Woordenboek

Gezamenlijk systeem voor de personeelsadministratie van de verschillende ministeries.

Computernetwerk waarin de aangesloten computers gelijkwaardig zijn, dus zonder vaste clients en servers,

Dienst binnen cloud computing die de gebruiker de mogelijkheid biedt binnen een vooropgezette infrastructuur bestaande applicaties te gebruiken, maar ook eigen applicaties te ontwikkelen en te exploiteren.

Aanpassingen in bestaande software om bugs op te lossen of lekken te dichten

Klein draagbaar toestel dat computer-, telefonie-, fax- en netwerkfuncties combineert, tegenwoordig vaak smartphone genoemd.

Programmeertaal, ontworpen door Larry Wall, die eigenschappen van C- en Unix-scripttalen in zich verenigt.

Vorm van internetfraude waarbij, met name via spam e-mails, mensen naar nagebouwde (bank)websites gelokt worden om ze aldaar vertrouwelijke inloggegevens en/of creditcardnummers te ontfutselen.

Scripttaal om op webservers dynamische webpagina's te creëren, oorspronkelijk ontworpen door Rasmus Lerdorf.

Een gestructureerde methode voor projectmanagement, gericht op het management, de besturing en de organisatie van een project.

Het afdrukken van digitale tekst en afbeeldingen meestal op papier en het beheer en onderhoud van printsystemen.

De afwezigheid van informatie over onszelf bij anderen en de zeggenschap die wij over onze persoonsgegevens hebben.

Onderdeel van een computer die de instructies en berekeningen uitvoeren.

De manier waarop projecten georganiseerd, voorbereid, uitgevoerd en afgerond worden.

Een door Guido van Rossum begin jaren 90 ontwikkelde programmeertaal, die het inspringen van een regel gebruikt als indicatie van gelaagdheid.