Eén van de belangrijkste manieren waarop bedrijven zich groen kunnen profileren is natuurlijk het verminderen van het energieverbruik. In 2020 was de IT-sector verantwoordelijk voor 5-15% van het wereldwijde energieverbruik. Daarbovenop groeit de sector nog steeds erg snel, waardoor de IT-gerelateerde energievraag naar verwachting zal verdubbelen tegen 2030. Geen wonder dat de sector door allerlei instellingen en overheden wordt opgeroepen om groene initiatieven op te richten.
Om duurzamer te worden is het belangrijk om het energieverbruik te optimaliseren. Bedrijven kunnen dit doen door hun data naar Cloud servers te migreren. In maart 2021 werd door IDC geconcludeerd dat we met Cloud computing meer dan 1 miljard ton kooldioxide (CO2) van 2021 tot 2024 kunnen besparen. Cloud servers zijn over het algemeen beter geoptimaliseerd en efficiënter dan lokale hardware. Beheer van stroomcapaciteit, koeling, distributie van data naar de meest energie-efficiënte servers en verhoging van het servergebruik zijn allemaal stapsgewijze manieren om het totale stroomverbruik te verminderen.
Servergebruik is dan ook één van de grootste boosdoeners als het gaat om inefficiënt energiegebruik. Zelfs als servers niet worden gebruikt, kunnen ze nog tot 50% van hun nominale vermogen verbruiken. Dit betekent dat fysieke servers in stand-by nog steeds aanzienlijke hoeveelheden energie verbruiken. Onderbenutting van servers kan ook leiden tot zombieservers, die zomaar draaien zonder dat ze een nuttige functie hebben. Ongeveer 30% van de fysieke servers in datacentra worden als zombieservers beschouwd en naar schatting zijn er wereldwijd meer dan 10 miljoen zombieservers. De energie die door deze systemen wordt verspild, komt overeen met de opgewekte elektriciteit van acht grote elektriciteitscentrales.
Maximaal werken met minimale capaciteit
Veel organisaties zetten servers in voor specifieke toepassingen, waardoor ze slechts op een fractie van hun capaciteit draaien. Dit is zeer inefficiënt omdat het resulteert in een capaciteitsoverschot dat niet wordt gebruikt, wat leidt tot een hoger energieverbruik en hogere bedrijfskosten. Om dit tegen te gaan en duurzamer te worden kunnen organisaties ervoor kiezen om een virtuele desktopinfrastructuur (VDI) te implementeren. Door een virtuele infrastructuur te installeren, kunnen organisaties meerdere besturingssystemen en toepassingen op minder servers laten draaien. Dit vermindert het totale energieverbruik, de koelbehoefte, de wildgroei van servers en de opslagbehoefte.Een andere manier om energie te besparen is thuiswerken. Hierdoor heb je minder kantoorruimte nodig, kun je energiekosten terugdringen en een grote hoeveelheid CO2 besparen, die wordt uitgestoten wanneer werknemers van en naar kantoor pendelen. Externe werknemers vertrouwen vaak op VDI om werknemers te verbinden met desktops, applicaties en diensten die gewoonlijk alleen op kantoor toegankelijk zijn. Deze virtuele werkruimten stellen gebruikers in staat om digitaal verbinding te maken met het bedrijfsnetwerk ongeacht de locatie of het gebruikte apparaat. Kortom, het is duidelijk dat het voor organisaties van cruciaal belang is om een duurzaam beleid te voeren en te beseffen dat ook de IT-sector een grote rol speelt om de aarde gezond te houden. Laten we daarom nog meer investeren in nieuwe innovaties rondom het nieuwe werken om de impact op het milieu te minimaliseren.
Prashant Ketkar, CTO at Corel Corporation
Om te kunnen beoordelen moet u ingelogd zijn: