Vanaf 24 juni 2016 werkt het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) volledig digitaal en worden alle patiëntgegevens elektronisch bijgehouden. Patiënten kunnen thuis hun eigen gegevens inzien via MijnJBZ. Innovatie staat hoog op de strategische agenda van het JBZ en zo ook integraal kwaliteitsmanagement (geaccrediteerd door JCI, wat staat voor Joint Commission International). Bestuursvoorzitter Piet-Hein Buiting voorziet in de nabije toekomst grote veranderingen in de zorg, mede ingegeven door technologische ontwikkelingen.
‘De hoofddiscussie van het nieuwe ziekenhuis is: ‘Hoe sluit ik aan bij de patiënt in zijn thuissituatie met nieuwe zorgvormen die gaan ontstaan op basis van de combinatie van nieuwe technologie en daaruit voortkomende maatschappelijke trends?’ Het zal veel vragen van de souplesse van ziekenhuizen.’
Op 6 november 2007 werd de eerste paal van het nieuwe JBZ geslagen en de ambitie uitgesproken één van de meest patiëntgerichte en patiëntveilige ziekenhuizen van Nederland te zijn. Dat was nog in een tijd van economische overvloed en optimisme, erkent Piet-Hein Buiting. ‘Toen de eerste signalen van de crisis in 2008 kwamen, heb ik gezegd: ‘Dan hebben wij nog drie jaar de tijd en daarna bereikt het ons ook.’
‘De gezondheidszorg kent een anticyclisch karakter. Maar nu lijkt het anders te gaan, het vraagpunt voor de langere termijn is: in wat voor een economie komen we terug? Want we zien tekenen van herstel, maar het is fragiel. De curatieve zorg is qua omzet of zo je wilt kosten een heel stabiele, licht groeiende sector. De grote veranderingen in de zorg waar we nu veel over spreken betreft vooral de ouderenzorg. De gezondheidszorg in Nederland voldoet aan de internationale standaarden. De cure staat op kwalitatief hoog niveau en is ongeveer net zo duur als in andere landen. De care – en dan met name de ouderenzorg – staat ook op een heel hoog niveau, maar is ook heel erg duur in verhouding tot andere landen. Je zou kunnen stellen dat Nederland aan het normaliseren is op het gebied van ouderenzorg ten opzichte van andere landen.’
Persoonlijke context
‘Ziekenhuizen – zorgorganisaties in het algemeen – zijn bijzonder ingewikkelde organisaties waar zich heel veel verschillende situaties voordoen. Het is moeilijk om ervoor te zorgen dat al die situaties aan een bepaalde kwalitatieve standaard voldoen. Maar als je een goed ict-systeem hebt, en een goed accreditatiesysteem, en als je je basisroutines op orde hebt, dan kun je vanuit een stevige basis aansluiten bij de individuele patiënt. De zorg is niet van iemand maar van ons allemaal. Ik ben violist en heb in een aantal orkesten gespeeld. Daar geldt eerst dat de dirigent ervoor zorgt dat alle noten op hun plek komen. Het interessante is: als de noten op hun plek staan, dan begint het echte samen muziek maken. Dan pas wordt het mooi. Dat geldt hier ook voor kwaliteit en ontwikkeling. De basis op orde is de noten recht hebben staan. Absoluut noodzakelijk, maar het gaat om de muziek en wat wij ermee doen. Bijvoorbeeld de ruimte die vrijkomt, inzetten voor innovatie.’
‘Overigens, die patiënt staat zelf niet altijd centraal, zoals vaak gezegd wordt. De persoonlijke context van de patiënt, die staat wel centraal. De persoonlijke context van de patiënt in de zin dat elke patiënt anders is en dat je daarbij moet aansluiten. Dat is een wezenlijk kenmerk van goede zorg en een voorwaarde voor alles, want alleen als dat wat je doet bij de patiënt past heeft het voor hem zin. Maar in het organiseren van de zorg zelf hoeft de patiënt technisch niet centraal te staan. Het is belangrijk om dat onderscheid te maken. Bij het maken van het OK-programma staat op dat moment het OK-programma zelf centraal en niet de patiënt als persoon. Dat wil zeggen, je organiseert de afdeling en het proces. Op het moment dat de patiënt op de OK is, staat de persoonlijke context van die patiënt wél centraal.’
‘Een tweede element van kwaliteit is: hoe lever ik een topprestatie? Die basis op orde hebben is een voorwaarde, maar waar het uiteindelijk om gaat is denken vanuit een totaal zorgproces, waarbij je heel goede zorg wil leveren, vernieuwend wil zijn en wil aansluiten bij de beleving van de patiënt. Die topprestatie gaat dus over kwaliteit, maar die zal worden benoemd in termen van patiëntgerichtheid en zal ook worden benoemd in aansluiten in je netwerk. In slim gebruik maken van nieuwe inhoudelijke en technologische ontwikkelingen. Met als doel de patiënt zoveel mogelijk regie over zijn eigen leven te laten houden. Als je mij dan vraagt: ‘Waar wil je top in zijn?’ Nou, daarin.’
Kwaliteit zit in mensen, is vaak ook een attitude.
‘Ja, en de kracht van het Jeroen Bosch Ziekenhuis is die combinatie van hoog professioneel inhoudelijk presteren, want dat is wat je wil als professional, en aansluiten bij de patiënt, want dat wil je als mens. Als je dat beide tot grotere hoogte wilt brengen, dan zal je dat als organisatie dus ook vanuit de mens moeten doen. In mijn optiek is een ontwikkeling of een strategie ook iets wat in hoofden en harten van mensen zit, en niet zozeer wat op papier staat.’
Hij zegt dat het bij de rol van de bestuurder hoort om in de huid van de professional te kruipen, ‘zodat je via die professional in de huid van de patiënt kunt kruipen. Bij het leveren van een topprestatie hoort dat je de patiënt vanuit zijn eigen regie en mens zijn benadert en niet als casus.’
Uiteraard is er in de wijze van patiëntbenadering sprake van diversiteit tussen ziekenhuizen en ook bínnen een ziekenhuis, stelt Buiting. ‘Maar wat uitmaakt is: heb je met elkaar – als organisatie, als medische staf, als verpleegkundige staf – communicatie en consensus over hoe je met z’n allen patiëntgerichter kunt werken en ook hoe je nieuwe mogelijkheden in technologieën kunt toepassen.’
Enorme verandering
‘Ik denk dat wij een verandering in de zorg gaan meemaken die vergelijkbaar is met veranderingen zoals die door moderne technologieën zijn ontstaan in de reisbranche, in de retail, in de bancaire sector. Een belangrijke reden waarom ziekenhuizen bestaan, ligt in het feit dat je mensen met bepaalde kennis en apparatuur met een bepaalde functie in een gebouw bij elkaar brengt. Zodat daar aan de patiënt het ‘product’ gezondheidszorg kan worden geleverd. De technologie die er nu aan zit te komen, maakt het mogelijk om dat van elkaar los te koppelen. Een gesprek met je arts kan plaatsvinden via Skype, Facetime of een chatbox, je hoeft daarvoor niet fysiek bij je arts op bezoek te gaan. Diagnostiek zal een enorme verandering gaan doormaken door allerlei technologieën die microdiagnostiek en permanente registratie van lichaamsfuncties mogelijk maken. Denk ook aan ontwikkelingen als Google Watch. Natuurlijk, bepaalde diagnostiek is daarvoor niet geschikt, maar we zullen verbaasd zijn hoe snel die ontwikkelingen gaan. Er is nu soms nog sprake van een hoog gadget gehalte, maar dat kan over twee jaar al heel anders zijn. Dan zou je op basis van verdere ontwikkeling en goede algoritmes uitslagen kunnen geven die net zo betrouwbaar zijn als wanneer men persoonlijk naar het ziekenhuis gaat. En waarbij het traceren van een achteruitgang gebeurt als er nog geen klinische symptomen zijn, waardoor er veel eerder en op afstand ingegrepen kan worden door bijvoorbeeld medicatie bij te stellen. Het medisch-specialistisch handelen is dan niet meer gebonden aan het gebouw.’
Het JBZ werkt ook aan eigen apps. ‘Ze zullen over vijf jaar wel gezien worden als beginnerswerk, maar dit hoort bij de ontwikkeling’, vindt Buiting. ‘Het gaat mij niet om die apps als zodanig. Waar het om gaat, is dat je met die technologie leert werken op een moment dat die nog niet is doorgebroken. Je moet ervoor zorgen dat je in 2018 zoveel ervaring hebt opgedaan, dat wanneer dan de grote verandering zou plaatsvinden, je er klaar voor bent. Dit betekent dat je uit de comfortzone van je dagelijkse routine moet stappen. Mijn stelling is: die technologie is er al, er worden nieuwe dingen ontwikkeld, adopteer dat maar. Zie maar wat het waard is, wat je ermee kunt, welke nieuwe mogelijkheden het ons kan geven.’
Nieuw speelveld
‘Als je de vraag stelt: ‘Wat is de essentie van medisch-specialistische zorg?’, dan is dat de combinatie van een professioneel oordeel, het uitvoeren van een interventie en coaching van de patiënt. Hoe meer technologie er is, hoe meer dat laatste op de voorgrond zal blijken te staan. Want je wordt als patiënt en behandelaar straks overladen met informatie. Met name die coaching zal onderdeel gaan uitmaken van de intrinsieke vaardigheden van de zorgprofessional, als die in dat nieuwe speelveld effectief wil zijn. En waarbij de diversiteit van patiënten ontzettend zal toenemen. Er zullen patiënten zijn die volledig mee zullen gaan in deze technologische ontwikkelingen en- laten we dat nooit vergeten – er zullen heel veel patiënten blijven die hier zelf niet in mee kunnen. Ook daar moeten we klaar voor staan.’
Dat tegen een context waarin een steeds grotere diversiteit aan het ontstaan is hoe mensen hun leven vormgeven. ‘Als algemene instelling zul je bij al die verschillende vormen moeten aansluiten. Ons spectrum wordt op dat punt steeds verder opgerekt. Daarom heb ik ook groot respect voor al die professionals die met al die verschillende mensen een individuele band weten aan te gaan. Medisch specialist of verpleegkundige zijn is topsport.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 10.
Wie is Piet-Hein Buiting

Piet-Hein Buiting is sinds 1 september 2015 voorzitter van de Raad van Bestuur van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, één van de grootste opleidingsziekenhuizen in Nederland en aangesloten bij de Stichting Topklinische Ziekenhuizen. Buiting is als docent verbonden aan het Centrum voor Zorgbestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam, aan Tranzo van Tilburg University en was eerder (interim) bestuurder bij onder meer het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, het Deventer Ziekenhuis en het Maasstad Ziekenhuis.