Amerikaanse wetgeving verbiedt het omzeilen van technologische voorzieningen die zijn aangebracht ter bescherming van het auteursrecht. Ook Europa wil deze kant op. Het bezwaar tegen technologische oplossingen is dat zij geen ruimte laten voor legitiem gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal, meent Christiaan Alberdingk Thijm.
De technologische beveiliging van digitale informatie is in de Verenigde Staten afgelakt met een juridisch laagje. Nieuwe Amerikaanse wetgeving verbiedt het omzeilen van technologische voorzieningen die zijn aangebracht om inbreuken op auteursrechten te voorkomen. Cryptisch gesteld: De juridische bescherming die de technologische bescherming rond de juridische bescherming (het auteursrecht) beschermt.
De bizarre gevolgen van deze derde ring rond de auteursrechtelijke ui worden mooi geïllustreerd door twee recente Amerikaanse zaken. De uitspraken in de nagenoeg identieke zaken staan haaks op elkaar. De software waarmee Digital Versatile Discs (DVD’s) op het besturingssysteem Linux kunnen worden afgespeeld is verboden, terwijl de software die Sony-Playstation-spelletjes op Apple’s Macintosh afspeelbaar maakt, is toegestaan. Het enige punt van verschil is de technologische beveiliging van DVD-spelers.
Op 3 februari besliste rechter Kaplan in New York dat de voor Linux ontwikkelde Decss-software om de technologische beveiliging van DVD-spelers te omzeilen, strijdig is met de nieuwe Digital Millennium Copyright Act (Dmca). De software is ontwikkeld om DVD-speelfilms via het besturingssysteem Linux te kunnen vertonen. Zonder het programma zijn DVD’s alleen zichtbaar via Microsoft Windows. De procedure is eind vorig jaar aangespannen door de Amerikaanse filmindustrie, die bang is dat de software wordt misbruikt om kopieën van hun speelfilms te maken. Gedaagden in de zaak zijn de beheerders van een aantal sites die de software aanbieden. De ontwerper van Decss, de zestienjarige Jon Johansen uit Noorwegen, was al eind januari van zijn bed gelicht door de Noorse autoriteiten.
Rechter Kaplan was niet onder de indruk van het verweer van de gedaagden dat Decss slechts interoperabiliteit van DVD met Linux creëert. "Ook al maakt Decss het mogelijk DVD op Linux af te spelen; dat is ook mogelijk met behulp van Windows – een veel wijder verbreid besturingssyteem. Je kunt daarom redelijkerwijs niet veronderstellen dat Decss ‘enkel en alleen’ ontwikkeld is om interoperabiliteit tussen Linux en DVD’s te bereiken", aldus Kaplan. Het beroep van gedaagden op fair use van de auteursrechtelijk beschermde DVD-software mocht evenmin baten. Kaplan wees er fijntjes op dat gedaagden niet voor auteursrechtinbreuk zijn vervolgd, maar voor het aanbieden van software die het mogelijk maakt technologische voorzieningen te omzeilen. Daarop is fair use niet van toepassing.
‘Fair use’
Een week na de DVD-uitspraak verging het Sony aan de Amerikaanse westkust heel anders. Het Californische Gerechtshof besliste dat het programma Virtual Game Station waarmee Sony-Playstation-spelletjes op Macintosh kunnen worden gespeeld, weer mag worden verhandeld. Zonder Virtual Game Station kunnen de spelletjes alleen op een Playstation-computer worden gedraaid. Eerder had de Rechtbank van San Francisco geoordeeld dat bij de productie van Virtual Game Station inbreuk is gepleegd op de auteursrechten van Sony. Bij het maken van het programma moesten door ‘reverse engineering’ verveelvoudigingen van de software van Sony worden gemaakt. Deze verveelvoudigingen zijn in principe voorbehouden aan Sony als auteursrechthebbende van de software. Het Hof zegt nu dat het verveelvoudigen van de Sony-software een fair use is om Playstation-spelletjes compatibel met Macintosh te maken. Dat Sony als gevolg daarvan minder Playstation-computers zal verkopen, doet daar niet aan af. Volgens het Hof moet Sony Virtual Game Station dulden als concurrent op de markt voor computers waarop Sony-spelletjes kunnen worden gespeeld.
Amerikaans recht
Het vonnis van Kaplan in de DVD-zaak is een voorlopig oordeel in afwachting van de bodemprocedure. Wie meent dat de filmindustrie daarin aan het kortste eind zal trekken, heeft het vermoedelijk mis. Hoewel de uitkomsten van beide zaken diametraal tegenover elkaar staan, zijn ze allebei in overeenstemming met het Amerikaanse recht. Het Hof baseerde zijn uitspraak op de Amerikaanse Copyright Act, terwijl het DVD-vonnis is gebaseerd op de nieuwe Dmca. In tegenstelling tot de Dmca staat de Copyright Act het verveelvoudigen van auteursrechtelijk beschermde software om interoperabiliteit te bereiken, onder bepaalde voorwaarden als fair use wel toe. Met andere woorden: als Sony de Playstation-software technologisch had beveiligd, was het beroep op fair use van de software door gedaagden waarschijnlijk kansloos geweest. Het fair use-verweer is immers niet van toepassing op het omzeilen van technologische beveiliging. Het gevolg van de uitspraken zou kunnen zijn dat softwarefabrikanten hun producten voortaan enkel technologisch behoeven te beveiligen om interoperabiliteit met concurrerende producten te voorkomen. Een beroep op de auteursrechtelijke bescherming van software is dan niet meer nodig.
Auteursrecht
Het terzijde schuiven van het auteursrecht door juridische bescherming van technologische voorzieningen is verontrustend. Toegegeven, het auteursrecht is ingewikkeld. Toepassing ervan leidt niet zelden tot complicaties. Het is veel eenvoudiger een technologische tolwachter te installeren die ervoor waakt dat voor ieder gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal wordt betaald. Het bezwaar tegen technologische oplossingen is alleen dat zij geen ruimte laten voor legitiem gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal. De tolwachter kan niet inschatten of gebruik wordt gemaakt voor bijvoorbeeld ‘reverse engineering’, wetenschappelijk onderzoek of vrije nieuwsgaring. Dergelijk gebruik is op grond van de meeste auteurswetten toegestaan, omdat daarmee het ontstaan van nieuw auteursrechtelijk beschermd materiaal wordt bevorderd. In die specifieke gevallen hoeft dus geen vergoeding te worden betaald of toestemming te worden gevraagd.
De DVD-zaak vormt een voorbode van wat Europa te wachten staat. De Europese Commissie heeft een voorstel voor een richtlijn ingediend, waarin eveneens het omzeilen van technische beveiliging wordt verboden. Om er geen misverstand over te laten bestaan dat onschuldig gebruik voortaan ook uit den boze is, is het voorstel op instigatie van het Europese Parlement gewijzigd. Er wordt nu expliciet bepaald dat zelfs het omzeilen van technologische beveiliging enkel voor privé-gebruik niet is toegestaan. Dat betekent dat niet meer zonder toestemming een digitaal kopietje van een bladzijde uit een technologisch beveiligde roman mag worden gemaakt. Ironisch genoeg vormt de richtlijn tevens een ambitieuze poging het auteursrecht binnen Europa te harmoniseren. Dat lijkt verspilde moeite. De juridische bescherming van technologische voorzieningen maakt het auteursrecht immers overbodig.
Christiaan Alberdingk Thijm, wetenschappelijk onderzoeker, Instituut voor Informatierecht UvA.