betreft veel beter moeten presteren, zeker met hulp van kenniscentra. In Nederland zien we echter vaak scepsis bij onderwijsinstellingen over samenwerking met kleine bedrijven. Grotere ondernemingen bieden kennelijk meer zekerheid. We hebben hier te maken met verkokerde structuren. Juist daar ligt een specifieke rol voor de innoverende overheid. Ook het onthouden van overheidshandelen kan trouwens innovatie stimuleren. Ik pleit voor het openbreken van structuren. Grote ondernemingen hebben in toenemende mate kleine bedrijven nodig. Bij een aantal bedrijven zie je een goede samenwerking rond een campus, in Nederland is dat bij Enschede de achterliggende bedoeling."
"Het probleem in Nederland is wat ik de Hollandse Paradox noem. We zijn goed in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, maar we zijn slecht in het vertalen, in de conversie naar concepten. We kunnen de ideeën niet commercialiseren. De onderzoekers weten de aansluiting niet te vinden. We hebben een ‘Slochteren aan kennis’ te vermarkten. Daar zit de grote uitdaging en daar zit de winst."
Szabo: "De overheid moet ook goed op de hoogte zijn van de stand van zaken in het bedrijfsleven, innovatieve bedrijven weten te vinden. Ik ken bijvoorbeeld een bedrijf dat wereldwijd leidend is op het gebied van automatisering in de glastuinbouw. Dergelijke bedrijven moet je ook als overheid zien te vinden. Het mkb zelf is niet zo pro-actief in het lobbycircuit."
Van der Wel: "Het is moeilijk een klein bedrijf te zijn. Je hebt te maken met hetzelfde woud van regels als grote ondernemingen, regels die een klein bedrijf al snel kapot kunnen maken."
De Jager: "Als je de verkeerde investeringen hebt gedaan zou het eenvoudiger moeten zijn om medewerkers uit te faseren. De voedingsbodem voor ondernemen in het algemeen kan beter. Ik ben ervan overtuigd dat flexibiliteit van het ontslagrecht meer banen oplevert. Het komt de participatiegraad ten goede."
Szabo: "Silicon Valley is groot geworden met een flexibele arbeidsmarkt. Zelfs de tuinman behoorde daar tot de best betaalden."
Van der Wel: "Het mkb is de groeimotor, de banenmotor. Daar zit ook het grootste vermogen om te innoveren."
Szabo: "Bij multinationals wordt wel veel geïnnoveerd, bijvoorbeeld in plasmaschermen en elektronisch papier."
De Jager: "Daar zie je ook veel kennisuitwisseling."
Van der Wel: "Philips bijvoorbeeld is technisch goed, maar dat is ook de zwakte. Productinnovatie is aansluiten op behoeften, op de wensen van mensen. Een klein land als Nederland moet geen fundamenteel onderzoek doen. We zouden ons juist met productinnovatie moeten bezighouden."
|
De Jager: "Daar liggen inderdaad kansen. De overheid moet in haar bedrijvenbeleid subsidiegelden anders inzetten en bij innovatie niet alleen aan fundamenteel onderzoek denken. Bovendien moet de overheid in haar eigen aankoopbeleid eens wat vaker haar risicomijdende houding laten varen."
Van der Wel: "De overheid hoeft niet allerlei dingen zelf te ontwikkelen. Wat we mee moeten nemen is het begrip maatschappelijke innovatie. Een voorbeeld hiervan is het oplossen van het fileprobleem en de zorgpas. We weten al meer dan tien jaar hoe die eruit moet gaan zien, maar de invoering lukt maar niet."
Szabo: "Dát gebeurt de komende maanden zeker. De overheid gaat op dat vlak een vuist maken. We zijn eraan begonnen, bij de VVD lopen we al rond met één pas. De technologie is er, nu moet de politiek het doordrukken. We zijn ongelooflijk teleurgesteld in ‘Een andere overheid’, het actieplan van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het plan zijn vooral lopende zaken bijeengeveegd. Thom de Graaf wil deze kabinetsperiode eenmalige registratie invoeren. Daar gaan wij hem aan houden."
De overheid die een vuist maakt? De politiek die doordrukt? De afgelopen jaren is de daadkracht vanuit Den Haag op het vlak van technologiebeleid niet bepaald indrukwekkend geweest.
Szabo: "In de Tweede Kamer constateer ik dat er veel nieuwe kamerleden zijn, jonger en met nieuwe gedachten. Die willen de vernieuwing ook doordrukken. Nu moeten we het ambtelijk apparaat op stoom zien te krijgen. De politieke aansturing is nog een probleem. We gaan niet alle deadlines halen. Onze grootste zorg is het evenwicht tussen ambitieniveau en kosten."
Van der Wel: "Van groot belang is ook het terugdringen van de administratieve lasten. Dat is in strijd met de Nederlandse bestuurscultuur en lukt alleen onder politieke druk. Die moet de boel opschudden."
De Jager: "Er is al veel over het terugdringen van administratieve lasten gesproken, maar er is nog weinig aan gedaan."
Szabo: "De vraag is alleen: verkoopt het ook bij de kiezer? De burger heeft niet zoveel contacten met de overheid en vindt het misschien wel best om eens in de paar jaar naar het stadhuis te moeten voor een paspoort."
Welke kant het moet opgaan is wel duidelijk. Het zijn echter nog steeds ideeën, voornemens, ambities. Wat gaat er, nu iedereen zoveel aandacht heeft voor ict, concreet veranderen?
|
Van der Wel: "Ik ben optimistisch. Balkenende en Brinkhorst doen het goed. De Graaf is in zijn ‘Een andere overheid’ weliswaar vaag, maar er zit beweging in. De ict-implementatieorganisatie Stichting Ictu is bijvoorbeeld goed bezig, net als de gemeenten. Er is nu wel visie, maar sturing ontbreekt nog. Waar blijft de regie om te kunnen doorpakken?"
"Neem de politieregio’s in ons land, met allemaal hun eigen systeem. Er is niemand die nu eindelijk eens zegt dat al die systemen hetzelfde moeten zijn, en die er vervolgens ook voor zorgt dat het gebeurt. Hetzelfde geldt voor de grootschalige invoering van breedband. De maatschappelijke voordelen ervan zijn enorm, kijk alleen al naar de mogelijkheden in de zorg en het onderwijs. Het probleem is dat we zitten met translaterale en transsectorale kosten, ofwel: de opbrengst komt binnen in een andere sector dan die waar de kosten gemaakt zijn. Om dat op te lossen is sturing nodig."
Szabo: "De kabelbedrijven en KPN zouden elkaar moeten vinden. Dat is een kwestie van tijd."
De Jager: "Juist de kabelbedrijven zijn defensief."
Szabo: "De aandeelhouders moeten daarom een ander verhaal hebben. De overheid moet faciliteren, maar de markt moet het doen."
De Jager: "Hetzelfde geldt voor draadloze toegang, wifi. We gaan van plaatsgebonden naar persoonsgebonden diensten. Ook daar ligt nog een groot probleem. Je kunt een dienst vaak maar op één plaats gebruiken; er is geen roaming mogelijk. Klanten gaan dat niet meer accepteren."
Van der Wel: "Bij breedband zou de overheid beslist een sturende rol kunnen spelen, door aanleg fiscaal veel aantrekkelijker te maken en door scholen en overheden zelf van glas te voorzien."
Szabo: "Het is uiteindelijk toch de markt die het moet doen, de overheid kan alleen faciliteren."
De Jager: "Ik heb vertrouwen in de toekomst. Ik ben positief verrast door de manier waarop de ministers in het Innovatieplatform zitten: met kennis van zaken. Dat is voor het eerst. Bovendien is het initiatief Technopartner goed; het is zeker geen Twinning. Het is veel meer van beneden af opgezet en een voedingsbodem om verder te komen. Investeringskapitaal zou belastingvrij kunnen worden, en er zou ook ruimte moeten komen voor ‘business angels’, die hun kennis en geld ter beschikking stellen van – vooral kleinere – bedrijven."
Van der Wel: "Feit blijft dat het Innovatieplatform weinig aan ict doet. Wij pleiten daarom voor een strategische ict-raad, een breed opgezette adviesraad van overheid, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld, die vorm gaat geven aan innovatie en die druk op de ketel zet."
De Jager: "Maar innovatie is meer dan ict."
|
Szabo: "We moeten één ministerie de verantwoordelijkheid geven."
De Jager: "Ja, één ministerie moet verantwoordelijk zijn. Een raad is een mooi idee, maar wel de tweede keus. Ik heb liever dat de Kamer druk op de ketel zet."
Szabo: "Dat is wat we willen doen. Als we straks in de Kamer praten over het actieplan ‘Een andere overheid’ van De Graaf, brengen we ook ons stuk in. ‘De Belgen voorbij’, dáár willen we over praten en kijken of we daarvoor steun krijgen van andere partijen. Onze inzet is bijvoorbeeld dat een pas juist je privacy verhoogt in plaats van vermindert."
De Jager: "Die hele privacydiscussie moeten we trouwens niet zo rigide meer voeren. Het is veel eenvoudiger om een ziekenhuis in te lopen en dossiers in te zien dan om een beveiligde pas te kraken."
Wie de komende maanden spijkers met koppen wil slaan, heeft vast ook helder in beeld waar we over een jaar staan met alle innovatieplannen?
Szabo: "Over een jaar hebben we alle neuzen in dezelfde richting, weten we wat we samen gaan doen. Ik heb wel het gevoel dat de wil er is om iets te doen, maar we zitten nu nog vooral naar elkaar te kijken. Dat is over een jaar anders, na de hoognodige ‘push’ om uitvoering te realiseren. Op het gebied van innovatie verwacht ik meer evenwicht in het te voeren beleid en de te verdelen gelden."
De Jager: "Een jaar is voor innovatie heel kort. Over een jaar weten we wat we willen bereiken, met een praktische mentaliteit, en we weten wanneer we het willen bereiken. Deze kabinetsperiode, én die daarop. Ik hoop dat we als Innovatieplatform concrete verbeteringen hebben voorgesteld, bijvoorbeeld om het gemakkelijker te maken kenniswerkers hier te houden, of door technostarters meer te koesteren met minder regels en een fiscaal gunstiger klimaat. Dat moet binnen een jaar zeker geregeld kunnen zijn. En waarom zouden we het onderwijs voortaan niet gewoon afrekenen op de mate waarop het samenwerkt met het bedrijfsleven?"
Van der Wel: "Ik hoop dat dan een aantal grote projecten begonnen is. Een voorbeeld is het snoeien van Vrom in deels tegenstrijdige regelgeving. Dat zou al snel een succes kunnen zijn, en een voorbeeld voor hoe belemmerende wet- en regelgeving ook elders te saneren valt. Ook is het goed als een aantal deelprojecten van de nieuwe overheid zou zijn afgerond, zoals de zorgpas en de aanleg van glasvezel. Dat zijn zaken die voor de burger snel resultaat opleveren en die laten zien waar we naartoe gaan."< BR>
William ten Brink, en Marco van der Hoeven