Smp-computers (simultaan multi-processing) behouden de huidige voorsprong op geclusterde systemen. In tegenstelling tot computers met meerdere processoren zullen gekoppelde systemen alleen toegepast worden door het handjevol gebruikers dat zeer flexibele systemen eist. Dit stelt analist Mark Raphael van onderzoeksbureau Metagroup.
"Een jaar of twee geleden was er nog veel enthousiasme voor clustering. Smp heeft echter veel meer bereikt dan toen voor mogelijk werd gehouden", zegt Raphael. Hij noemt Suns Starfire Enterprise-servers en HP’s V-serie Unix-machines als voorbeeld van die doorbroken grenzen. Volgens Raphael reflecteert de markt de veranderde verhouding tussen de twee technologieën. "HP en IBM zijn niet meer geïnteresseerd in clustering. De ontwikkeling van IBM’s Cache Only Memory Architecture (Coma) bijvoorbeeld staat nu op een veel lager pitje."
Raphael meent dat flexibiliteit en beschikbaarheid de voornaamste overwegingen zijn om clustering boven smp te verkiezen. "Aanvankelijk waren dat schaalbaarheid en beschikbaarheid, maar smp biedt dat ook – in een eenvoudigere omgeving dan geclusterde computers", vertelt Raphael. "Een nieuw voordeel voor clusters is flexibiliteit."
Deze opmerkingen gelden vooral voor de Unix-markt, maar Raphael doet ook harde uitspraken over Windows NT. "Daar is de situatie compleet anders. Voor bijvoorbeeld schaalbaarheid is clustering de beste oplossing. Unix blijft echter de komende drie tot vier jaar zeker vier keer zo schaalbaar als NT. Microsofts clustersoftware Wolfpack zal dat wel terugbrengen naar een factor twee, maar het lost niet het fundamentele probleem van NT op. Zeker driekwart van de schaalbaarheidsproblemen van NT komt voort uit het besturingssysteem zelf. Daarnaast spelen beperkingen in de hardware mee. Het plafond van Intel-processoren ligt nu op acht Pentiums. Eind dit jaar wordt dat acht Deschutes-chips (Pentium II).