Er is nu een behoorlijk aantal individuele OSS-producten (open source software) in gebruik in de bedrijfswereld, maar het is nog maar een klein gedeelte van alle systemen. OSS-producten bezitten zelden alle functionaliteit van de concurrerende ‘gesloten’ producten, maar dat wordt meer dan gecompenseerd door de aanzienlijk lagere kosten. De kosten zijn niet de belangrijkste overweging bij de beslissing al dan niet over te stappen op een OSS-systeem, het echte probleem is veel meer dat de klant er niet op durft te gokken dat een product toekomst heeft.
Ondersteuning is hierbij het sleutelbegrip. Ondersteuning door de leveranciers is niet zo goed als je zou willen, maar de leverancier is bekend en gebruikers weten wat ze kunnen verwachten. Het ligt dan ook voor de hand dat het bieden van ondersteuning voor OSS-producten de volgende stap moet zijn, en dat ze winstgevend gemaakt moeten worden. De kosten van deze ondersteuning moeten berekend worden, net als een bedrag voor het bieden voor ondersteuningspersoneel. Dit ondersteuningspersoneel heeft op dit moment een veel technischer achtergrond nodig dan bij gelijkwaardige producten het geval is. In de meeste gevallen biedt OSS nog steeds het meeste waar voor je geld.
Het besturingssysteem Linux is het meest voor de hand liggende voorbeeld van deze trend naar ondersteuning. Red Hat en Novell zijn de toonaangevende leveranciers van Linux, en vormen daarbij de buffer tussen het bedrijf en de technische community. Ze leveren specifieke releases van het besturingssysteem en bieden daar ook ondersteuning voor aan. Ze moeten het feitelijke besturingssysteem zelfs weggeven; de gebruiker betaalt voor de documentatie, configuratie, consultancy en ondersteuning.
Het probleem wordt echter nog steeds gevormd door fragmentatie. Iedere Linux-leverancier probeert zijn aanbod te verbeteren door andere OSS-producten toe te voegen voor beheer en ontwikkelgereedschappen. Ze proberen een compleet pakket samen te stellen. Dit is natuurlijk al jaren de trend in de industrie. Je koopt niet meer een losse compiler, editor et cetera; de ontwikkelaars kopen een Application Development Environment (ontwikkelomgeving) als WebSphere, Microsoft Visual tools, et cetera. Natuurlijk is er een zekere overlap, bijvoorbeeld Microsoft Windows-tools met Oracle servers, maar deze gevestigde producten bieden een veel groter scala aan elementen in een pakket dan een Linux-besturingssysteem. Dit is een gebied waarop we OSS volwassen zullen zien worden, en waar de gevestigde softwareleveranciers nog de handen vol aan zullen hebben.
Er zullen ontwikkelingen blijven komen in het ‘pakketproduct’-concept vanuit de huidige productverkopers. We leven echter in het tijdperk van overnames en fusies, en dat zal ook gebeuren bij de OSS-verkopers. Historisch gezien kocht met name Computer Associates producten op die uit de markt dreigden te vallen. Ze waren echter niet in staat belangwekkende pakketten samen te stellen, ondanks het feit dat ze eigenaar zijn van duizenden producten. Waarom zou dan een OSS-systeemleverancier slagen waar CA de mist in ging? Toch zal dat gebeuren, omdat de meeste OSS-producten zijn gebaseerd op standaarden, waardoor het gemakkelijker zal zijn producten te integreren.
Uiteraard zullen IBM en HP doorgaan met het aanbieden van OSS-pakketproducten, omdat ze hardware en diensten verkopen. Sun en Novell zijn typische voorbeelden van bedrijven die willen uitbreiden, en moeten bedenken hoe ze hun voordeel kunnen doen met de groeiende markt van OSS-pakketten, maar het marktpotentieel is zo hoog dat er nu al gespecialiseerde beginnersbedrijven worden opgestart. Die begonnen met het bieden van ondersteuning en consultancy voor de individuele producten, met name Linux en Apache, maar de nieuwe generatie, SpikeSource, SourceLabs, ObjectWeb, Gluecode, et cetera verkopen een ondersteund pakket met specifieke OSS-producten. Dit soort bedrijven zal meer en meer naar de voorgrond treden en direct zakendoen met de gebruikersorganisaties.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.
