Sun Microsystems onthult eind dit jaar details over een tussenverbinding met hoge snelheid en lage bandbreedte voor het clusteren van zijn servers. De firma experimenteert al een aantal jaren met zijn eigen technologieën voor gedistribueerd, gedeeld geheugen.
Dit ondanks het feit dat Sun officieel afgeeft op de snelheidsdrempel die numa-architecturen (non-uniform memory architecture) introduceren bij smp-computers (symmetric multi-processing).
De computerleverancier heeft altijd beweerd dat de beste omgeving voor applicaties zich gedraagt als een smp-systeem en dat er geen prestatievermindering mag zijn voor de toegang tot geheugen, ongeacht of dat geheugen zich in de directe omgeving of op afstand bevindt. Verder zouden de api’s (application programming interfaces) er hetzelfde moeten uitzien voor software-ontwikkelaars.
De verbindingstechnologie waar Sun nu aan werkt, is het derde clusteringmechanisme van deze firma. Eerst was er Fast Ethernet, binnenkort opgevolgd door Gigabit Ethernet, en vervolgens de Scalable Coherent Interconnect-switchtechnologie van Dolphin Interconnect Solutions. Sun belooft die gelicentieerde techniek te blijven ondersteunen. Analisten verwachten dat de computerfabrikant medio 1999 een ccnuma-achtige server zal introduceren. Ondertussen komt concurrent Hewlett-Packard naar verwachting eind volgend jaar met de ccnuma-machine Superdome.