Als Microsoft zich intensiever bezig had gehouden met ethische vraagstukken, dan waren de huidige juridische problemen aan de software-fabrikant voorbijgegaan. Dit is de mening van Jeroen van den Hoven, hoogleraar Filosofie van informatie- en communicatietechnologie aan de Erasmus universiteit in Rotterdam. Hij bekleedt de bijzondere leerstoel die Getronics onlangs voor dit vakgebied heeft ingesteld. Geen overbodige luxe, want ethische vraagstukken gaan een belangrijke rol spelen in de automatiseringsbranche, denkt Van den Hoven. Zo drukt het naderende millenniumprobleem de sector nu al met de neus op de ethische feiten.
Toch is ethiek nog niet een veelbesproken onderwerp in de IT-branche. Van den Hoven kan dit wel verklaren: "IT is een jong vakgebied, dat is een eerste reden. Daarnaast zijn de problemen nogal abstract. Ethische vraagstukken als euthanasie en abortus liggen dichtbij de mensen. Iedereen krijgt hiermee te maken en dus maken deze onderwerpen emoties los. Met IT ligt dat heel anders. Dit begint nu te veranderen, want de technologie dringt door tot het dagelijks leven van de mensen. Kijk, als mensen nu uren lang Internet opgaan, hierbij problemen ondervinden en zien hoe hun belangen worden geschaad, kunnen ze de link naar ethische vraagstukken binnen de IT-sector leggen. Deze discussie wordt nog te weinig gevoerd. Ik zie wel tekenen van verbetering. Verschillende ministeries reserveren nu geld voor dergelijke zaken. Ze voeren studies uit naar de technische mogelijkheden, erg interessant voor de techneuten, maar tegelijkertijd vragen ze zich nu af hoe bijvoorbeeld een goede informatie-samenleving eruit ziet. Het begint langzamerhand door te dringen tot mensen wat hiervan het belang is."
"De beroepsgroep zelf heeft een duidelijke taak in de ethische discussie. Denken over normen en waarden van de professie is heel belangrijk en vormt een bindend element. Dit geeft de beroepsgroep een bepaalde identiteit, die kan helpen er een echte professie van te maken. Want, dit is binnen de automatiseringssector een groot probleem; er werken immers mensen met verschillende achtergronden en dus andere normen. Het is belangrijk na te denken over ethische vragen als: wat is goed en niet goed, of wat kunnen we wel en niet maken?
Dit kan leiden tot gedragscodes, maar die zijn vaak nogal oppervlakkig; even snel tien regeltjes opschrijven en vervolgens kopiëren. Dit doet geen recht aan de impact van de technologie op het leven van de mensen en de samenleving. Bedrijven moeten dit ambitieuzer aanpakken. Als een technologie zó belangrijk is voor een samenleving en er zóveel middelen en mensen mee gemoeid zijn, dan vind ik dat de ondernemingen een vast percentage van hun tijd en energie moeten besteden aan de morele issues."
Wat levert ethiek op?
De praktische IT-ondernemer zal zich pas echt over ethische vraagstukken buigen, als hij ziet dat hier concrete voordelen aan vastzitten. Automatiseerders zijn immers geen mensen die zich zonder winstvooruitzichten gaan bezighouden met onderwerpen van filosofische aard. De vraag werpt zich dan ook op wat een onderneming er concreet aan heeft om het eigen doen en laten te onderwerpen aan een ethische discussie. Van den Hoven ziet duidelijke voordelen. Een bedrijf dat succesvol wil zijn, moet rekening houden met morele opvattingen van de maatschappij.
"Mensen willen graag weten of ze het goede doen. Niet omdat hierdoor hun winsten stijgen, maar ze doen graag het juiste. Natuurlijk spelen ook praktische belangen een rol; bedrijven zien in dat ze als firma werken in een samenleving die er bepaalde normen en waarden op na houdt. Dit heet de vermaatschappelijking van een onderneming. Mensen hebben opvattingen over wat wel en niet passend is. Als bedrijven succesvol willen zijn op de markt, dan moeten ze hiermee rekening houden."
"Microsoft is hiervan een goed voorbeeld. Al hun diensten en producten worden nauwlettend in de gaten gehouden. De mensen kijken naar de hele benadering van Microsoft. Als dit bedrijf meer rekening had gehouden met de normen en waarden die in de samenleving bestaan, had het de huidige problemen niet ondervonden. De onderneming had hierover tien jaar geleden moeten nadenken. Daar gaat het om: wat zijn de morele waarden van morgen? Buiten de IT-sector zijn bedrijven zich hiervan inmiddels bewust. Kijk bijvoorbeeld naar Shell, dat eerst zijn Waterloo moest vinden in de affaire rond de Brent Spar."
Haalbaar én wenselijk
De ethische discussie binnen de IT krijgt een onverwachte oppepper van de problemen die aan de moderne samenleving kleven, zoals het ‘jaar 2000’-probleem.
"Het millenniumprobleem drukt ons nogmaals met de neus op de feiten. Allerlei problemen zijn juridisch noch technisch oplosbaar, maar zijn van morele aard: Wat is redelijk als er iets mis gaat? Ik merk dat mensen uit de praktijk erkennen dat er morele vragen schuilen achter deze problematiek. Ik heb niet de pretentie dat de ethiek hiervoor oplossingen biedt, maar zij kan wel structuur brengen in het probleem dat ons heel verwarrend en zonder begin of einde tegemoet treedt. Het ‘jaar 2000’-probleem lijkt in wezen op andere grootschalige rampen die de hoog-technologische samenleving treffen, zoals Tsjernobyl en de BSE-crisis. Voor al deze catastrofes geldt dat we moeten handelen in onzekerheid. De experts spreken elkaar tegen en het is onmogelijk om één schuldige aan te wijzen. Dus ons traditionele juridische denken, waarmee we met terugwerkende kracht een schuldige aanwijzen om de schade te verhalen, is hierop niet meer van toepassing. Dat werkt in dit soort gevallen niet. De oplossing ligt in een nieuw soort verantwoordelijkheidsidee; niet meer terugkijken naar individuele verantwoordelijkheid, maar meer vooruitkijken en collectief het probleem oplossen. En dan moeten we kijken hoe we deze nieuwe uitleg van verantwoordelijkheid, met de lessen die we leren van de millenniumproblematiek, kunnen integreren in bijvoorbeeld de software-ontwikkeling of onze kwaliteitsmodellen. Ethische aspecten kunnen we hierbij betrekken. Dus als iemand een systeem ontwerpt, moet hij kijken naar ethische omgevingsfactoren. In wat voor organisatie zet ik dit systeem neer? Wat heeft dit voor gevolgen voor de taken en bevoegdheden van de werknemers? Het gaat dan niet alleen meer om de vraag of het technisch haalbaar is, maar ook of het wenselijk is. Als mensen die systemen gaan boycotten, schieten de ontwikkelaars hun doel voorbij."
Informatie-kloof
Van den Hoven heeft bij de leerstoel de opdracht gekregen onderzoek te doen naar drie terreinen: privacy en gegevensbescherming, professionele verantwoordelijkheid van informatici en sociale rechtvaardigheid en de toegankelijkheid van informatie. Met name het laatste onderwerp acht de hoogleraar van groot belang. Gezien het belang van informatie, is een ongelijkheid in toegang tot deze informatie niet acceptabel.
"Informatie is een groot goed. We maken plannen en stellen prioriteiten op basis van de ons voorgelegde informatie. Als deze niet klopt of gemanipuleerd is, dan is ons doen en laten op zandgrond gebouwd. We moeten een discussie voeren over de kloof tussen de mensen die wel en geen toegang hebben tot informatie, de zogenaamde ‘information haves’ en ‘have-nots’. De oppervlakkigheid van de huidige discussie staat in geen verhouding met de subtiliteit van het theoretische kader dat is ontwikkeld over onderwerpen als inkomensverdeling of rechtvaardige gezondheidszorg. Maar de informatie-apartheid is enorm belangrijk en ook wel gevaarlijk. Als de juiste informatie zo belangrijk is voor burgers, dan moeten ze die ook kunnen bereiken. Mensen die een kleine informatie-voorsprong hebben, kunnen die enorm snel uitbreiden en anderen uitbuiten. Dit betekent dat ons denken over gelijkheid verandert. Nu zijn mensen geneigd bepaalde verschillen te accepteren. Dat is prima als het om boterhammen gaat; als ik er drie krijg en een ander vijf, kan ik hiermee leven, want ik red me wel met drie boterhammen. Als het informatie betreft, dan zijn deze verschillen voor mensen veel minder interessant. Een samenleving moet op dit vlak een zo groot mogelijke gelijkheid nastreven, omdat informatie een cruciaal en strategisch goed is. Daarom is Internettoegang in bibliotheken en op scholen zo belangrijk. Maar ja, de echt belangrijke informatie zit achter een decoder. Er is dus sprake van een kloof. De overheid kan dus het best normatieve spelregels opstellen voor de aanbieders van informatie. Dat geldt ook voor Internet. Ik ben dan ook geen voorstander van het anarchisme dat sommigen propageren voor het wereldwijde web."
Ook privacy is een heikel onderwerp, zowel politiek, juridisch, maar ook ethisch.
"Waarborging van privacy is enorm belangrijk voor de ontwikkeling van de technologie. De argeloze gebruiker denkt hij anoniem is op Internet. Nou, vergeet het maar. Elke klik van de muis wordt geregistreerd. Hij krijgt vervolgens bestanden toegestuurd. Er is veel over hem bekend. Op zich is dit niet erg, als de persoon het maar weet. We zien al dat bedrijven het zorgvuldig omgaan met privacy gebruiken als marketingmethode bij het op de markt zetten van hun producten. Hierbij kunnen we natuurlijk vraagtekens zetten."
Michiel Couzy, redacteur