De nieuwe hardwareaanbesteding van de gemeente Amsterdam betrof drie percelen: werkplekapparatuur, storage- en serversystemen en netwerkcomponenten. De gemeente gunde het eerste en derde perceel aan SCH en het tweede perceel aan PQR, met Centric en SCH op de reservebank (mocht PQR een bepaald merk niet kunnen leveren).
Een van de eisen van het bestek was dat de inschrijvende partij minimaal 50 procent van de gevraagde activiteiten zelf dient uit te voeren. SCH, het moederbedrijf van SCC, had zich ingeschreven met een aantal gecertificeerde onderaannemers voor levering en onderhoud van specifieke hardwaremerken. Scholten Awater betwistte dat SCH via deze constructie aan deze eis kon voldoen en spande een kort geding aan tegen de gemeente Amsterdam.
De voorzieningenrechter heeft Scholten Awater in het gelijk gesteld en de gemeente Amsterdam verboden de percelen te gunnen aan SCH, bevestigt een woordvoerster van de rechtbank Amsterdam. Volgens haar heeft de gemeente twee mogelijkheden: de percelen alsnog gunnen aan Scholten Awater of besluiten tot heraanbesteden.
Verheugd
De gemeente Amsterdam en SCH waren nog niet in staat te reageren. Ronald Ederveen, commercieel directeur van Scholten Awater, liet weten bijzonder blij te zijn met de uitspraak. 'Wij hebben gezien dat SCH een niet geldige inschrijving had gedaan, terwijl de gemeente Amsterdam hieraan voorbij ging. Wij zijn al ruim elf jaar partner van de gemeente Amsterdam op het gebied van advisering, levering en onderhoud van it-hardware, dit tot volle tevredenheid van de gemeente. Wij zijn dan ook verheugd met de constatering van de rechter.'
In 2008 sloot de gemeente Amsterdam met Scholten Awater twee contracten voor werkplekhardware (geschatte waarde: twaalf miljoen euro) en storage-/serversystemen en netwerkcomponenten (geraamde waarde: drie miljoen euro). Die contracten lopen dit jaar af.
Reacties
Ik lees hier enerzijds begrijpelijke reacties, maar aan de andere kant zou het oordeel ook in het belang van de gemeente Amsterdam zelf kunnen zijn. Het zou niet de eerste keer zijn dat een opdrachtgever onvoldoende inzicht heeft in de aanbieding van de meedingende partijen en daardoor uiteindelijk onhandige keuzes maakt. Ik neem aan dat de eis dat de aanbieder minimaal 50% van de uit te voeren werkzaamheden/activiteiten zelf uit dient te voeren niet voor niets is opgesteld...