Drie manieren om apps naar de cloud te migreren

Een migratie naar de cloud is relevant voor veel bedrijven en organisaties. Er verschijnen ook voortdurend nieuwe oplossingen in de cloud, die weer leiden tot verse inzichten. Ze maken nieuwe migratieperspectieven mogelijk, die eerder niet bestonden. Dit alles heeft zijn effect op de strategie om naar een cloudomgeving te gaan.

Het uitgangspunt voor hoe je kijkt naar een cloudmigratie is veranderd: je kunt niet meer alleen vanuit een infrastructuurperspectief kijken. Het applicatieperspectief heeft inmiddels de overhand genomen. Wat betekent dit en wat zijn de mogelijkheden? Een applicatie naar de cloud brengen kan grofweg op drie manieren.

Een lift-and-shift scenario is vaak een goede oplossing als de on-premise omgeving aan het eind van haar lifecycle is gekomen. Het plannen van zo’n migratie vereist een secure benadering waarbij men gelijktijdige activiteiten zoals het openen van firewall-poorten en een inventarisatie van de omgeving niet meer op een Excel-sheet kan plannen. Hier zijn meer geavanceerde tools nodig om de planning en uitvoering te begeleiden. Ook is het belangrijk te bedenken dat deze iaas methode er voornamelijk voor zorgt dat een server in een cloudomgeving staat waar je de applicatie vervolgens op kan hosten. Het kostenvoordeel is vaak niet aanwezig. We spreken hier dan ook van een transitie in plaats van transformatie, omdat er aan de opzet van de applicatie niets verandert.

Applicaties kunnen ook naar een saas-model worden omgevormd. Dit kan echter de nodige administratieve overhead met zich mee brengen. Ook zijn saas-oplossingen in verhouding kapitaalintensief en is de mogelijkheid om applicatiefunctionaliteit te veranderen erg klein. Het voldoet echter, als men uit de voeten kan met de standaardfunctionaliteit.

Een derde mogelijkheid is om een echte cloudtransformatie uit te voeren. Deze oplossing gebruikt een methode waarbij men gebruik gaat maken van cloud-native oplossingen die in de publieke cloud worden aangeboden. Publieke cloud-providers bieden al een tijd webservices of databases als een service aan. Binnen de publieke cloud zijn er platformen zoals een containerplatform, die organisaties kunnen helpen om een nieuwe richting in te slaan. Voorheen lag dat misschien wat verder weg, omdat de kennis moest worden ingekocht of er eenvoudig niet genoeg mensen waren die de kennis konden opdoen omdat ze met operationeel gerelateerde zaken bezig waren. Op applicatiegebied was men in het verleden vaak geneigd de publieke cloud als een infrastructuuroplossing te zien. 

Cloud-architect aan zet

Het inrichten van een cloud-omgeving kan niet zonder een cloud-architect die weet hoe de eigenschappen van een publieke cloud omgeving benut kunnen worden. Organisatorisch helpt het als hij of zij feitelijk niet in de infrastructuuromgeving een plaats heeft, maar in de applicatieomgeving. De cloud-architect kan de applicatie-gefocuste engineers helpen om een verandering teweeg te brengen die er toe leidt dat beide werelden van applicatie en infrastructuur tot één geheel kunnen worden gevormd. Er kunnen dan ideeën worden uitgewisseld die aan beide kanten een voordeel gaan opleveren. De applicatie-architect leert meer over de mogelijkheden van de cloud, terwijl de cloud-architect het gebruik van de diverse cloud-functies kan promoten en helpen in te richten. De geïsoleerde torens van applicatieontwikkeling en infrastructuur kunnen nu verbroken worden. Door de inrichting van de organisatie te veranderen, ontstaat er een betere integratie van twee werelden die vroeger ver van elkaar af lagen.

Voor alle drie de methodes is het van belang dat een organisatie een partner aan zijn zijde heeft die de markt kent, de migratie-tools beheerst, zowel in technische als in planmatige zin, om een transitie of een transformatie te begeleiden.