Hans Helgers is sinds 2006 voorzitter van de Raad van Bestuur van Stichting De Opbouw die vanuit tweehonderd locaties in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Gelderland aan 4500 verstandelijk gehandicapten, ouderen en jongeren zorg verleent. De Opbouw onderscheidt zich in initiatief om nieuwe zorgvormen op te starten. Helgers was eerder leraar en gevangenisdirecteur. Van 4 februari 1995 tot 27 februari 1999 was hij partijvoorzitter van het CDA.
Immuun voor discussie
'De jeugdzorg was toen ik in 2006 bij de stichting begon nog ontzettend versnipperd, kende heel veel schotten. Waar je als kind terecht kwam met jouw hulpvraag, was vaak niet zorginhoudelijk bepaald. Als de onderwijzer de eerste was die jouw problemen ontdekte, dan ging je via bureau Jeugdzorg de reguliere jeugdzorg in. Was het de huisarts, dan ging je via GGZ de jeugd-GGZ in. Als het justitie was, dan ging je via een rechtelijke machtiging weer naar een andere instantie. Niet het zorgprofiel van het kind was maatgevend, maar de eerste voordeur waar hij of zij binnenstapte. Wij hebben toen in 2007 onze vijf jeugdzorginstellingen samengevoegd tot Lijn5 en gezegd: 'We immuniseren ons voor die discussie of de jeugdzorg nu bij de gemeente moet of bij het Rijk, of in de AWBZ. Als een kind bij ons binnenkomt, het maakt niet uit langs welke weg, dan doen wij na die voordeur onze eigen triage. En achteraf regelen we wel al die indicaties. Want een kind van 14 een half jaar op de wachtlijst, dat kan niet.'
Hij glimlacht: 'In die tijd waren we ervan overtuigd dat de politiek er nooit in zou slagen een oplossing voor de jeugdzorg te vinden en daar één regisseur voor te vinden. Er waren en zijn immers vele belangen. Maar goed, in het kader van de 3D decentralisatie zijn nu alsnog de gemeenten aangewezen.'
Helgers onderschrijft de noodzaak tot bezuinigingen en herzieningen in de gezondheidszorg. 'Teveel maatschappelijke vraagstukken zijn tot een zorgvraagstuk getransformeerd en met dure zorgarrangementen opgelost. Eenzaamheidsbestrijding bijvoorbeeld is geen gezondheidszorg maar welzijn. Zo heeft deze regering veel zaken geherdefinieerd.'
Dit had impact op jullie strategie? Opnieuw nadenken over: 'waartoe zijn wij op aarde'?
'Ja. Je kunt die vraag op twee manieren beantwoorden. Je kunt kiezen voor het uitgangspunt ‘ik ben een zorgboer, dat doe ik al 70 jaar en daar ben ik goed in. Alles wat de overheid geen gezondheidszorg meer noemt, maar welzijn, daar stop ik gewoon mee'. Als we dat zouden doen, zou dat ongeveer 25 tot 30 procent omzet kosten en zouden we tussen de achthonderd en 1.200 medewerkers moeten ontslaan. Dat is één optie. De tweede optie is 'de overheid herdefinieert de zorgvraag en lichte dementie is geen zorg meer'. Maar lichte dementie blijft natuurlijk wel gewoon bestaan en die mensen hebben dus een hulpvraag. Het enige verschil is dat ik hun hulpvraag niet meer mag oplossen met een collectief gefinancierd zorgarrangement.'
Behoud van werkgelegenheid was één, maar een blik in de statuten gaf de doorslag. 'Onze founding fathers hebben een maatschappelijke doelstelling geformuleerd: 'De Opbouw is er om hulp te bieden aan kwetsbare mensen'. En toen hebben wij gezegd: noblesse oblige, dan is dat wat wij gaan doen.'
Profiel en productportfolio
Die keuze impliceerde dat het profiel breder zou worden dan dat van de 'klassieke' zorginstelling, stelt Helgers. 'We hebben ons toen de vraag gesteld: hoe ziet ons productportfolio er dan uit over drie jaar? Dat heeft geleid tot drie hoofdproducten: de zware verblijfszorg, en die omvat gehandicaptenzorg, instellingen, verpleeghuizen en residentiële jeugdzorg. Het tweede hoofdproduct is beschermd wonen. Dat richt zich met name op de licht dementerende mensen die voorheen in het verzorgingstehuis werden opgenomen. Die zijn afgeschaft door de regering waarop wij hebben besloten dat we een product moesten ontwikkelen voor mensen met een gewone beurs. Zo’n 65 procent van de Nederlandse ouderen heeft een inkomen van twaalfhonderd euro per maand.'
'Ons derde hoofdproduct is integrale wijkhulp. Die is erop gericht om - conform het overheidsbeleid - mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Dus boodschappendiensten, thuisverpleging, wijkverpleging, huishoudelijke hulp, noem maar op. En of het dan betaald wordt uit de WLZ, uit de Zorgverzekeringswet, uit de WMO of door de mensen zelf, dat maakt ons echt niet uit. We hebben vervolgens een veranderagenda opgesteld, met een projectorganisatie en een ontwikkelingsbudget, om die producten operationeel te krijgen. Dat zijn we nu volop aan het uitrollen.'
Waarbij hij aantekent dat De Opbouw in twee jaar tijd 27 miljoen moet bezuinigen, op een totaalomzet van 266 miljoen (2014). Dat is ruim 10 procent minder omzet bij een in de zorg gebruikelijke marge van slechts 1 á 1,5 procent per jaar.
In welke mate helpt ict, denk aan domotica, robotisering, zorg op afstand?
'Er zitten drie aspecten aan ict. Het eerste aspect is dat ik mijn bedrijfsvoering veel eenvoudiger en goedkoper kan inrichten. Het geld dat ik niet voor bedrijfsvoering hoef te gebruiken, kan ik inzetten voor mijn primaire processen. Wij hebben gelukkig geen winstoogmerk, kennen geen dividend, geen bonussen, geen aandeelhouders. Dus het geld blijft allemaal in de zorg. We zijn nu bezig met een bi-tool waarmee zelforganiserende teams inzicht hebben in bijvoorbeeld roosterplanning en beschikbaar budget.'
'Het tweede aspect is: ik kan mijn primaire proces effectiever maken. Dan moet je inderdaad denken aan toepassingen als screen to screen, beeldbellen. We zijn dat nu aan het ontwikkelen, ook met de bedoeling dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Het derde aspect is: ICT voegt kwaliteit toe aan de zorg. Ik heb onlangs tijdens een stagebezoek een mooi voorbeeld gezien van serious gaming, in dit geval van wat wij noemen 'de Tovertafel'. We gebruiken dit voor dementerenden. Zij moeten dan bijvoorbeeld bladeren van tafel vegen. Wat je ziet: ze komen letterlijk in beweging - wat ze anders niet gauw doen - en ze praten ook met elkaar, ze geven elkaar aanwijzingen. Heel interactief en dat voegt direct kwaliteit toe aan hun leven. We draaien ook nog een pilot met de robot Zora, waarmee dementerenden kunnen communiceren.'
Mogelijkheden nemen toe
'Daarnaast hebben we veel eenvoudige hulpmiddelen, zoals trilmatten voor naast het bed. Die geven een signaal af en zo kunnen we registreren of een patiënt het bed verlaat en dat op afstand monitoren. Zo kwamen wij erachter dat een mevrouw in Soest 's nachts regelmatig naar buiten ging om haar hondje - dat allang gestorven was - uit te laten. We hebben toen de deurknop gekoppeld aan de telefoon. Op het moment dat zij de voordeur opende, ging de telefoon en als ze die opnam hoorde ze een tape met de stem van haar dochter die zei: 'Mam het is koud buiten, je moet gaan slapen'. En dan ging ze weer naar bed. Ook hebben we een aantal ouderen voorzien van een telefoon met gps. Dan kunnen wij hen volgen als ze naar buiten gaan. Daarover hebben we wel eens discussie met hun kinderen. Want ja, natuurlijk zou je moeder kunnen vallen en je wilt haar het liefst in een gewatteerd doosje doen. Maar ze geniet nog zoveel meer van haar leven als ik haar niet hoef op te sluiten. Dus ict maakt dat mogelijk en die mogelijkheden nemen echt snel toe.'
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 10.
Om te kunnen beoordelen moet u ingelogd zijn: