In mijn eerste blog heb ik toegelicht wat software defined storage (sds) anders maakt ten opzichte van de traditionele storage-architecturen. Maar wat biedt het it-afdelingen concreet? Wat mij betreft zijn er een aantal vragen die it-managers zichzelf moeten stellen voorafgaand aan de keuze voor sds. In deze blog ga ik dieper in op een vijftal mogelijkheden van deze nieuwe technologie.
Software defined storage (sds) speelt in op een aantal specifieke uitdagingen van de it-manager. Uiteraard gelden deze uitdagingen niet voor ieder bedrijf, dus daarom is het belangrijk om te weten waar binnen jouw organisatie de crux zit. De volgende vragen bieden wellicht houvast:
- Hoe belangrijk is schaalbaarheid van de storage-architectuur?
- Staat een hybride of private cloudoplossing op de agenda?
- Hoe goed kan ik groei in performance en capaciteit voorspellen?
- Zijn er disaster recovery features aanwezig in de software?
- Hoe volwassen moet een oplossing zijn? (het blijft een nieuwe technologie)
1. Schaalbaarheid en voorspelbaarheid kosten
Traditionele storage-architecturen zijn niet lineair schaalbaar. Omdat datagroei steeds onvoorspelbaarder wordt, voor zowel kleine als grote bedrijven, worstelen it-managers met de benodigde investering. In de praktijk resulteert dit vaak in grote investeringen in storagecapaciteit die na drie tot vijf jaar niet altijd benut blijkt te zijn. Aan de andere kant kan de benodigde capaciteit ook te laag zijn ingeschat en moet er tussentijds opnieuw een (grote) investering gedaan worden in storage. In beide gevallen niet het ideale scenario.
Sds-oplossingen maken het mogelijk om flexibel in te spelen op groei, dankzij de mogelijkheid om lineair én snel op te schalen. Dit biedt it-afdelingen de kans om snel te kunnen voldoen aan business-eisen en te blijven groeien zonder gevaar voor performance en capaciteit. Budgettair gezien betekent deze flexibiliteit wel een omslag. Waar it-beslissers voorheen budgetten bepaalden op basis van de lifecycle van de storage-architectuur, gaat men nu toe naar meerdere kleinere investeringen op het moment dat de situatie daar om vraagt. Bijna een pay-per-use model, waarmee kosten gemakkelijk inzichtelijk worden en zijn door te belasten.
2. Eenvoudiger migreren
De lifecycle van storage-architecturen is gemiddeld drie tot vijf jaar. Na deze periode moeten nieuwe storagesystemen worden aangeschaft, gebaseerd op de huidige benodigde capaciteit en verwachte datagroei. Het migratietraject voor storage-architecturen is een ingewikkelde exercitie en vraagt om de nodige kennis en resources. Met sds wordt de intelligentie gescheiden van de hardware, waardoor migreren online gebeurt en veel eenvoudiger wordt. Denk hierbij aan de migratie van servers in gevirtualiseerde omgevingen.
3. Focus op functioneel beheer
Het beheer van de storage-infrastructuur is er in de afgelopen jaren niet eenvoudiger op geworden. Veel bedrijven hebben te maken met verschillende systemen die door de jaren heen naast en met elkaar zijn gaan functioneren. Ieder systeem heeft zijn eigen specifieke features waarvoor kennis binnen de it-afdeling nodig is. Dit levert soms een heel team aan storagebeheerders op.
Met sds is de feitelijke storage ‘verstopt’. Stel dat men een nieuwe database wil aanmaken, dan wordt dit op basis van vooraf geprogrammeerde policies uitgerold. Op welke disk de nieuwe database dan precies staat, weet men niet meer. Dit is te vergelijken met Dropbox. Je slaat een bestand op, maar of het op een disk in Amerika of Nederland is opgeslagen weet je niet.
In de toekomst zullen steeds meer beheerders zich gaan bezighouden met applicaties, in plaats van de complexe infrastructuur. Sds zorgt ervoor dat de focus voor it-afdelingen meer zal komen te liggen op functioneel beheer in plaats van het technisch beheer. Het technisch beheer zal steeds meer worden uitbesteed en de it-professionals kunnen zich bezighouden met de klant binnen het bedrijf.
4. Bouwblokken voor hybride en private cloud
Veel organisaties houden zich nog altijd bezig met het cloudvraagstuk: wel of niet naar de cloud en welk model past het best bij ons bedrijf? De belangrijkste overwegingen om naar de cloud over te stappen, zijn schaalbaarheid, kosten en flexibiliteit. Voordelen die niet alleen een public cloud biedt, maar ook private of hybride gerealiseerd kunnen worden. Het software defined datacenter biedt mogelijkheden voor self-service-portals voor de beheerders. Door de automatische uitrol van bijvoorbeeld firewalls, kunnen deze functies via een self-service-portal worden aangeboden. Daarnaast biedt het ook mogelijkheden voor billing, waarbij de kosten intern worden doorberekend, gebaseerd op afname.
Wanneer organisaties een overstap naar een private of hybride cloud op de agenda hebben staan, moeten zij zich realiseren dat software defined-technologie onmisbaar is. Bedrijven kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om disaster recovery functionaliteit in een externe cloud te laten draaien en de basisinfrastructuur in het eigen datacenter. In dit hybride model zorgt de abstractielaag van de software defined-technologie ervoor dat deze infrastructuren samenwerken.
5. Software snel up-to-date
Met het verplaatsen van de features van de hardware naar de software, kunnen it-afdelingen sneller profiteren van de nieuwste mogelijkheden. Op dit moment duurt de ontwikkeling van nieuwe features meerdere jaren, omdat features ontwikkeld worden voor specifieke hardware. Vaak worden zelfs specifieke chips ontwikkeld, waardoor dit proces nog langer kan zijn. Door de abstractielaag tussen de onderliggende hardware en de sds-software wordt de ontwikkeltijd aanzienlijk korter.
Uiteenlopende mogelijkheden, uiteenlopende organisaties. Er is niet één oplossing voor iedereen, wat dat betreft is er niets veranderd. Technologie is ondersteunend aan de business en moet passen in de strategie en behoeftes van het bedrijf. Of sds dat voor jou realiseert, zal moeten blijken, er komen echter wel veel extra mogelijkheden bij. De keuze is reuze…
In mijn volgende blog ga ik dieper in op de toekomst van software defined storage.
Bert,
Dank voor je artikel.
Je haalt valide punten aan. Waar voor dank.
Met punt 1,4 en 5 ben ik het ook volledig eens. Deze punten zijn hier al geregeld de revu al gepasseerd.
De andere punten moeten in mijn optiek nog ietwat genuanceerd worden.
2. Eenvoudig migreren
Ben je niet afhankelijk van de smaak SDS die je gebruikt? In mijn optiek is niet alles nog even compatible met elkaar en heb je toch nog in zekere maten een soort van vendor-locking. Dit hangt natuurlijk wel af van welke smaak.
3. Focus op functioneel beheer
Als het eenmaal ingericht is, is het op zich makkelijker te beheren. Dat ben ik met je eens. Maar policies moeten ook zo nu en dan aangepast worden. Performance wil je ook kunnen tweaken. En juist dat is nog een vak apart. En hier is in mijn optiek storage kennis geen overbodige luxe.
Ondanks dat SDS (tiering) veel automatiseert,kan het handmatig bijstellen /aanpassen nooit geen kwaad. Software defined is hoe je het wendt of keert een extra abstractielaag op je infrastructuur. En die extra laag kan er nog wel eens voor zorgen dat bepaalde problematiek wat lastiger te constateren is, en specifieke kennis nodig hebt.
Maar ik ben net zoals jij ook fan van SDS. Software defined gaat op alle lagen van infrastructuur een cruciale rol speel. Alleen zijn we er nog niet helemaal.
Er is nu een enorme wildgroei aan SDS smaken. En niet iedere smaak is al even volwassen. De intergratie met fysieke servers kan beter, replicatie (sync/a-sync) kan bij bepaalde smaken nog niet, en unified (file/block) is ook nog niet overal mogelijk.
Het begin is zeer veelbelovend en SDS zal (razend)snel zijn opmars gaan maken.
Goed artikel, helder van opzet. Het grootste voordeel van SDS zie ik vooral in de ontkoppeling van techniek, de hardware en de opbouw van de fysieke apparatuur, en de functionaliteit die je nodig hebt voor het laten werken van applicaties.
In plaats van talloze technische sessies kan je bij wijze van een applicatie beheerder de omgeving voor zijn applicatie zelf laten inrichten op basis van de requirements die de applicatie nodig heeft.